2.1De rechtbank heeft in het vonnis onder 2, 2.1 tot en met 2.21, de vaststaande feiten opgesomd die zij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.1[appellant sub 3] en [appellant sub 4] zijn bestuurders en aandeelhouders van KVR en (indirect) van VST. KVR c.s. zijn actief als vastgoedbeleggers. KVR had eind 2007 een balanstotaal van ruim € 3,2 miljoen en VST van bijna € 1,1 miljoen.
2.1.2[appellant sub 3] bankiert sinds 2002 bij ING. In dat jaar heeft hij een rekening-courantkrediet met een limiet van € 1 miljoen tegen een debetrente van 1,25% per jaar boven de ING Basisrente afgesloten alsmede een Euroflexlening van € 2 miljoen tegen een debetrente van 1,25% per jaar boven het 2-maands Euribor-tarief en een rentevastlening van € 1 miljoen. De looptijd van beide leningen bedraagt 25 jaar. In de kredietovereenkomst is opgenomen dat de opslag op het Euribor-tarief eenmaal per twee jaar door ING kan worden herzien.
2.1.3In 2004 heeft VST bij ING een 25,5-jarige Euroflexlening afgesloten van € 700.000 tegen een debetrente van 1,5% boven het 1-maands Euribor-tarief. Op deze lening moest per kwartaal € 7.000 worden afgelost. De kredietovereenkomst vermeldt: “
De opslag op het EURIBOR-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht”.
2.1.4In 2005 heeft KVR bij ING een 25-jarige Euroflexlening afgesloten van € 655.000 tegen een debetrente van 1,25% boven het 1-maands Euribor-tarief. Op deze lening moest per kwartaal € 6.550 worden afgelost. Ook deze kredietovereenkomst vermeldt: “
De opslag op het EURIBOR-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht”.
2.1.5In 2005 hebben [appellant sub 3] en [appellant sub 4] gezamenlijk een Euroflexlening bij ING afgesloten van € 2.494.000 tegen een debetrente van een onbekend percentage boven het 1-maands Euribor-tarief.
2.1.6.Op 12 juni 2007 heeft ING aan [appellant sub 4] en [appellant sub 3] een presentatie gegeven over de mogelijkheden voor het afdekken van renterisico’s. Daarbij zijn een renteswap, een rentecap en een rentecollar als mogelijkheden tot afdekking van het renterisico genoemd.
In het gebruikte schriftelijke materiaal wordt onder het kopje “Rente-ontwikkeling” in een grafiek de ontwikkeling van het 3-maands Euribor-tarief en van de 10-jaars rente vanaf februari 2004 tot april 2007 getoond. Onder de grafiek is een tabel opgenomen met daarin voor de jaren 2006 tot en met 2009 per kwartaal (onder meer) de (verwachte) ontwikkeling van het 3-maands rentetarief.
In het schriftelijke materiaal worden onder het kopje “Maatwerkoplossingen” de volgende voor- en nadelen van de renteswap genoemd:
“Voordelen:
- Eenvoudig veranderen van een rentestructuur
>> variabele financiering wordt fixe financiering
(…)
Nadelen:
- Geen mogelijkheid om te profiteren van een relatief lage geldmarktrente (Euribor); de rente is immers gefixeerd”
Onder het kopje “Conclusie / Tot slot” is onder meer opgenomen:
“ “Euribor-tarieven lopen gestaag op en er dient rekening te worden gehouden met een nieuwe renteverhoging door de ECB.”
2.1.7Op 10 juli 2007 zijn ten behoeve van KVR, VST, [appellant sub 3] alsmede [appellant sub 3] en [appellant sub 4] gezamenlijk vier zogenaamde Optie/Future-overeenkomsten, vier Allowancefaciliteiten OTC-derivaten transacties, vier gebruikersoverzichten en gebruikersovereenkomsten inzake “ [website] ” en vier cliëntprofielen ondertekend.
2.1.8Op 13 juli 2007 heeft ING aan [appellant sub 3] een offerte gestuurd, welke offerte [appellant sub 3] op 15 juli 2007 voor akkoord heeft ondertekend, voor de vervanging en uitbreiding van zijn Euroflexlening naar € 2,25 miljoen, met een looptijd van 25 jaar. De rente over het krediet werd vastgesteld op 0,90% per jaar boven het 1-maands Euribor-tarief. Per kwartaal zou € 22.500 worden afgelost. De kredietovereenkomst vermeldt:
“De opslag op het Euribor-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht”.
2.1.9Eveneens op 13 juli 2007 hebben KVR c.s. met ING vier renteswapovereenkomsten gesloten ingaande op 1 augustus 2007 en eindigend op 1 augustus 2014 en met een door hen te betalen vaste rente van 4,86% en een door ING te betalen 1‑maands-Euribor-tarief:
- VST heeft een swap afgesloten met referentienummer [nummer] en een onderliggende hoofdsom van € 441.000 (aflopend met € 4.900 per kwartaal);
- [appellant sub 3] heeft een swap afgesloten met referentienummer [nummer] en een onderliggende hoofdsom van € 1.575.000 (aflopend met € 15.750 per kwartaal tot 1 augustus 2012 en vanaf dan met € 7.875 per kwartaal);
- KVR heeft een swap afgesloten met referentienummer [nummer] met een onderliggende hoofdsom van € 426.405 (aflopend met € 4.585 per kwartaal tot 1 augustus 2012 en vanaf dan met € 2.292,50 per kwartaal);
- [appellant sub 4] en [appellant sub 3] hebben een swap afgesloten met referentienummer [nummer] en een onderliggende hoofdsom van € 1.603.700 (aflopend met € 20.300 per kwartaal tot 1 augustus 2012 en vanaf dan met € 10.150 per kwartaal).
2.1.10Bij offerte van 6 november 2007, die zij hebben geaccepteerd, is aan [appellant sub 4] en [appellant sub 3] een (extra) 25-jarige Euroflexlening van € 200.000 verstrekt. De debetrente werd vastgesteld op 0,90% per jaar boven het 1-maands Euribor-tarief. Bij offerte van 24 juli 2008, geaccepteerd op 1 augustus 2008, is aan hen een (nadere) 25-jarige Euroflexlening van € 450.000 verstrekt. De debetrente werd vastgesteld op 0,90% per jaar boven het 3-maands Euribor-tarief. Beide kredietovereenkomsten vermelden: “
De opslag op het EURIBOR-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht”.
2.1.11Bij geaccepteerde offerte van 27 mei 2008 heeft [appellant sub 3] zijn kredietfaciliteit uitgebreid met een 25-jarige Euroflexlening van € 650.000. De debetrente werd vastgesteld op 0,90% per jaar boven het 3-maands Euribor-tarief. In de offerte is vermeld dat de debetrente van de in 2007 verstrekte Euroflexlening van € 2,25 miljoen per 1 juli 2008 gewijzigd wordt in 0,90% boven het 3-maands Euribor-tarief (in plaats van het 1-maands Euribor-tarief). Ook deze kredietovereenkomst vermeldt: “
De opslag op het EURIBOR-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht”.
2.1.12Op 25 juni 2008 heeft [appellant sub 3] met ING een 10-jarige renteswapovereenkomst gesloten ingaande op 1 juli 2008 en eindigend op 1 juli 2018, met een door hem te betalen vaste rente van 5,00% en een door ING te betalen 3‑maands-Euribor-tarief. De hoofdsom bedroeg € 1 miljoen, aflopend met € 10.000 per kwartaal.
2.1.13Bij brieven van 15 augustus 2008, 11 augustus 2009, 11 augustus 2010, 11 augustus 2011, 10 augustus 2012 en 9 augustus 2013 heeft ING aan KVR meegedeeld dat zij de debetrenteopslag van haar Euroflexlening zal verhogen.
De brief van 15 augustus 2008, die door [appellant sub 4] en [appellant sub 3] voor akkoord is ondertekend en geretourneerd, luidt, voor zover hier van belang:
“Conform de door u geaccepteerde offerte d.d. 31 augustus 2005 kan de opslag op het 1‑maands Euribor-tarief, geldend voor uw euroflexlening met nummer (…), eenmaal per jaar door de kredietgever worden herzien. Het lopende tarief is verlengd op 1 september 2007, hetgeen betekent dat per 1 september 2008 een tariefsaanpassing kan plaatsvinden.
Door de gewijzigde marktomstandigheden ten aanzien van de inkoopkosten voor het 1‑maands Euribor-tarief, zijn wij genoodzaakt uw debetrente met ingang van 1 september 2008 aan te passen naar: 1,42% per jaar boven het 1-maands Euribor-tarief geldend op de 1e dag van de rentevaste periode (…).”
De debetrenteopslag is verhoogd/verlaagd van 1,25% naar 1,42% (2008), 2,25% (2009), 3,70% (2010), 2,45% (2011), 3,16% (2012) en 2,34% (2013).
2.1.14Bij brief van 2 maart 2009 heeft ING aan VST meegedeeld dat zij de debetrenteopslag van haar Euroflexlening per 8 februari 2009 heeft verhoogd van 1,50 naar 1,80%.
2.1.15Bij brieven van 10 juli 2009, 9 juli 2010, 13 juli 2011, 11 juli 2013 en 10 juli 2015 heeft ING aan [appellant sub 3] meegedeeld dat zij de debetrenteopslag van zijn Euroflexlening van € 2,25 miljoen zal verhogen/verlagen en wel van 0,90% naar 1,20% (2009), 1,71% (2010), 1,60% (2011), 2,04% (2013) en 1,94% (2015). De debetrenteopslag van de Euroflexlening van € 650.000 is bij brief van 17 mei 2010 verhoogd van 1,20% naar 1,50% en bij brief van 7 juni 2011 verlaagd naar 1,30%. Niet bekend is wanneer de opslag van 0,90% is verhoogd naar 1,20%.
2.1.16Bij brieven van 10 september 2009, 10 september 2010 en 13 september 2011 heeft ING aan [appellant sub 4] en [appellant sub 3] meegedeeld dat zij de debetrenteopslag van hun Euroflexlening zal verhogen en wel van 0,90% naar 1,82% (2009), 1,85% (2010) en 2,12% (2011).
2.1.17Bij brief van 8 juli 2014 hebben [appellant sub 4] en [appellant sub 3] bij ING navraag gedaan naar de kredietopslagen en de verhogingen daarvan. Zij hebben verzocht om een voorstel van ING waarin de kredietopslagen worden verlaagd.
2.1.18Op 1 augustus 2014 zijn de vier renteswaps die in 2007 zijn aangegaan door KVR c.s. (zie 2.1.9) door afloop van de looptijd geëindigd.
2.1.19In het najaar van 2015 hebben KVR c.s. hun financieringen bij een andere bank ondergebracht. Op 5 oktober 2015 heeft [appellant sub 3] de in 2008 aangegane renteswap beëindigd en de negatieve waarde van € 92.900 voldaan aan ING.