ECLI:NL:GHAMS:2020:1241
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek om aanvullend voorschot op salaris van de vereffenaar in een nalatenschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek van de vereffenaar om een aanvullend voorschot op zijn salaris. De vereffenaar was benoemd in de nalatenschap van [erflater], die op 3 december 2017 overleed zonder testament. De vereffenaar had eerder een voorschot van € 15.000,- ontvangen, maar verzocht nu om een aanvullend voorschot van € 70.000,-. De kantonrechter had dit verzoek afgewezen, omdat de vereffenaar niet voldoende had aangetoond dat zijn werkzaamheden in het belang van de schuldeisers waren uitgevoerd. Het hof oordeelde dat de vereffenaar zijn verzoek onvoldoende had onderbouwd en dat de werkzaamheden die hij had verricht niet in redelijkheid konden worden aangemerkt als noodzakelijk voor de vereffening van de nalatenschap. Het hof benadrukte dat de vereffenaar een zorgvuldige en voortvarende aanpak diende te hanteren en dat hij de belangen van de schuldeisers voorop moest stellen. De vereffenaar had verzuimd om tijdig de schuldeisers op te roepen om hun vorderingen in te dienen, wat leidde tot onnodige vertraging in de vereffening. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter en wees het verzoek van de vereffenaar af.