ECLI:NL:GHAMS:2020:1188

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
6 mei 2020
Zaaknummer
200.183.207/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake vergoeding van onderzoekskosten in een ondernemingsrechtelijke zaak

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 6 mei 2020, wordt de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld op € 185.000 (exclusief btw). De zaak betreft een verzoek van H.P.L. Metals B.V. (verzoekster) tegen Delco Participation B.V. (verweerster) en SVO Company B.V. (belanghebbende). De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Delco, waarbij het onderzoeksbudget in verschillende fases is vastgesteld en verhoogd. De verzoekster, verweerster en belanghebbende hebben zich verenigd met het door de onderzoeker opgegeven bedrag van € 185.000, en er zijn geen bezwaren tegen dit bedrag ingediend. De Ondernemingskamer oordeelt dat het bedrag niet onredelijk is en bepaalt de vergoeding overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.183.207/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 6 mei 2020
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
H.P.L. METALS B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. P.D. Olden,kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELCO PARTICIPATION B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. D.J.F.F.M. Duynstee,
mr. T. Drenthen
mr. C. Spierings, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SVO COMPANY B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. W.H.A.M. van den Muijsenberghen
mr. B. Verkerk, beiden kantoorhoudende te Rotterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster, verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid als HPL, Delco en SVO.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 1, 2 en 9 februari 2016, 3 juli 2017, 8 november 2017, haar twee beschikkingen van 8 januari 2020 en haar beschikking van 22 april 2020. Bij de beschikkingen van 1, 2 en 9 februari 2016 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Delco over de periode vanaf 1 januari 2015, mr. drs. W.J.M. van Andel (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 50.000 (exclusief btw) alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – mr. E. Hammerstein (hierna: de bestuurder) benoemd als bestuurder van Delco.
1.3 Bij de beschikking van 3 juli 2017 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker een getuigenverhoor op de voet van artikel 2:352a BW gelast alsmede mr. K. Rutten (hierna: Rutten), naast de onderzoeker, benoemd als (tweede) onderzoeker in deze zaak. Op 13 en 27 september 2017 hebben getuigenverhoren ten overstaan van de raadsheer-commissaris plaatsgevonden.
1.4 Bij de beschikking van 8 november 2017 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker het bedrag dat het bij de beschikking van 1 februari 2016 bevolen onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 130.000 (exclusief btw).
1.5 Bij de eerste beschikking van 8 januari 2020 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker het bedrag dat het bij de beschikking van 1 februari 2016 bevolen onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 185.000 (exclusief btw), alsmede op verzoek van Rutten deze uit zijn functie van (tweede) onderzoeker ontheven.
1.6 Op 20 april 2020 is ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen het door de onderzoeker ondertekende verslag (met bijlagen) van voormeld onderzoek, gedateerd 20 april 2020. Met het oog op de vaststelling van diens vergoeding heeft de onderzoeker in de begeleidende brief bij het onderzoeksverslag van 20 april 2020 een specificatie van de aan het onderzoek bestede uren gevoegd. Deze specificatie sluit op een bedrag van € 185.000 (exclusief btw).
1.7 Bij de beschikking van 22 april 2020 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het verslag (tezamen met de bijlagen) van het bij de beschikking van 1 februari 2016 door de Ondernemingskamer bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Delco ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden en partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door de Ondernemingskamer te bepalen vergoeding van de onderzoeker.
1.8 Bij e-mails van 5 mei 2020 hebben mr. Olden namens HPL, mr. Van den Muijsenbergh namens SVO en mr. Duynstee namens Delco de Ondernemingskamer bericht zich te kunnen verenigen met het bedrag dat door de onderzoeker in rekening is gebracht.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Het door de onderzoeker opgegeven bedrag van € 185.000 (exclusief btw) aan onderzoekskosten is gelijk aan het laatstelijk vastgestelde onderzoeksbudget. Nu geen bezwaren zijn aangevoerd en het bedrag de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal zij de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 185.000 (exclusief btw);
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 6 mei 2020.