beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.275.755/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 16 april 2020
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMPROMEX TECHNICS HOLDING B.V.,
gevestigd te Gouda,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE ERGOSHOP HOLDING B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. B.A. Bendel, kantoorhoudende te Utrecht,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMPROMEX TECHNICS HOLDING B.V.,
gevestigd te Gouda,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMPROMEX TECHNICS B.V.,
gevestigd te Gouda,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. B.A. Bendel, kantoorhoudende te Utrecht,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NAM BEHEER B.V.,
gevestigd te Gouda,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. T. M. Schraven, kantoorhoudende te Tilburg,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DANBU B.V.,
gevestigd te Gouda,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zullen partijen, belanghebbenden en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoekster/verweerster sub 1 met Impromex Holding;
- verzoekster sub 2 met De Ergoshop,
- verweerster sub 2 met Impromex Technics;
- belanghebbenden respectievelijk met NAM Beheer en Danbu.
1.2 Impromex Holding en De Ergoshop hebben bij op 18 maart 2020 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Impromex Holding en Impromex Technics over de periode vanaf 1 januari 2019. Daarbij heeft zij tevens verzocht - zakelijk weergegeven - bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding primair NAM Beheer te schorsen als bestuurder van Impromex Holding, subsidiair een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Impromex Holding met doorslaggevende stem, dan wel een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht, alsmede om Impromex Holding en Impromex Technics te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 Bij e-mail van eveneens 18 maart 2020 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen bericht dat de Ondernemingskamer als gevolg van de maatregelen rondom het Covid-19 virus niet in de gelegenheid is het verzoek op korte termijn ter zitting te behandelen en dat de mondelinge behandeling is bepaald op donderdag 28 mei 2020, maar dat partijen tegen de achtergrond van de inhoud van het verzoekschrift in de gelegenheid worden gesteld zich schriftelijk uit te laten over – uitsluitend – de noodzaak om voordien onmiddellijke voorzieningen te treffen zoals verzocht. Daarbij heeft de Ondernemingskamer termijnen gesteld voor het indienen van een verweerschrift door Impromex Holding en Impromex Technics en/of NAM Beheer en Danbu, en voor het indienen van een re- en dupliek.
1.4 NAM Beheer heeft bij op 2 april 2020 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, Impromex Holding en De Ergoshop niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoeken voor zover die zien op tot het treffen van een onmiddellijke voorziening (voorafgaand aan de mondelinge behandeling) althans die verzoeken af te wijzen en niet ambtshalve onmiddellijke voorzieningen te treffen, met hoofdelijke veroordeling van Impromex Holding en De Ergoshop in de proceskosten.
1.5 Impromex Holding en De Ergoshop hebben op 6 april 2020 gerepliceerd, waarna NAM Beheer op 9 april 2020 heeft gedupliceerd.
2 De feiten
De Ondernemingskamer gaat in dit stadium van het geding, dat wil zeggen bij de beoordeling van het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen voorafgaand aan de mondelinge behandeling van het enquêteverzoek, uit van de volgende feiten:
2.1De Ergoshop en NAM Beheer houden elk 50% van de gewone aandelen in het geplaatste kapitaal van Impromex Holding. Impromex Holding heeft daarnaast 275.000 stemrechtloze cumulatief preferente aandelen uitgegeven, die worden gehouden door Danbu. De Ergoshop en NAM Beheer vormen samen het bestuur van Impromex Holding en zijn als bestuurders zelfstandig bevoegd Impromex Holding te vertegenwoordigen.
2.2Impromex Holding houdt alle aandelen in het kapitaal van Impromex Technics en is haar enig bestuurder. Impromex Technics drijft een onderneming die zich toelegt op de ontwikkeling, verkoop en levering van ergonomische producten voor de werkomgeving (bureaustoelen, werktafels etc.).
2.3Enig aandeelhouder en bestuurder van De Ergoshop is [A] (hierna ook: [A] ). Enig aandeelhouder van NAM Beheer is [B] (hierna: [B] ). [C] , zus van [A] , is enig aandeelhouder en bestuurder van Danbu. De vader van [A] en [C] is de oprichter van het bedrijf.
2.4De samenwerking tussen [A] en [B] dateert van maart 2017. Nadien is de verstandhouding tussen [A] en [B] verslechterd.
2.5Op 8 april 2019 hebben [A] en [B] een document, getiteld ‘Directiestatuut’ getekend, ingaande 1 april 2019. Artikel 1.c) van het Directiestatuut luidt:
“
Bij het staken van de stemmen wordt er gebruik gemaakt van een extern adviseur die benoemd is door beide aandeelhouders en wiens stem van doorslaggevend belang is. Ten tijde van ondertekening van deze overeenkomst is dit [D].”
2.6De verhouding tussen [A] en [B] is verder verslechterd. In juli 2019 is afgesproken dat beiden een plan van aanpak zouden opstellen. Deze plannen zijn door [D] op 27 augustus 2019 samengevoegd tot één plan van aanpak. Onder ‘
uitgangssituatie’ staat dat dit plan van aanpak dient als een set van basisafspraken voor een komende periode die zal duren tot het moment dat er (mogelijk) opnieuw een conflict ontstaat. Nadien is het conflict weer opgelaaid en heeft [B] het vertrouwen in [D] opgezegd.
2.7Builltjes heeft bij brief van 14 september 2019 NAM Beheer verzocht vrijwillig terug te treden als bestuurder. Zij heeft voorts namens Impromex Technics de opdracht aan NAM Beheer om managementwerkzaamheden te leveren met onmiddellijke ingang opgezegd. [B] heeft te kennen gegeven geen gehoor te zullen geven aan het verzoek. Na verdere verdieping van het conflict is [B] vanaf 23 september 2019 niet meer bij het bedrijf verschenen.
2.8Op 30 september 2019 heeft [A] tegen [B] aangifte gedaan van
stalking. In het proces-verbaal van aangifte wordt onder meer melding gemaakt van bedreiging en het zich zonder medeweten van de betrokkenen toegang verschaffen van e-mailaccounts en het plaatsen van afluisterapparatuur.
2.9Op 15 november 2019 heeft een aandeelhoudersvergadering plaatsgevonden, waarin een voorstel tot ontslag van NAM Beheer als bestuurder aan de orde is geweest. In de notulen staat dat de voorzitter ( [A] ) constateert dat De Ergoshop voor het voorstel tot ontslag stemt, dat NAM Beheer tegen stemt en dat [D] , als de door de algemene vergadering aangewezen stemgerechtigde met doorslaggevende stem, voor het voorstel stemt, zodat de vergadering het besluit aanvaardt.
2.1[A] heeft op 25 november 2019 aan de Kamer van Koophandel opgave gedaan van de uitschrijving uit het handelsregister van NAM Beheer als bestuurder; de opgave is op 26 november 2019 verwerkt. [B] heeft in het kader van een bezwaarprocedure bij de Kamer van Koophandel de rechtsgeldigheid van het ontslagbesluit betwist. De Kamer van Koophandel heeft het bezwaar gegrond verklaard omdat zij niet kon vaststellen dat een geldig besluit tot ontslag is genomen en de inschrijving aangepast. Van de beslissing is beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBB) ingesteld.
2.11Bij e-mail van 23 februari 2020 heeft [B] aangekondigd begin maart weer aan het werk te gaan en de genomen maatregelen weer ongedaan te maken. Bij e-mail van 27 februari heeft [A] geantwoord dat wat haar betreft de situatie niet gewijzigd is en [B] ongewijzigd niet welkom is.
2.12Op 14 maart 2020 heeft [B] zich onaangekondigd toegang verschaft tot het bedrijfspand van Impromex Holding en Impromex Technics en heeft daarbij onder meer sloten laten forceren. Daarbij is het alarm in werking gesteld en is de politie ter plaatste geweest. [B] heeft een aantal mappen met administratie meegenomen die hij nadien heeft teruggebracht.
2.13In een e-mail van 1 april 2019 heeft [A] aan de ABN AMRO onder meer geschreven:
“
Vandaag heb ik bij de ABN AMRO navraag gedaan of de heer [B] (via NAM Beheer B.V.) weer een poging tot bestuurswijziging heeft ondernomen.
Mevrouw Imane bevestigde dat de heer [B] met spoed een bestuurswijziging heeft aangevraagd op 30-3-2020.”