Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief 1heeft [appellante] betoogd dat het onder 2.14 vastgestelde niet volledig is en aangevuld moet worden met de door haar aangevoerde feiten. Deze grief kan niet slagen aangezien de rechtbank niet is gehouden meer of andere feiten vast te stellen dan de feiten waarop haar beslissing is gebaseerd. Voor zover de door [appellante] aangevoerde feiten relevant zijn voor enig in hoger beroep te nemen beslissing, zal het hof daarop in het navolgende terugkomen.
3.Beoordeling
grief 5te behandelen. Daarmee klaagt [appellante] over de overweging van de rechtbank dat de gestelde tekortkoming, bestaande in het niet wijzen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand, geen toereikende grond oplevert voor ontbinding en daarom geen plaats is voor terugbetaling van het bedrag van € 11.993,57.
beroepsfout(onderstreping hof)”. Zij beperkt daarmee zelf de gevraagde verklaring voor recht tot één beroepsfout, ook in hoger beroep. Hieruit kan dus niet worden afgeleid dat zij ten aanzien van de beide door haar gestelde tekortkomingen een verklaring voor recht en schadestaatprocedure wenste. Eventueel uit de andere tekortkoming (het niet wijzen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand) voortvloeiende schade kan dus niet in de schadestaatprocedure aan de orde komen.
grief 2dat zij zich, na te zijn geconfronteerd met de uitspraak van hof Den Haag, die bij gebreke van een incidentele grief, de partneralimentatie niet op een hoger bedrag had vastgesteld, gewend heeft tot [Y] Advocaten. Dit kantoor schreef [X] Advocaten aan met het verzoek om aansprakelijkheid te erkennen, maar die erkenning bleef uit. Daarop is cassatieadvies ingewonnen en cassatie ingesteld. Ook zijn er diverse herinneringsbrieven aan [X] Advocaten geschreven. Na ontvangst van het arrest van de Hoge Raad heeft [X] Advocaten, na aanvankelijk te hebben toegezegd de kosten van cassatie te zullen vergoeden, laten weten dat daar geen grond voor was. Daarop heeft [appellante] , nu bijgestaan door [A] Advocaten, [X] Advocaten nogmaals aansprakelijk gesteld en uiteindelijk gedagvaard. [appellante] heeft ter onderbouwing van haar schade de correspondentie en de urenspecificaties in het geding gebracht.
grief 3klaagt [appellante] over de overweging van de rechtbank dat zij ook de eigen bijdrage verschuldigd zou zijn in het geval zij wel met toevoeging had geprocedeerd. Zij wijst erop dat zonder de beroepsfout van mr. [advocaat B] de verwijzingsprocedure niet zou hebben plaatsgevonden, zodat het bedrag dat zij voor die procedure aan eigen bijdrage heeft moeten betalen, voor vergoeding in aanmerking komt.
grief 4klaagt [appellante] over de afwijzing van de bijkomende kosten als gevolg van de te laag vastgestelde partneralimentatie omdat deze kosten samenhangen met de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden en geen gevolg zijn van de beroepsfout.