ECLI:NL:GHAMS:2019:985

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 maart 2019
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
23-001803-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met wijzigingen in bewijsvoering en strafmotivering in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 mei 2018. De zaak betreft een verdachte die is geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] en gedetineerd is in [plaats]. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met wijzigingen in de bewijsvoering en een aanvulling van de strafmotivering. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van voorarrest, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vijf jaren. Tevens werd gevorderd dat de voorlopige invrijheidstelling in een andere zaak zou worden herroepen. Het hof heeft de bewijsvoering aangepast en de strafmotivering uitgebreid, waarbij het hof rekening heeft gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor zware misdrijven. De verdachte had eerder al een gevangenisstraf van drie jaren gekregen voor een poging tot woningoverval en het bezit van een vuurwapen. Het hof oordeelde dat de verdachte, ondanks eerdere straffen, opnieuw een gevaarlijke situatie had gecreëerd, wat leidde tot de beslissing om een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf en ontzegging van de rijbevoegdheid op te leggen. Het arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het hof, waarbij de raadsheer de verdachte op de hoogte stelde van het recht om binnen 14 dagen beroep in cassatie in te stellen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001803-18
datum uitspraak: 28 februari 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 mei 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-216497-17 en 99/000327-20 (vordering herroeping VI) tegen
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
gedetineerd in [plaats] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
14 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vordering advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek van voorarrest en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van vijf jaren. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de voorlopige invrijheidstelling in de zaak met VI-nummer 99/000327-20 zal worden herroepen.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met dien verstande dat het hof:
- onderstaande wijzigingen aanbrengt in de bewijsvoering;
- aan de overwegingen met betrekking tot de op te leggen straffen, mede naar aanleiding van het verhandelde op de terechtzitting in hoger beroep, de navolgende strafmotivering toevoegt.

Aanpassing bewijsvoering

● In de kop van het onder III in het vonnis opgenomen bewijsmiddel wordt de datum van “26 januari 2018” vervangen door de datum “5 januari 2018”. Voorts wordt daar de passage “(dossierpagina’s 164, 165, 167 en 187)” op de eerste en de tweede regel vervangen door “(pagina’s 3, 4, 5, 6 en 26 van dit los opgenomen proces-verbaal)”.
● In de kop van het onder IV in het vonnis opgenomen bewijsmiddel wordt “(dossierpagina 211)” vervangen door “(pagina 22 van dit los opgenomen proces-verbaal)”.

Nadere overweging met betrekking tot de op te leggen straffen

Uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 6 februari 2019 blijkt dat hij bij onherroepelijk geworden vonnis van 26 mei 2015 is veroordeeld voor handelen in strijd met artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Uit de toelichting van de advocaat-generaal op de terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de in die zaak bewezenverklaarde gedragingen deels hebben plaatsgevonden op dezelfde provinciale weg als in de voorliggende zaak, namelijk de N246. Deze eerdere veroordeling heeft hem er blijkbaar niet van weerhouden om opnieuw en zelfs op dezelfde weg een gevaarlijke situatie te creëren, met ditmaal catastrofale gevolgen. Voorts weegt het hof in het nadeel van de verdachte dat hij eerder onherroepelijk tot forse straffen is veroordeeld voor zware misdrijven, onder meer tot 3 jaren gevangenisstraf voor een poging tot woningoverval en het bezit van een vuurwapen. Ook die straffen hebben de verdachte er kennelijk niet toe gebracht zijn antisociale gedrag een halt toe te roepen. In het licht van deze omstandigheden acht het hof - met de rechtbank - een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf, alsmede een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorvoertuigen te besturen van aanzienlijke duur, passend en geboden.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. J.J.I. de Jong en mr. C. Fetter, in tegenwoordigheid van mr. S.W.H. Bootsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
28 februari 2019.
mr. M. Iedema en mr. C. Fetter zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
proces-verbaal uitspraak
_______________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001803-18
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, op 28 februari 2019.
Tegenwoordig zijn:
mr. J.J.I. de Jong, raadsheer,
A. Ivanov, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. M.C.A. Bakker, advocaat-generaal.
De raadsheer doet de zaak tegen de verdachte [naam] uitroepen.
De verdachte is
wel / nietin de zaal van de terechtzitting aanwezig.
Raadsman/raadsvrouw is
wel / nietaanwezig.
(zo ja:) naam raadsman/raadsvrouw en plaats:
Tolk is
wel / nietaanwezig. (zo ja:) naam tolk en taal:
De raadsheer spreekt het arrest uit.
De raadsheer geeft de verdachte kennis, dat daartegen binnen 14 dagen na heden beroep in cassatie kan worden ingesteld.
(indien de VTE is verschenen)
De verdachte heeft
wel / geenafstand gedaan van recht aanwezig te zijn bij de uitspraak.
(indien VTE is gedetineerd)
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.