4.1.Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierna te noemen bewijsmiddelen.
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
Voor zover de bewijsmiddelen geschriften betreffen als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering, zijn zij telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
I.
De verklaring die verdachte ter terechtzitting van 19 april 2018 heeft afgelegd, houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Het klopt dat ik op 29 oktober 2017 betrokken ben geweest bij een verkeersongeval op de Provincialeweg N246. Het klopt ook dat ik die avond alcohol had gedronken, namelijk whisky, en dat ik ten tijde van het ongeval harder reed dan ter plaatse is toegestaan. Ik wilde de auto die voor mij reed inhalen, terwijl ik weet dat dat op die plek niet mag. Ik heb de tegemoetkomende auto helemaal niet gezien.
II.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 oktober 2017 (dossierpagina 124). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant Bakker:
Het rijbewijs van verdachte [verdachte] is voor het eerst afgegeven op 23 maart 2015, wat betekent dat hij nog een beginnend bestuurder is.
III.
Een proces-verbaal VerkeersOngevals Analyse d.d. 26 januari 2018 (dossierpagina’s 164, 165, 167 en 187). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten Van Dalen en De Visser:
Op zondag 29 oktober 2017 hebben wij een onderzoek ingesteld naar de vermoedelijke toedracht van een verkeersongeval. Het verkeersongeval vond plaats op 29 oktober 2017 omstreeks 00.08 uur op de Provincialeweg N246 buiten de bebouwde kom van Assendelft, gemeente Zaanstad. De maximum toegestane snelheid ter plaatse bedraagt 80 km/h.
De bij dit ongeval betrokken voertuigen en personen betreffen:
-
een witte Audi A3, kenteken [kenteken] , bestuurd door verdachte [verdachte] ,
-
een grijze Citroën C1, kenteken [kenteken] , bestuurd door slachtoffer [slachtoffer] , en
-
een groene Renault Megane Scenic, kenteken [kenteken] , bestuurd door getuige [getuige 1] .
[slachtoffer] zat bij onze komst ter plaatse beklemd in haar voertuig. Ze bleek ter plaatse aan haar verwondingen te zijn overleden.
Op de rijbaan van de Provincialeweg N246 is een dubbele ononderbroken witte asstreep aangebracht. Ingevolge artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 mogen bestuurders de strepen niet naar links overschrijden en zich niet links van de strepen bevinden.
Het ongeval vond plaats gedurende de nacht, de periode gelegen tussen zonsondergang en zonsopkomst. Op de Provincialeweg N246 was ter plaatse van het ongeval geen openbare straatverlichting aanwezig. Door het ontbreken van bebouwing was er ter plaatse van het ongeval (nagenoeg) geen omgevingslicht.
Wij zijn gekomen tot een volgende beschrijving van de vermoedelijke toedracht:
De bestuurder van de Audi reed over de Provincialeweg N246, richting Assendelft, komende vanuit Beverwijk. Voor hem reed in dezelfde richting de Renault Megane Scenic. De bestuurder van de Audi heeft de bestuurder van de Renault ingehaald en heeft daarbij de dubbele ononderbroken witte streepmarkering overschreden.
Uit tegenovergestelde richting kwam de bestuurster van de Citroën C1. De Audi en de Citroën zijn frontaal met elkaar in aanrijding gekomen.
IV.
Een proces-verbaal Ongevalsanalyse met behulp van computersimulatie d.d. 16 januari 2018 (dossierpagina 211). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant Schoen:
Uit de gehele computersimulatie en de daarbij ingevoerde parameters bleek dat de indicatieve snelheden waarmee de voertuigen gebotst hebben de volgende zijn:
-
Audi A3 110 km/h
-
Citroën C1 80 km/h.
V.
Een schriftelijk bescheid (dossierpagina 126), inhoudende een Aanvraag ten behoeve van Toxicologisch onderzoek van bloed d.d. 29 oktober 2017. Dit geschrift houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
Naam bloedgever [verdachte]
[SIN-nummer]
Ondergetekende arts verklaart op 29/10 om 02.00 uur op de voorgeschreven wijze van bovenstaande persoon bloed te hebben afgenomen.
VI.
Een schriftelijk bescheid (dossierpagina’s 128 en 129), inhoudende een verslag van 15 november 2017 van een deskundige, te weten dr. B.E. Smink, apotheker-toxicoloog bij het NFI, zijnde een deskundige als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 4°, van het Wetboek van Strafvordering. Dit geschrift houdt onder meer in:
[SIN-nummer] Bloed van [verdachte]
Het bloed van verdachte [verdachte] is onderzocht op de aanwezigheid van ethanol en andere stoffen. Het eindresultaat van de analyse van alcohol in het bloed van verdachte [verdachte] bedraagt 1,37 milligram per milliliter.
VII.
Een proces-verbaal van verhoor (dossierpagina 56). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 29 oktober 2017 door getuige [getuige 1] ten overstaan van verbalisant Sanli afgelegde verklaring:
Op zondag 29 oktober 2017 omstreeks 00.05 uur reed ik op de Provinciale weg N246 komende uit de richting van Beverwijk, gaande in de richting van Assendelft. Ik zag in mijn binnenspiegel dat er een personenauto mijn kant op reed. Ik zag dat hij snel reed. Ik zag op mijn snelheidsmeter dat ik tachtig kilometer per uur reed. Ik denk dat hij sowieso sneller dan honderd kilometer per uur reed. Ik zag dat hij zigzaggend kwam aanrijden. Ik zag dat hij op de tegenovergestelde rijbaan ging rijden. Op die rijbaan reed een andere personenauto. Ik zag dat de personenauto die zigzaggend reed volop tegen de auto botste welke op de tegenovergestelde rijbaan reed.
VIII.
Een proces-verbaal van verhoor (dossierpagina 59 en 60). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 29 oktober 2017 door getuige [getuige 1] ten overstaan van verbalisant Bakker afgelegde verklaring:
Het was helemaal donker.
Ik heb gezien dat de koplampen van de auto die uit de richting van Assendelft kwam (de rechtbank begrijpt: het voertuig van [slachtoffer] ), brandden.
Ik zag hem (de rechtbank begrijpt: het voertuig van verdachte) achter mij. Ik zag dat de auto ineens achter mij reed. Het leek erg op bumperkleven. Ik zag de verlichting van links naar rechts bewegen. Ik zag dat de auto slingerde waardoor hij af en toe deels op de andere weghelft terechtkwam. Ik zag dat toen de tegenligger bijna ter hoogte van de neus van mijn voertuig reed, de auto die achter mij reed ineens van baan verwisselde, dus op de tegengestelde baan terechtkwam en langs mijn auto kwam rijden. Meteen op dat moment gebeurde de aanrijding naast mijn voertuig.
IX.
Een proces-verbaal van verhoor (ongenummerd). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 12 april 2018 door getuige [getuige 1] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, afgelegde verklaring:
Ik heb de lichten van de auto van de tegemoetkomende Citroën gezien. Die mevrouw reed gewoon zoals ik, 80 km/h. Tijdens het inhalen reed [verdachte] echt hard, het was echt een harde botsing. Ik denk dat hij 100 km/h of harder reed.
X.
Een proces-verbaal van verhoor (ongenummerd). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 12 april 2018 door getuige [getuige 2] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, afgelegde verklaring:
De auto voor ons (de rechtbank begrijpt: het voertuig van [slachtoffer] ) reed gewoon normaal op haar eigen baan en zij had haar verlichting aan.
De auto van [verdachte] ging zeker harder dan die van ons. Ik bedoel dat hij heel veel harder reed dan wij. Hij ging heel hard tegen haar aan.
XI.
Een proces-verbaal van verhoor (dossierpagina’s 77 en 78). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 29 oktober 2017 door getuige [getuige 3] ten overstaan van verbalisant Gorter-Van der Weide afgelegde verklaring:
Op zondag 29 oktober 2017 omstreeks 00.00 uur reed ik op de N246 in de richting van Beverwijk. Het was droog, helder, het uitzicht was goed. Op dit gedeelte van de Provincialeweg is geen openbare straatverlichting.
Ik zag aan autoverlichting dat er een auto uit tegengestelde richting kwam. Opeens zag ik dat er vanachter de tegenligger een tweede auto mijn weghelft op reed. Volgens mij moet die auto vlak achter zijn voorganger hebben gereden, anders had ik twee paar koplampen in mijn richting moeten hebben zien rijden. Toen ik die koplampen mijn weghelft op zag komen rijden, dacht ik “wat doet die nou” en gelijk zag ik “bam” een aanrijding. Ik zag een klein grijs autootje door de lucht vliegen.