ECLI:NL:GHAMS:2019:959

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2019
Publicatiedatum
22 maart 2019
Zaaknummer
23-001298-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake diefstal met eerdere veroordelingen en psychiatrische behandeling

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Saoedi-Arabië, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 28 maart 2018, waarin hij voor diefstal van drinkwaren was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig wordt verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, omdat hij in een andere strafzaak al voor een jaar in een psychiatrisch ziekenhuis is geplaatst. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw. Het hof bevestigt het vonnis van de politierechter, behalve ten aanzien van de straf en de beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging, die worden vernietigd.

Het hof overweegt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, maar dat het niet opportuun is om een straf of maatregel op te leggen, gezien zijn huidige behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis en zijn persoonlijke omstandigheden. De verdachte heeft geen verblijfsstatus in Nederland en kampt met psychiatrische en verslavingsproblematiek. Het hof wijst de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke gevangenisstraffen af, gezien de situatie van de verdachte. Het hof doet in zoverre opnieuw recht en bevestigt het vonnis voor het overige.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001298-18
datum uitspraak: 20 maart 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 maart 2018 in de strafzaak onder de parketnummers
13-032915-18 en 08-118088-17 (TUL), 02-099508-17 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren in Saoedi-Arabië op [geboortedag] 1984,
adres: [adres],
verblijvende in Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht te Balkbrug.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 maart 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de straf en de beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging; in zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Geen oplegging van straf of maatregel

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, omdat de verdachte in een andere strafzaak inmiddels bij onherroepelijk vonnis gedurende een jaar in een psychiatrisch ziekenhuis is geplaatst. De raadsvrouw heeft zich hierbij aangesloten.
Het hof heeft gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. De verdachte heeft zich in een winkel schuldig gemaakt aan diefstal van drinkwaren. Hiermee heeft hij het winkelpersoneel overlast bezorgd. Nu de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 21 februari 2019 eerder ter zake van soortgelijke zaken onherroepelijk is veroordeeld, is de oplegging van een gevangenisstraf zoals in eerste aanleg is uitgesproken in beginsel een passende en geboden reactie. Toch zal het hof daar in dit geval van afzien om de volgende reden.
Bij onherroepelijk vonnis van de rechtbank Amsterdam van 12 september 2018 is de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en voor de duur van een jaar in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst. De vorderingen tot tenuitvoerlegging die ook in onderhavige zaak aan de orde zijn, zijn daarbij afgewezen.
Krachtens dat vonnis verblijft de verdachte momenteel in Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht te Balkburg. De verdachte heeft in Nederland geen verblijfsstatus en evenmin in een ander land, en psychiatrische en verslavingsproblematiek spelen hem parten, zo volgt genoegzaam uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep. Het hof acht het niet opportuun om naast de behandeling die de verdachte thans ondergaat nog een straf of maatregel op te leggen voor het onderhavige, hem wel toe te rekenen, feit. Het hof zal acht het daarom raadzaam te bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.

Vorderingen tot tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft schriftelijk gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij onder parketnummer 08-118088-17 gewezen vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 6 november 2017 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week. Daarnaast heeft het openbaar ministerie schriftelijk gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij onder parketnummer 02-099508-17 gewezen vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 september 2017 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Beide vorderingen zijn in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Ten aanzien van beide vorderingen heeft de advocaat-generaal op de terechtzitting in hoger beroep de afwijzing gevorderd. Ook de raadsvrouw heeft het hof verzocht beide vorderingen tot tenuitvoerlegging af te wijzen.
Gelet op het door de rechtbank Amsterdam op 12 september 2018 gewezen vonnis en de actuele persoonlijke situatie van de verdachte, zoals hiervoor uiteengezet, acht het hof het aangewezen beide vorderingen tot tenuitvoerlegging af te wijzen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de straf en de beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde
geen straf of maatregelwordt opgelegd.
Wijst afde vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 13 maart 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van
6 november 2017, parketnummer 08-118088-17, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 week.
Wijst afde vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 13 maart 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 september 2017, parketnummer 02-099508-17, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. J.J.I. de Jong en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van
mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 maart 2019.
mr. B.A.A. Postma is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]