In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1953, was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en had op 10 mei 2018 opzettelijk niet voldaan aan een bevel van de burgemeester van Amsterdam om zich uit een overlastgebied te verwijderen. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw. De verdachte heeft het ten laste gelegde bekend, en het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk niet voldoen aan een wettelijk bevel. Het vonnis van de politierechter is vernietigd, en het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn langdurige verslaving aan harddrugs en de recente stabilisatie van zijn situatie. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 63 en 184 van het Wetboek van Strafrecht.