Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op of omstreeks 4 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een personenauto, daarmee rijdende over de Prinsengracht, zich zodanig, te weten zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor aan een ander, zijnde [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel, te weten kapotte kruisbanden en meniscus en een aantal kapotte spierhechtingen van de (linker) knie, in elk geval zodanig letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, werd toegebracht, bestaande dat gedrag hieruit: verdachte heeft gereden over de Prinsengracht, komende uit de richting van de Bloemgracht en gaande in de richting van de Brouwersgracht, -terwijl het donker was en/of -terwijl verdachte beginnend bestuurder was en/of -terwijl verdachte onder invloed van alcohol verkeerde, verdachte is, gekomen ter hoogte van de Noordermarkt, teneinde een parkeervak in te rijden, naar links af gaan slaan verdachte heeft zich daarbij niet, althans niet tijding en/of voldoende, vergewist en/of is zich niet, althans niet tijdig en/of voldoende, blijven vergewissen dat een bromfiets (snorfiets), waarop voornoemde [slachtoffer] als passagier gezeten was, eveneens de Prinsengracht bereed, komende uit de richting van de Brouwersgracht en gaande in de richting van de Bloemgracht, verdachte heeft vervolgens niet, althans niet tijdig en/of voldoende, afgeremd en/of is verdachte niet, althans niet tijdig en/of voldoende, uitgeweken voor die bromfiets (snorfiets), verdachte is met de door haar bestuurde personenauto tegen die bromfiets (snorfiets) aangereden en/of aangebotst waardoor aan voornoemde [slachtoffer] vorenomschreven zwaar lichamelijk letsel, in elk geval zodanig letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, werd toegebracht, terwijl bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, het alcoholgehalte van haar, verdachtes, adem 175 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, bleek te zijn; (artikel 6 Wegenverkeerswet 1994)
zij op of omstreeks 4 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een personenauto, daarmee rijdende over de Prinsengracht, zich zodanig heeft gedragen dat daardoor gevaar op die weg werd veroorzaakt, bestaande dat gedrag hieruit: verdachte heeft gereden over de Prinsengracht, komende uit de richting van de Bloemgracht en gaande in de richting van de Brouwersgracht, -terwijl het donker was en/of -terwijl verdachte beginnend bestuurder was en/of -terwijl verdachte onder invloed van alcohol verkeerde, verdachte is, gekomen ter hoogte van de Noordermarkt, teneinde een parkeervak in te rijden, naar links af gaan slaan verdachte heeft zich daarbij niet, althans niet tijding en/of voldoende, vergewist en/of is zich niet, althans niet tijdig en/of voldoende, blijven vergewissen dat een bromfiets (snorfiets), waarop [slachtoffer] als passagier gezeten was, eveneens de Prinsengracht bereed, komende uit de richting van de Brouwersgracht en gaande in de richting van de Bloemgracht, verdachte heeft vervolgens niet, althans niet tijdig en/of voldoende, afgeremd en/of is verdachte niet, althans niet tijdig en/of voldoende, uitgeweken voor die bromfiets (snorfiets), verdachte is met de door haar bestuurde personenauto tegen die bromfiets (snorfiets) aangereden en/of aangebotst; (artikel 5 Wegenverkeerswet 1994)
zij op of omstreeks 04 december 2015 te Amsterdam als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, voor het besturen waarvan een rijbewijs was vereist, terwijl sedert de datum waarop aan haar voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 (te weten: 4 maart 2013) had plaatsgevonden, dit motorrijtuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van haar adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid en aanhef onder a, van de Wegenverkeerswet 1994, 175 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn; (artikel 8 Wegenverkeerswet)
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
Bewezenverklaring
zij op 4 december 2015 te Amsterdam als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een personenauto, daarmee rijdende over de Prinsengracht, zich zodanig heeft gedragen dat daardoor gevaar op die weg werd veroorzaakt, bestaande dat gedrag hieruit:
zij op 4 december 2015 te Amsterdam als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, voor het besturen waarvan een rijbewijs was vereist, terwijl sedert de datum waarop aan haar voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 (te weten: 4 maart 2013) had plaatsgevonden, dit motorrijtuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van haar adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid en aanhef onder a, van de Wegenverkeerswet 1994, 175 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 2.000,00 (tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.