ECLI:NL:GHAMS:2019:898

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 maart 2019
Publicatiedatum
20 maart 2019
Zaaknummer
200.205.300/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van kostenveroordeling in hoger beroep tussen Scotch & Soda B.V. en My Brand c.s.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van Scotch & Soda B.V. tegen de kostenveroordeling die was uitgesproken in een eerder arrest van 19 februari 2019. Scotch & Soda, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E. Verwoert, stelde dat het eerdere arrest kennelijke fouten en omissies bevatte en verzocht om herstel. De tegenpartij, My Brand c.s., vertegenwoordigd door mr. M.C. Coops, had zich na de uitspraak onttrokken aan de procedure.

Het hof constateerde dat in de proceskostenveroordeling per abuis de partijnamen waren verwisseld. Hierdoor was Scotch & Soda ten onrechte als de voornamelijk in het ongelijk gestelde partij veroordeeld. Het hof besloot deze kennelijke fout te verbeteren. Daarnaast werd het verzoek van Scotch & Soda om te beslissen op de vordering aangaande de proceskostenveroordeling in eerste aanleg afgewezen, omdat het hof al op die vordering had beslist.

In de beslissing werd Scotch & Soda veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van My Brand c.s. waren begroot op € 797,81 aan verschotten en € 8.000 voor salaris. Het hof verbeterde het eerdere arrest zodat nu correct werd vermeld dat My Brand c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep werd veroordeeld. Het verzoek tot verbetering en/of aanvulling voor het overige werd afgewezen. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 maart 2019.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I IE
zaaknummer : 200.205.300/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/600646 HAZA 16/46
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 maart 2019
inzake
SCOTCH & SODA B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
appellante,
advocaat: mr. M.E. Verwoert te Amsterdam,
tegen

1.ZIA MARIA B.V.,

gevestigd te Zaandam,
2.
MY BRAND DETAIL DEN HAAG B.V,
gevestigd te Den Haag,

3. MY BRAND DETAIL B.V,

gevestigd te Amsterdam
geïntimeerden,
advocaat: mr. M.C. Coops te Amsterdam (onttrokken)

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Scotch & Soda en My Brand c.s. (in vrouwelijk enkelvoud) genoemd.
Het hof heeft in deze zaak op 19 februari 2019 een arrest uitgesproken. Bij faxbericht/brief van 22 februari 2019 en 11 maart 2019 heeft mr. Verwoert zich namens partij Scotch & Soda op het standpunt gesteld dat het arrest kennelijke fouten en/of omissies bevat en herstel daarvan verzocht. Mr. Coops heeft zich aan de zaak onttrokken na de uitspraak.

2.Beoordeling

In de proceskostenveroordeling zijn, zoals mr. Verwoert terecht schrijft, per abuis de partijnamen verwisseld, zodat niet My Brand c.s. als de voornamelijk in het ongelijk gestelde partij maar, abusievelijk, Scotch & Soda in de kosten is veroordeeld.
Het hof zal voornoemde kennelijke fout daarom verbeteren.
Voor zover wordt geklaagd over het nalaten te beslissen op de vordering aangaande de proceskostenveroordeling in eerste aanleg miskent mr. Verwoert dat op die vordering is beslist. Het hof heeft immers het vonnis, na gedeeltelijke vernietiging, voor het overige bekrachtigd en voorts het meer of anders gevorderde afgewezen.
Er is dus geen sprake van een fout of een omissie zodat het verzoek in zoverre wordt afgewezen.

3.Beslissing

Het hof:
verbetert het in deze zaak op 19 februari 2019 uitgesproken arrest aldus dat in plaats van
veroordeelt Scotch & Soda in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van My Brand c.s. begroot op € 797,81 aan verschotten en € 8.000 voor salaris;
wordt gelezen:
veroordeelt My Brand c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Scotch & Soda begroot op € 797,81 aan verschotten en € 8.000 voor salaris;
stelt de verbetering op de minuut van dat arrest.
wijst het verzoek tot verbetering en/of aanvulling voor het overige af.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, D. Kingma en J.F. Aalders, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2019.