In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van Scotch & Soda B.V. tegen de kostenveroordeling die was uitgesproken in een eerder arrest van 19 februari 2019. Scotch & Soda, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E. Verwoert, stelde dat het eerdere arrest kennelijke fouten en omissies bevatte en verzocht om herstel. De tegenpartij, My Brand c.s., vertegenwoordigd door mr. M.C. Coops, had zich na de uitspraak onttrokken aan de procedure.
Het hof constateerde dat in de proceskostenveroordeling per abuis de partijnamen waren verwisseld. Hierdoor was Scotch & Soda ten onrechte als de voornamelijk in het ongelijk gestelde partij veroordeeld. Het hof besloot deze kennelijke fout te verbeteren. Daarnaast werd het verzoek van Scotch & Soda om te beslissen op de vordering aangaande de proceskostenveroordeling in eerste aanleg afgewezen, omdat het hof al op die vordering had beslist.
In de beslissing werd Scotch & Soda veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van My Brand c.s. waren begroot op € 797,81 aan verschotten en € 8.000 voor salaris. Het hof verbeterde het eerdere arrest zodat nu correct werd vermeld dat My Brand c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep werd veroordeeld. Het verzoek tot verbetering en/of aanvulling voor het overige werd afgewezen. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 maart 2019.