ECLI:NL:GHAMS:2019:746

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 maart 2019
Publicatiedatum
7 maart 2019
Zaaknummer
200.224.147/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een transportgoederenverzekering en de dekking bij schade door temperatuurinvloeden tijdens gecombineerd vervoer

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Kapiteyn B.V. tegen verschillende verzekeraars naar aanleiding van schade aan calla's die zijn ontstaan door blootstelling aan te lage temperaturen tijdens het transport. Kapiteyn had een transportgoederenverzekering afgesloten en claimde schadevergoeding van € 418.787,42, terwijl de verzekeraars slechts € 150.000,00 uitkeerden, het maximum verzekerd bedrag per gelegenheid. De rechtbank had eerder de vorderingen van Kapiteyn afgewezen, en het hof moest nu beoordelen of de schade als gevolg van meerdere voorvallen kon worden gezien of dat het ging om één zending die onder de dekking viel. Het hof oordeelde dat de schade aan de calla's was ontstaan door één en dezelfde oorzaak op dezelfde locatie, waardoor de dekking beperkt bleef tot eenmaal de verzekerde som. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de vorderingen van Kapiteyn af, met veroordeling van Kapiteyn in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.224.147/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/615355 / HA ZA 16-953
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 maart 2019
inzake
KAPITEYN B.V.,
gevestigd te Breezand,
appellante,
advocaat: mr. M.P.C. Radović te Amsterdam,
tegen:

1.HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V.,

gevestigd te Rotterdam,
2.
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd Zoetermeer,
3.
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
4.
de rechtspersoon naar het recht van het Verenigd Koninkrijk,
AIG EUROPE LIMITED,
gevestigd te London, Verenigd Koninkrijk,
geïntimeerden,
advocaat: mr. V.R. Pool te Rotterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Kapiteyn en verzekeraars genoemd.
Kapiteyn is bij dagvaarding van 22 september 2017 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 28 juni 2017, onder het hierboven genoemde zaak-/rolnummer gewezen tussen haar als eiseres en verzekeraars als gedaagden.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 14 januari 2019 doen bepleiten, Kapiteyn door mr. Radović, voornoemd en mr. S.A. Willigenburg, advocaat te Amsterdam, en verzekeraars door mr. R. de Haan, advocaat te Rotterdam, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Kapiteyn heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en bij arrest - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog haar vorderingen zal toewijzen, met veroordeling van verzekeraars in de proceskosten, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente.
Verzekeraars hebben geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met veroordeling - uitvoerbaar bij voorraad - van Kapteyn in de proceskosten, vermeerderd met nakosten.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.6 een aantal feiten opgesomd die tussen partijen vaststaan. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil, zodat het hof daarvan als vaststaand zal uitgaan. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.
Kapiteyn exploiteert een bedrijf dat zich onder andere bezighoudt met het ontwikkelen, telen en verhandelen van bloembollen.
2.2.
Op 28 februari 2014 heeft Kapiteyn via assurantiemakelaar Raetsheren van Orde B.V. een doorlopende ‘Transportgoederenverzekering’ (hierna: de verzekering) gesloten met verzekeraars. Op de verzekering zijn onder andere van toepassing de Algemene Voorwaarden Transport Goederen RvO 2006 (hierna: de algemene voorwaarden). Daarin is onder meer het volgende bepaald:

artikel 11 verzekerd bedrag/maximum per gelegenheid:
(…)
11.1
Het onder ‘Maximum per gelegenheid’ op het polisblad genoemde bedrag vormt het maximum verzekerd bedrag voor alle verzekerde zaken tezamen welke zich gelijktijdig in hetzelfde vervoermiddel bevinden. Wordt dit bedrag overschreden dan zijn verzekeraars slechts pro rata gehouden tot schadevergoeding.
(…)
artikel 13 locatieclausule (alleen van toepassing bij vervoer van zaken over zee):
(…)
Voor iedere schade of serie van schaden door één en dezelfde oorzaak ontstaan op enige locatie, niet zijnde enig vervoermiddel, gedurende de verzekerde reis, zullen verzekeraars tot ten hoogste het hiervoor in de polis genoemde bedrag, als premier-risque aansprakelijk zijn.
(…)
artikel 16 clausule overschrijding maximum:
(…)
Indien de waarde van een zending per één en dezelfde gelegenheid het bij de polis verzekerde maximum overschrijdt, dan vergoeden verzekeraars in verhouding van de verzekerde som tot de volle waarde, tenzij vóór de afzending met verzekeraars een regeling omtrent de verzekering van het meerdere is getroffen of tenzij het meerdere elders verzekerd is, in welk geval verzekeraars het risico lopen in gemeenschap met de elders gesloten verzekering(en).”
2.3.
Begin 2015 heeft Kapiteyn een overeenkomst gesloten met Denkers Shipping B.V. (hierna: Denkers) als expediteur om het transport van calla’s te verzorgen naar twaalf verschillende afnemers in de Verenigde Staten van Amerika. Denkers heeft in het kader van deze overeenkomst, die strekte tot gecombineerd vervoer, het transport van de calla’s geregeld van Breezand naar Le Havre, de zeereis naar New York en het aansluitende wegvervoer in de Verenigde Staten. In de overeenkomst met Denkers is bepaald dat de calla’s op een temperatuur van 17 graden Celsius moeten worden vervoerd.
2.4.
De calla’s zijn in twee geïsoleerde en temperatuur gereguleerde
reefer containersverscheept. Denkers heeft Plant Express LLC (hierna: Plant Express) ingeschakeld om in de Verenigde Staten het wegtansport te verzorgen naar de verschillende afnemers. Nadat de containers in de bestemmingshaven waren aangekomen, zijn deze namens Plant Express bij de containerterminal in ontvangst genomen door Bilkays Express Company (hierna: Bilkays). De eerste container is op donderdag 12 februari 2015 ontvangen en de lading daarvan is gelost bij Bilkays. De calla’s zijn opgeslagen in een niet-temperatuur gereguleerde opslagruimte van Bilkays. De tweede container is op vrijdag 13 februari 2015 op een oplegger van een vrachtwagencombinatie aangekomen op het terrein van Bilkays. De oplegger met daarop de container is van de vrachtwagen losgekoppeld en in de buitenlucht op het terrein van Bilkays blijven staan. De calla’s in deze container zijn op maandag 16 februari 2015 gelost.
2.5.
De calla’s zijn beschadigd geraakt doordat zij gedurende het verblijf bij Bilkays zijn blootgesteld aan een te lage temperatuur. De calla’s moesten uiteindelijk worden vernietigd. Kapiteyn heeft haar totale schade als gevolg van de beschadiging van de calla’s berekend op € 418.787,42.
2.6.
Op het polisblad van de verzekering is vermeld dat het maximum verzekerd bedrag voor zaken, zoals calla’s, € 150.000,00 per gelegenheid tijdens transport bedraagt.
2.7.
Kapiteyn heeft voor de ontstane schade aanspraak gemaakt op dekking onder de verzekering. Verzekeraars hebben totaal een bedrag van € 165.000,00 uitgekeerd. Van dit bedrag heeft € 150.000,00 betrekking op het verlies van de calla’s.

3.Beoordeling

3.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de schade aan de calla’s is ontstaan gedurende de verzekerde reis, zoals dit begrip is gedefinieerd in de algemene voorwaarden, zodat verzekeraars zijn gehouden dekking te verlenen in verband met de ontstane schade. Evenmin staat ter discussie dat op grond van de artikelen 11 en 13 van de algemene voorwaarden (zie 2.2) de dekking voor schade per gelegenheid of per locatie is beperkt tot € 150.000,00. Het geschil ziet op de hoogte van het bedrag dat verzekeraars moeten uitkeren.
3.2.
Samengevat weergegeven stelt Kapiteyn dat zich in dit geval twee schadevoorvallen hebben voorgedaan, zodat verzekeraars zijn gehouden in verband met de beschadigde calla’s twee maal de verzekerde som van € 150.000,00 uit te keren. Verzekeraars menen daarentegen dat het gaat om één zending calla’s waarop de genoemde maximale verzekerde som van toepassing is en verder dat de schade op één locatie door één en dezelfde oorzaak is ontstaan. Verzekeraars vinden daarom dat zij aan hun uitkeringsverplichting hebben voldaan door in verband met de beschadigde calla’s € 150.000,00 uit te keren.
3.3.
De rechtbank heeft het op artikel 13 van de algemene voorwaarden gebaseerde standpunt van verzekeraars gevolgd. De vorderingen van Kapiteyn zijn afgewezen. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Kapiteyn met haar grieven op.
3.4.
Bij de beoordeling van dit dekkingsgeschil komt het aan op de uitleg van de verzekering. De verzekering is door de door Kapiteyn ingeschakelde makelaar samengesteld uit verschillende algemene en bijzondere polisvoorwaarden volgens een bepaald model. Over de tekst van dergelijke voorwaarden wordt in de regel niet onderhandeld. Daarom geldt als uitgangspunt voor de uitleg van de verzekering dat deze met name afhankelijk is van objectieve factoren zoals de bewoordingen waarin de relevante bepalingen zijn gesteld, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel (HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793). Dit uitgangspunt zou uitzondering kunnen lijden als de verzekeraar en de verzekeringnemer over concrete, voor het geschil relevante onderdelen van de tekst van de verzekering wel overleg hebben gehad en/of als daarover onderhandelingen hebben plaatsgevonden. Niet is gesteld of gebleken dat dit het geval is geweest. Bij de uitleg van een schriftelijk contract zijn telkens van beslissende betekenis alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen (HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2687).
3.5.
Volgens Kapiteyn komt verzekeraars geen beroep toe op de beperkingen in artikel 11 en 13. In het voorliggend geval doet zich de uitzondering “op enige locatie, niet zijnde enig vervoermiddel” van artikel 13 van de algemene voorwaarden voor, omdat een deel van de calla’s zich in een container bevond die op een oplegger stond. Dat is volgens haar een locatie die kwalificeert als vervoermiddel. De beperking van de dekking tot éénmaal de verzekerde som zoals die volgt uit deze bepaling is daarom volgens Kapiteyn niet van toepassing. De calla’s bevonden zich evenmin alle in hetzelfde vervoermiddel, zodat ook de beperking van artikel 11 van de algemene voorwaarden in dit geval toepassing mist, aldus Kapiteyn.
3.6.
Verzekeraars stellen dat bij het door Kapiteyn met Denkers overeengekomen transport onderverzekering aan de orde was. Het ging blijkens de vervoersovereenkomst om één zending calla’s die slechts vanwege de omvang daarvan over twee containers werd verdeeld. Zo bevonden de containers zich tijdens het zeevervoer gelijktijdig in hetzelfde vervoermiddel en was de dekking beperkt tot de verzekerde som van € 150.000,00. Volgens verzekeraars is het niet mogelijk dat Kapiteyn door één partij over twee containers te verdelen twee ‘gelegenheden’ in de zin van de polisvoorwaarden kan creëren en op die manier tweemaal aanspraak kan maken op de verzekerde som. De verzekering voorziet met artikel 16 van de algemene voorwaarden in de mogelijkheid dat als een zending bij een gelegenheid een hogere waarde heeft dan de verzekerde som, het meerdere voorafgaand aan het transport kan worden bijverzekerd. Van die mogelijkheid heeft Kapiteyn geen gebruik gemaakt. Verder beroepen verzekeraars zich op de locatieclausule (artikel 13 van de algemene voorwaarden) en bestrijden zij de door Kapiteyn voorgestane uitleg en strekking daarvan.
3.7.
Het hof is van oordeel dat artikel 11 en 13 van de algemene voorwaarden blijkens de bewoordingen daarvan en gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel, de strekking hebben de omvang van het verzekerd risico te concentreren en de dekking onder de verzekering voor de verzekerde zaken te beperken tot de verzekerde som. Op grond van artikel 11 is de dekking voor alle verzekerde zaken welke zich gelijktijdig in hetzelfde vervoermiddel bevinden beperkt tot de verzekerde som. Op vergelijkbare wijze wordt op grond van artikel 13 de dekking voor de schade die door één en dezelfde oorzaak ontstaat op enige locatie, niet zijnde enig vervoermiddel, beperkt tot de verzekerde som.
3.8.
Op het moment dat de calla’s zijn beschadigd door de blootstelling aan een te lage temperatuur, bevonden deze zich alle op het terrein van Bilkays. Uit de stellingen van Kapiteyn volgt dat Bilkays was ingeschakeld voor het zogenaamde
cross-docking: het uitladen van goederen uit het ene vervoermiddel en het inladen in het andere vervoermiddel. Bilkays diende de calla’s uit de twee
reefer containerswaarin zij over zee waren verzonden, over te laden naar andere
reefer containerswaarmee de calla’s naar de twaalf afnemers in de Verenigde Staten moesten worden vervoerd. De eerste container is op donderdag 12 februari 2015 aangekomen bij Bilkays, de tweede container is op vrijdag 13 februari 2015 op een oplegger van een vrachtwagencombinatie aangekomen op het terrein van Bilkays. Meestal geschiedt het overladen dezelfde of de volgende dag, maar in dit geval waren er voor het verder transport geen
reefer containersbeschikbaar tot maandag 16 februari 2015. Bilkays heeft de eerste container uitgeladen en de calla’s opgeslagen in een niet-temperatuur gereguleerde opslagruimte. De tweede container is niet uitgeladen en gedurende het weekend op een oplegger in de buitenlucht blijven staan. Deze container is niet op het stroomnetwerk aangesloten, terwijl het buiten hard vroor. De calla’s zijn enkele dagen later naar de eindbestemmingen vervoerd. De afnemers hebben vervolgens geconstateerd dat de calla’s ernstig waren beschadigd.
3.9.
Het hof is van oordeel dat een oplegger als zodanig, dus zonder trekker, geen zelfstandig vervoermiddel is. Verder werd de oplegger met daarop de container op het moment van het ontstaan van de schade niet als vervoermiddel gebruikt. De gehele zending calla’s was in wezen in het kader van het proces van
cross-dockingop het terrein van Bilkeys gestald in afwachting van het verdere transport. In het licht van deze omstandigheden kunnen verzekeraars een beroep doen op de beperking van de dekking op grond van de locatieclausule. Alle calla’s zijn gedurende de tijd dat deze zich op het terrein van Bilkays bevonden in afwachting van het verdere transport door één en dezelfde oorzaak beschadigd, namelijk door de blootstelling aan een te lage temperatuur als gevolg van het feit dat de instructie om de calla’s op een temperatuur van 17 graden Celsius te vervoeren tijdens de
cross-dockingop de locatie bij Bilkays niet werd opgevolgd. Dat de verzekerde zaken zich op deze locatie deels in een opslagruimte en deels in een container op een oplegger bevonden en op verschillende tijdstippen op deze locatie zijn aangekomen, doet daar niet aan af. Daarmee komt het hof tot dezelfde conclusie als de rechtbank. Het hoger beroep is vergeefs ingesteld. Het overige dat partijen hebben aangevoerd hoeft niet afzonderlijk te worden besproken.
3.10.
De grieven falen. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. Kapiteyn zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Kapiteyn in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van verzekeraars begroot op € 5.200,00 aan verschotten, € 9.483,00 voor salaris advocaat en op € 157,00 voor nasalaris, te vermeerderen met € 82,00 voor nasalaris en met de kosten van het betekeningsexploot, ingeval niet binnen veertien dagen is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Hoekzema, A.W.H. Vink en A.J. Akkermans en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2019.