ECLI:NL:GHAMS:2019:688

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 februari 2019
Publicatiedatum
5 maart 2019
Zaaknummer
23-002032-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugwijzing door de Hoge Raad; aanvullende bewijsoverweging schuldheling; strafoplegging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor verschillende strafbare feiten, waaronder diefstal en heling. De Hoge Raad had eerder het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen voor herbehandeling. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van een tenlastelegging van diefstal van een navigatiesysteem. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling van horloges en andere goederen, en heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar is wel veroordeeld voor de feiten die onder 7 subsidiair en 8 zijn bewezen verklaard. De strafoplegging is vastgesteld op 22 maanden gevangenisstraf, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Het hof heeft ook de in beslag genomen goederen verbeurd verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van inbraak en heling, en de impact daarvan op slachtoffers.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002032-17
datum uitspraak: 27 februari 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen -na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 30 mei 2017- op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 augustus 2015 in de strafzaak onder parketnummer 13-680027-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
adres: [adres 1].

Procesgang

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het – onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 primair, 7 subsidiair, 8 en 10 ten laste gelegde – veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 30 mei 2017 het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan en de verdachte voor het onder 1, 3, 4, 5, 7 subsidiair, 8 en 10 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 1 april 2016 het bestreden arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd doch uitsluitend wat betreft de ten aanzien van het onder 7 en 8 tenlastegelegde gegeven beslissingen en de strafoplegging en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen teneinde deze in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door de rechtbank Amsterdam vrijgesproken van de aan hem onder 7 primair en subsidiair (impliciet cumulatief) tenlastegelegde diefstal dan wel opzet en/of schuldheling van een navigatiesysteem van het merk TomTom. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 februari 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover thans nog aan de orde, ten laste gelegd dat:
7
primair:
(gevoegde zaak 738080-13, zaaksdossier 4) hij op of omstreeks 13 september 2013 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan het [adres 2]) heeft weggenomen een of meerdere electronische apparaten (waaronder een navigatiesysteem merk Tomtom en/of een laptop merk HP en/of een of meerdere mobiele telefoons merken LG/Nokia/Blackberry/HTC) en/of een of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s) (waaronder een witgouden ring en/of een horloge merk Adee Kaye en/of meerdere horloges merk Profuomo) en/of een schoudertas (merk Profuomo), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door het slot van de deur van voornoemde woning te forceren;
7 subsidiair:
hij op of omstreeks 17 december 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, twaalf, althans een of meerdere, horloge(s) (merken Adee Kaye en/of Profuomo en/of Simon Carter en/of imitatie Rolex en/of Longine Grande en/of Elysee en/of hUGH) en/of een schoudertas (merk Profuomo) en/of een navigatiesysteem (merk Tomtom) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
8:
(gevoegde zaak 738080-13, zaaksdossier 5) hij op 17 december 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een grote hoeveelheid, althans een of meerdere, horloges (onder andere merken Esprit en/of Seiko en/of KLM en/of met logo RST) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is, zoals door de advocaat-generaal is gevorderd, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 7 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Bewijsoverweging ten aanzien van de feiten 7 subsidiair en 8

De verdachte woonde op het adres [adres 3]. In beginsel kan er van uitgegaan worden dat degene die in een woning leeft ervan op de hoogte is welke voorwerpen zich daar bevinden, tenzij er aanwijzingen zijn voor het tegendeel.
De voorwerpen, voornamelijk horloges, zijn aangetroffen in een kast waarin zich ook inbrekerswerktuigen bevonden alsmede hasj en voorgedraaide joints (zaaksdossier 2 bladzijde 23). De verdachte heeft bekend dat hij die hasj en die joints opzettelijk aanwezig had in zijn woning (proces-verbaal zitting rechtbank Amsterdam op 5 augustus 2015 bladzijde 3). Daarmee is het, mede in het licht van het voorgaande, niet aannemelijk dat de verdachte niet wist dat de tenlastegelegde gestolen goederen zich in de kast bevonden.
Gelet op de hoeveelheid dure horloges die in een witte plastic tas dan wel in een horlogebox zaten had de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de horloges redelijkerwijs kunnen vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren. Gesteld noch gebleken is dat de verdachte onderzoek heeft verricht naar de herkomst van deze horloges. Nu hij niet tot nader onderzoek is overgegaan, is de verdachte in grote mate tekortgeschoten in zijn onderzoekplicht.
Partiële vrijspraak feit 7 subsidiair
Vorenstaande geldt evenwel niet voor de tenlastegelegde schoudertas (merk Profuomo). De stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting bieden onvoldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat de verdachte, bijvoorbeeld vanwege de aard van het goed, bij het voorhanden krijgen van deze schoudertas onderzoek naar de herkomst hiervan had moeten doen.
Nu niet is komen vast te staan dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de schoudertas wist dan wel moest vermoeden dat deze schoudertas uit misdrijf afkomstig was, zal de verdachte van dit onderdeel van het onder 7 subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 7 subsidiair en 8 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
7 subsidiair:
hij op 17 december 2013 te Amsterdam, twaalf, althans een of meerdere, horloges (merken Adee Kaye en Profuomo en Simon Carter en imitatie Rolex en Longine Grande en Elysee en hUGH) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
8:
hij op 17 december 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een grote hoeveelheid, althans een of meerdere, horloges (onder andere merken Esprit en/of Seiko en/of KLM en/of met logo RST) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Hetgeen onder 7 subsidiair en 8 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen in bijlage I van dit arrest zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 7 subsidiair en 8 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 7 subsidiair en 8 bewezen verklaarde levert op:
Schuldheling, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 7 subsidiair en 8 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 primair, 7 subsidiair, 8 en 10 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 24 maanden met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 3, 4, 5, 6 primair, 7 subsidiair, 8 en 10 bewezen verklaarde, respectievelijk ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden.
Het hof heeft in hoger beroep de ter zake van de bij arrest van het hof van 30 mei 2017 en van dit arrest bewezen verklaarde feiten op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan inbraak en poging tot inbraak. De verdachte heeft met het plegen van deze strafbare feiten schade toegebracht. Deze feiten zijn dan ook zeer hinderlijk voor slachtoffers en veroorzaken veel overlast. Bovendien is een inbraak in iemands woning een ernstige inbreuk op diens levenssfeer. Slachtoffers hiervan ervaren een groot gevoel van onveiligheid. Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een forse hoeveelheid verdovende middelen. Dat zijn voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen. De verdachte had een zodanig grote hoeveelheid voorhanden dat die zich leende voor verdere verspreiding. Voorts heeft de verdachte een grote hoeveelheid gestolen voorwerpen voorhanden gehad. Door gestolen goederen te helen, heeft de verdachte mede bijgedragen aan de instandhouding van vermogenscriminaliteit. Ten slotte heeft de verdachte een politieagent in functie beledigd en daarmee het respect dat deze agent in de uitoefening van zijn werk verdiende met voeten getreden.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 5 februari 2019 is de verdachte eerder onherroepelijk veroordeeld, onder andere ter zake van inbraken en heling, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Beslag
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen behoren aan de verdachte toe. Zij zijn tot het begaan van misdrijven als het onder 1 en 3 tenlastegelegde en bewezen verklaarde bestemd. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 33, 33a, 45, 57, 63, 266, 267, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 7 primair en subsidiair ten laste gelegde diefstal dan wel opzet- of schuldheling van een navigatiesysteem van het merk TomTom.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 7 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 7 subsidiair en 8 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 7 subsidiair en 8 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
100 1.00 STK gereedschap 255489 (Cross pick);
101 1.00 STK Slotentrekker 258888;
102 1.00 STK Boormachine MAKITA 255485;
103 1.00 STK Gereedschap 255499 (hit-schroevendraaier);
107 1.00 STK Muts 255501 (muts/pet van het merkt Thinsulate Fostex);
108 1.00 STK Gereedschap GRIFFON 255490 (Griffon Slotspray);
110 1.00 STK Handschoen 255500;
111 21.00 STK Gereedschap 255495 (Torx schroeven);
113 1.00 STK Gereedschap 255496 (Schroefgereedschap);
114 3.00 STK Gereedschap;
3A 1.00 DVS papier met diverse adressen 255338;
11A 1.00 STK Slot 255387; cilinderslot;
12A 1.00 STK Slot 255388; cilinderslot;
35A 1.00 STK Gereedschap 255449; staal met ketting;
36A 1.00 KST Kist MAKITA 255452; inhoud div boren en bitjes;
37A 1.00 STK Administratie 255511 lijst met adressen;
38A 1.00 STK Administratie 255528 lijst met adressen;
41A 1.00 STK Zaklantaarn 255635.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
104 1.00 STK Tas LATUESEED 255486;
105 1.00 STK Pen 255488 tscratch pen);
106 2.00 STK Handschoen Kl:Zwart GAMMA 2 5 55 02;
109 1.00 STK Gereedschap DINO 258895 (drie-tand);
1. STK tas kl: zwart Fratelllo 255327;
4A 1 DVS document 255345; diverse documenten met administratie;
13A 1 STK notitieblok 255389;
14A 6 STK sleutel 255390; plastic bak met 6 sleutels;
22A 1 STK tas kl: blauw, Tanbright 255399; 30A 1 STK sleutel Bruynzeel 255409;
32A 1 STK medicijn 255411; oogdruppels;
39A 1 STK schrijfblok 255586;
40A 1 STK contract Europcar 255589; huurcontract.
Gelast de
teruggaveaan [naam] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. STK pas ABN AMRO 255624 (op naam van [naam]).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
42 1.00 PAR niet op echt geld lijkend 255419 (meerder coupures chinees geld (10.000doll);
44 1.00 STK Medaille Kl:goud 255648;
45 1.00 STK Geld Vals (offergeld) HAEVEN BANK 255650 (10000);
46 1.00 STK Horloge K1:blauw BORSTN 255651;
47 1.00 STK Hanger K1:goud BANKOK olifant 255652;
48 1.00 STK Armband K1:goud bedel 255655 (met bedel vorm hartje);
49 1.00 STK Armband Kl:goud 255656;
50 1.00 STK Armband K1:goud 255657;
51 1.00 STK horloge kl: goud 255658;
52: 1.00 STK hanger kl: goud Buddha 255659;
54: 1.00 STK armband kl: goud bedesl 255662.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
2A 7.00 STK Niet te definiëren goederen 2X PORTEMONNEE 255329; louis Vuitton/Burberry/DLNY; 5A 1.00 STK Horloge MICHEL KORS 255346;
6A 1.00 STK Horloge CHOPARD 25 5347;
7A 1.00 STK Horloge LAREX 255348;
8A 1.00 STK Horloge LAREX 255349;
9A 1.00 STK Horloge LAREX 255350;
10A 1.00 STK Horloge D&G 255351;
16A 1 STK horloge Chanel 255393;
17A 1.00 STK Horloge ARMANI 255394;
18A 1.00 STK Horloge GUESS 255395;
19A 1.00 STK Horloge BREITLING 255396;
20A 1.00 STK Horloge ROLEX 255397;
21A 1.00 STK Horloge ROLEX 255398;
23A 1.00 STK Halsketting Kl:zilverkl 255400; met hanger;
24A 1.00 STK Manchetknoop 255402;
25A 1.00 STK Halsketting Xl:goudkl 255403; met hanger tekst love;
26A 1.00 STK Hanger Kl:zilverkl 255404; vorm van een hartje;
27A 1.00 STK Oorbel Xl:goudkl 255405;
28A 1.00 STX Armband 255406; met stenen;
29A 1.00 STK Halsketting K1:goudkl 255407; met hanger tekst lisah;
31A 1.00 STK Armband 255410; plastic armband;
33A 7.00 STK Zak K1:roodkl 255415; inhoud meerdere bedels;
53 1.00 STK halsketting kl: goud (kettingsleutelhanger) 255660;
55 1.00 STK tas Kruidvat 256836;
112 1.00 STK sleutelbos (Suzuki) 255584 (zwartleren sleutelhoes inhoud: 8 sleutels);
115: 1.00 STK computer kl: zwart Fratello. .
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. P.C. Römer, in tegenwoordigheid van mr. M.C.W. van der Voort, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 februari 2019.
Mr. P.C. Römer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Bijlage I
Ten aanzien van het onder 7 subsidiair en 8 bewezenverklaarde:
1. Het hof neemt over de bewijsmiddelen zoals vermeld in de aanvulling verkort vonnis waarvan beroep onder de nummers 22, 23 en 25 met dien verstande dat
 onder bewijsmiddel 23 niet opgenomen wordt “aan de kapstok” maar in plaats daarvan “in kast” (zaaksdossier 2 pagina 23);
 onder bewijsmiddel 23 het eerste gedachtestreepje niet overgenomen wordt;
 onder bewijsmiddel 23 niet opgenomen wordt onder het tweede gedachtestreepje “Fossil”;
 onder bewijsmiddel 25 niet opgenomen wordt “4667147 HERENTAS”.
2. Een proces-verbaal met bijlage met nummer 2013125826 tan 19 december 2013 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] [zaaksdossier 2 doorgenummerde pagina’s 20 tot en met 33].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van
verbalisant:
Doorzoeking woning [adres 3]
In kast:
 witte plastic tas met daarin 22 horloges van verschillende merken, waaronder Louis Vuitton, Seiko, Omega etc.
 zwarte horlogebox, merk windrose, met daarin 9 horloges van verschillende merken waaronder Louis Vuitton;
 blauwe plastic tas met daarin meerdere kleine gripzakjes met daarin vermoedelijk wiet en hasj;
 doorzichtige plastic tas met daarin meerdere voorgedraaide joints (vermoedelijk wiet);
 witte plastic tas met daarin kleine gripzakjes met daarin vermoedelijk (Thai) hasj;
 doorzichtige plastics tas met daarin meerdere kleine gripzakjes met daarin vermoedelijk hashj en opschrift “140x jam”
3. De verklaring van de
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 5 augusttis 2015.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het is juist dat ik op 17 december 2013 in mijn woning aan de [adres 3] opzettelijk aanwezig heb gehad meerdere zakjes bevattende 1209 gram hennep, meerdere zakjes bevattende 1348 gram hasjiesj, sigaretten bevattende hennep, 64 sigaretten bevattende hasjiesj en 19,9 gram tetrahydrocannabinol.
Ten aanzien van het onder 7 subsidiair bewezenverklaarde:
4. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met registratienummer PL13EQ-2013125826-48, opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2], registratiedatum 18 december 2013 (dossier beslag en methodieken).
Dit verslag houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdens doorzoeking van de woning [adres 3] op 17 december 2013 plastic tas inhoudende 22 horloges aangetroffen in de halkast.
Volgnummer 2, 1 horloge Elysee, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 4, 1 horloge Simon Cartier, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 10, 1 horloge Profliorno Benedetto, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 11, 1 horloge Profuomo Vanni, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 13, 1 horloge Profuomo loatm, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 14, 1 horloge Proftiomo Emilio, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 15, 1 horloge Profuomo, herkend door aangever [slachtoffer 1]. feit 7.
Volgnummer 16, 1 horloge Profuomo Casimiro, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 18, 1 horloge Rolex, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 19, 1 horloge Swatch, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
Volgnummer 23, 1 horloge Hugh, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
5. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met registratienummer PL13EQ-2013125826-41, opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] registratiedatum 17 december 2013 (dossier beslag en methodieken).
Dit verslag houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdens doorzoeking van de woning [adres 3] op 17 december 2013 op wit tafeltje aangetroffen 1 horloge, Longines, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
6. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met registratienummer PL13EQ-
2013125826-41, opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2], registratiedatum 17 december 2013 (dossier beslag en methodieken).
Dit verslag houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdens doorzoeking van de woning [adres 3] op 17 december 2013 bruin leren tas aangetroffen in de hal kast, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
7. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met registratienummer PL13EQ-
2013125826-41, opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3]
registratiedatum 17 december 2013 (dossier beslag en methodieken).
Dit verslag houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdens doorzoeking van de woning [adres 3] op 17 december 2013 op wit tafeltje aangetroffen 1 horloge, Adee Kaye, herkend door aangever [slachtoffer 1], feit 7.
8. Het hof neemt over de bewijsmiddelen zoals vermeld in de aanvulling verkort vonnis waarvan
beroep onder nummer 24, met dien verstande dat:
de woorden “waarbij onder meer een lederen schoudertas van Profuomo” en “4667147 schoudertas merk Profuomo” niet opgenomen wordt.
Ten aanzien van het onder 8 bewezenverklaarde:
9. Het hof neemt over de bewijsmiddelen zoals vernield in de aanvulling verkort vonnis waarvan beroep onder de nummers 26, 27 en 28.
10. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met registratienummer PL13EQ-2013125826-42, opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] registratiedatum 17 december 2013 (dossier beslag en methodieken).
Dit verslag houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdens doorzoeking van de woning [adres 3] op 17 december 2013 zwartkleurig kastje aangetroffen in de halkast met daarin 9 horloges.
Volgnummer 2, 1 horloge Esprit.
Volgnummer 8, 1 horloge KLM.
Volgnummer 10, 1 horloge Seiko.
=========================================================================
[…]