ECLI:NL:GHAMS:2019:658
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep echtscheiding en nevenvoorzieningen met betrekking tot gebruik echtelijke woning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarbij de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken, maar de nevenvoorzieningen zijn afgesplitst. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft verzocht om het voortgezet gebruik van de echtelijke woning gedurende zes maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De man, verweerder in hoger beroep, heeft verzocht de vrouw niet ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep en de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof overweegt dat de vrouw in eerste aanleg geen verzoek om het voortgezet gebruik van de woning heeft ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat het hof tegelijkertijd beslist op de echtscheiding en de nevenvoorzieningen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de vrouw af. Tevens wordt de vrouw in de kosten van het hoger beroep veroordeeld, omdat zij nodeloos in hoger beroep is gekomen.