Uitspraak
mr. M. Woltersen
mr. M. Hurks, beiden kantoorhoudende te [....] ,
1.[E] ,
[F],
mr. P.D. Oldenen
mr. L.D.N. de Baar, beiden kantoorhoudende te [....] .
Het verloop van het geding
- verzoekster met [A] ;
- verweersters elk afzonderlijk met [B] , [C] en [D] en gezamenlijk met [G] ;
- belanghebbenden ieder afzonderlijk met [E] en [F] en gezamenlijk met [H]
2.De feiten
Artikel 5.(…)
Het boekjaar van de vennootschap valt samen met het kalenderjaar.
TEN TWEEDE (…)
“(…) Ook wil ik je hierbij laten weten, zoals ik al eerder op email heb gedaan ten tijde van de aankoop van [M] , dat het niet de bedoeling is dat jij gelden van de BV leent, teneinde prive aankopen te doen.”
(…) [T] is door mij privé gekocht meteigen geld
en deels met geld van de Bv. (…)”. Voor deze aanschaf heeft [E] een bedrag van € 660.000 gebruikt van de in 2.9 genoemde lening van € 720.000. Inmiddels is het pand aan het [T] door [E] verkocht. De koopprijs bedraagt € 805.000.
3.De gronden van de beslissing
corporate opportunitiesdie toebehoorden aan [G] (en daarmee indirect aan [A] en [F] ) benut voor zichzelf in privé. Bij de verkoop van beide appartementsrechten aan de [K] , waarbij hij optrad zowel als bestuurder van [B] als in privé, heeft hij zichzelf een aanzienlijk voordeel toegekend.
corporate opportunitiesaan [B] heeft onthouden: het verschil tussen de verkoopprijzen van de twee appartementsrechten aan de [K] is verklaarbaar vanwege de staat van het onderhoud en van elk van beide appartementsrechten is een taxatierapport voorhanden dat de verkoopprijs ondersteunt. Er heeft zich nimmer een situatie voorgedaan waarin een aandeelhoudersbesluit op het bestaan van een patstelling is afgestuit, zodat geen aanleiding bestaat de aandelen die [F] in [B] houdt ten titel van beheer over te dragen, aldus [H]