Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
Bij brief van 5 september 2018 van mr. Schravenmade, heeft [appellante] nog een productie in het geding gebracht.
2.Feiten
‘Er is een begin van herstel waarneembaar. Wel schat ik het vermogen de aandacht te concentreren nog als beperkt in. Vanuit medische optiek is er geen bezwaar tegen een voorzichtige start van de re-integratie. Om pragmatische redenen verdient Verpleeghuis [naam verpleeguis] de voorkeur om te starten. Ik adviseer vanaf week 28 in overleg met jou en [D] op basis van arbeidstherapie te starten met 2 x l -2 uur/week in afgebakende, gestructureerde taken zonder tijdsdruk en zonder verantwoordelijkheden.’
[appellante] ( [appellante] , toevoeging hof) merkt dat als ze een aantal dagen niet met werk of werk gerelateerde zaken bezig is, haar gezondheidssituatie beter is. Ze heeft het voorstel om een langere periode geen activiteiten voor het werk te doen, intussen adequate begeleiding te volgen ( [appellante] heeft een concreet voorstel) en dan binnen de gestelde periode een besluit te nemen over hoe uit de huidige impasse te komen. Ik vind het voorstel dat [appellante] mij gedaan heeft en toegelicht, realistisch en levensvatbaar. Ik sta er positief tegenover. Uiteraard ligt een beslissing bij jou. (...)’.
‘Zoals afgesproken reageer ik op jouw onderstaande voorstel voor de behandeling van stress burnout/klachten. (...) Er zijn een paar dingen die ik met je wil afstemmen:
Het gaat om een forse investering. Heb ik het goed begrepen dat jouw eigen verzekering hierin niets kan betekenen?
- Ik heb nog even contact gezocht met [A] (maar hij is een aantal dagen afwezig) omdat hij ook wel eens verwijst naar Counselling Noord Holland. Ken jij dat ook? Is dat ook overwogen? Daar hebben we als Omring een contract mee en zij doet ook aan burnout begeleiding.
- Als je dit traject start, ben je in feite de komende 3 maanden daarop gericht en verder niet met Omring bezig. Maar wat na de 3 maanden:
Terugkeer, waar dan? En, terugkeer in huidige functie - is dat mogelijk? Daar heb ik wel twijfels over zoals je weet.
Ik heb al eerder aangegeven dat ik [gemeente] als werkplek voor jou niet geschikt vind - beter is het werken in een groter (medisch) team.
Als terugkeer in je oude functie niet mogelijk is, dan zijn er m.i. een tweetal opties: ontslag bij Omring met een beëindigingsovereenkomst of meteen tweede spoor starten, dus zoeken naar ander werk.
- Ik vind het belangrijk dat we iedere vier (max zes) weken contact hebben over de voortgang van het traject, ook vast te leggen in Afas, voor het UWV dossier.
- Want je bent vanaf februari 2015 ziek, dus het UWV gaat ook kijken wat we in deze 7 maanden tot nu toe en in de drie maanden daarna doen. Als zij vinden dat we te weinig doen kan dat weer leiden tot een loonsanctie. Het liefste willen we natuurlijk wegblijven bij het UWV, maar of dat gaat lukken weten we nu nog niet. Dus we moeten een goed en transparant dossier opbouwen met verslagen van alle contacten die er zijn geweest. (...)’
‘ (…) Ik wil het volgende met je afspreken.
Jij gaat zsm starten met het intensieve 3 maanden traject bij De Opening. (…)
Verder, wat ik belangrijk vind is dat we het doel van deze interventie vast stellen met elkaar. Wat is er bereikt na deze 3 maanden? In een eerdere mail heb ik de opties geschetst:
Terugkeer, waar dan? En, terugkeer in huidige functie - is dat mogelijk? Daar heb ik wel twijfels over zoals je weet.
Ik heb al eerder aangegeven dat ik [gemeente] als werkplek voor jou niet geschikt vind - beter is het werken in een groter (medisch) team.
Als terugkeer in je oude functie niet mogelijk is, dan zijn er m.i. een tweetal opties: ontslag bij Omring met een beëindigingsovereenkomst of meteen tweede spoor starten, dus zoeken naar ander werk.
Tot slot is het belangrijk dat we iedere vier (max zes) weken contact hebben over de voortgang van het traject, ook vast te leggen in Afas, voor het UWV dossier. Je bent vanaf februari 2015 ziek, dus het UWV gaat ook kijken wat we in deze maanden tot nu toe en in de drie maanden daarna doen. Als zij vinden dat we te weinig doen kan dat weer leiden tot een loonsanctie. Het liefste willen we natuurlijk wegblijven bij het UWV maar of dat gaat lukken weten we nu nog niet. Dus we moeten een goed en transparant dossier opbouwen met verslagen van alle contacten die er zijn geweest. (…)’.
‘ (…) Na een aantal telefonische afspraken hebben we elkaar nu persoonlijk gesproken in Het Baken in Hoorn. [C] vanuit P&O was bij dit gesprek aanwezig omdat je een aantal vragen had rondom jouw ziektedossier en de gevolgde stappen in het kader van de Wet Poortwachter. (...) We hebben van gedachten gewisseld hoe de re-integratie er uit moet komen te zien. Jij vertelde dat jij er als volgt naar kijkt: je bent opgeleid als [beroep] . In de functie van [beroep] is innovatie een belangrijk onderdeel. Je hebt tijdens je periode dat je werkzaam was op [gemeente] veel dingen gezien die verbeterd kunnen worden. Voor jezelf zie je daarin een rol weggelegd en je zou dan ook graag voor Omring aan de slag willen met het uitwerken van een projectplan hoe jij de zorg op [gemeente] zou willen organiseren. Ik heb aangegeven dat een dergelijke invulling van jouw functie binnen Omring niet aan de orde is. Ten eerste omdat ik van mening ben dat terugkeer in de functie van [beroep] op [gemeente] uitgesloten is. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat jij als [beroep] op [gemeente] [D] na zijn pensionering zou opvolgen. Door jouw uitval wegens ziekte is inmiddels [D] met pensioen en er is een SO ter vervanging aangenomen. Qua formatie zitten we voor de medische dienst [gemeente] daarmee op niveau. Bovendien heb ik ook verteld dat het naar mijn mening beter is dat je - mocht naar het oordeel van de bedrijfsarts terugkeer in de functie [beroep] tot de mogelijkheden behoren - beter in een groter medisch team aan de slag kunt. Dat betekent dus op één van de Omring locaties op het vasteland. Tot slot: ook binnen de andere bedrijfsonderdelen van Omring is geen formatieruimte voor een [beroep] die een projectplan voor [gemeente] gaat uitwerken. We hebben afgesproken dat je nu eerst naar de bedrijfsarts gaat voor het opstellen van de FML (Functie Mogelijkheden Lijst). De afspraak met de bedrijfsarts staat op 16 februari as. Daarna wordt een afspraak gepland met [E] , zij gaat met jou een arbeidsdeskundig onderzoek doen. Op basis van de resultaten van deze beide afspraken kunnen wij verder in gesprek over de mogelijkheden die er zijn tot re-integratie. Ik neem het initiatief voor het
, tot zover mijn aanvullingen. (…) Jouw afsluitende opmerkingen geeft mij weer het vertrouwen dat ik ook in de toekomst met veel plezier en toewijding bij kan dragen aan de doelstellingen van Omring en de maatschappelijke functie van onze organisatie in de maatschappij.’
‘ (…) Vanuit medische optiek is er geen sprake meer van ziekte met daaruit voortvloeiende beperkingen. In die zin is er dus geen sprake meer van arbeidsongeschiktheid / functie ongeschiktheid op basis van ziekte. Op basis van het langdurig ontbreken van arbeidsritme adviseer ik onderstaand re-integratie
‘Dag [B] , helaas meld ik mij ziek. Er is sprake van een terugval. Ook de afspraak van vandaag kan voor mij niet doorgaan, dit is te belastend. [B] , ik ben niet teruggelaten op de eigen werkplek, de reistijd is te belastend, mijn heldere vragen worden niet beantwoord en het gaat niet meer. Daarbij is het niet zo dat ik niet blijvend terug kan naar [gemeente] : terugkeer in de eigen functie is terugkeer naar [gemeente] .”
‘Per 16 februari 2016 constateert de bedrijfsarts van de werkgever, dat er geen sprake meer is van arbeidsongeschiktheid of functie ongeschiktheid door ziekte. Vanwege het feit dat er langdurig niet is gewerkt, wordt wel geadviseerd tot een opbouw schema. Een functionele mogelijkheden lijst is derhalve niet opportuun. Per 15 maart 2016 is er sprake van een nieuwe ziekmelding van werknemer, dit houdt in dat er een onderbreking is geweest van 28 dagen zodat een nieuwe ziekteverzuim periode begint van 104 weken. Het is gelet op het bovenstaande niet opportuun een oordeel te geven over de re-integratie inspanningen omdat er thans weer een nieuwe verzuimperiode is gestart (...)’.
‘Client claimt: Werk gerelateerde klachten en een andere arbeidsongeschiktheidsdag (a.o. dag). Allereerst ten aanzien van de eerste a.o.dag. Het is aan de verzekeringsarts om te beoordelen wat de eerste a.o. dag is. Op grond van alle medische gegevens volg ik in deze de bedrijfsarts.’[appellante] heeft via haar advocaat op 12 januari 2017 aan het UWV laten weten de WIA-aanvraag in te trekken. Op 18 januari 2017 heeft het UWV op het verzoek van [appellante] van 25 oktober 2016 beslist dat zij per 6 februari 2017 geen WIA-uitkering krijgt omdat [appellante] 27,16% arbeidsongeschikt is en meer dan 65% kan verdienen dan het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. Het UWV heeft op 24 januari 2017 aan [appellante] bericht dat gelet op haar brief van 12 januari 2017 de beslissing d.d. 18 januari 2017 wordt ingetrokken.
3.Beoordeling
Je vertelde dat het traject bij De Opening je goed heeft gedaan en dat je er weer aan toe bent om je werk te gaan oppakken. Dat is natuurlijk een goed bericht. (…) We hebben afgesproken dat je nu eerst naar de bedrijfsarts gaat voor het opstellen van de FML (Functie Mogelijkheden Lijst). De afspraak met de bedrijfsarts staat op 16 februari a.s. Daarna wordt een afspraak gepland met [E] , zij gaat met jou een arbeidsdeskundig onderzoek doen. Op basis van deze beide afspraken kunnen wij verder in gesprek over de mogelijkheden die er zijn tot re-integratie.’ Ook maakte [B] er melding van dat terugkeer als [beroep] op [gemeente] uitgesloten was. [appellante] reageert op 6 februari 2016 op de opmerkingen van [B] over het kunnen werken als [beroep] op [gemeente] dan wel het beter functioneren in een groter medisch team. [appellante] stelt niet weer volledig arbeidsgeschikt zijn, maar schrijft daarentegen: ‘
[B] , tot zover mijn aanvullingen. (…) Jouw afsluitende opmerkingen geeft mij weer het vertrouwen dat ik ook in de toekomst met veel plezier en toewijding bij kan dragen aan de doelstellingen van Omring en de maatschappelijke functie van onze organisatie in de maatschappij.’ [appellante] bezoekt op 16 februari 2016 de bedrijfsarts [A] en deze schrijft naar aanleiding van dat bezoek de onder 2.13 genoemde e-mail, met daarin onder andere “
Vanuit medische optiek is er geen sprake meer van ziekte met daaruit voortvloeiende beperkingen. In die zin is er dus geen sprake meer van arbeidsongeschiktheid / functie ongeschiktheid op basis van ziekte. Op basis van het langdurig ontbreken van arbeidsritme adviseer ik onderstaand re-integratie schema: Week 8: 4 x 2 uur week (…)”.[appellante] heeft in de week van 29 februari 2016 gedurende vier maal 2 uur (standpunt Omring) dan wel 2,5 uur (standpunt [appellante] ) werkzaamheden hervat, alsmede nadien ’s middags op 7 maart. [appellante] heeft vrijaf gevraagd en gekregen op de dagen 8, 9 en 10 maart 2016. [appellante] heeft zich op 15 maart 2016 weer ziek gemeld.
Vanuit medische optiek (…) er geen sprake meer [is] van ziekte met daaruit voortvloeiende beperkingen.’Daarentegen achtte hij een langzame opbouw van werkzaamheden gedurende 9 weken wel nodig. [appellante] heeft haar werkzaamheden naar eigen zeggen gedurende vier maal 2,5 uur alsmede gedurende een middag, dat wil zeggen bij elkaar gedurende minder dan 16 uur hervat. Afgezet tegen haar reguliere werkweek is dat bij elkaar minder dan een halve werkweek. Zij heeft na 7 maart 2016 vakantiedagen opgenomen, nadat zij op 7 maart 2016 aan Omring had geschreven:
‘Ik vrees nieuwe uitval als we zo doorgaan’. Vervolgens meldde [appellante] zich ziek met de mededeling dat sprake is van terugval, dat de reistijd te belastend is en, zo vat het hof het op, dat zij terugkeer wenst naar haar eigen functie op [gemeente] .