ECLI:NL:GHAMS:2019:52
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om gezamenlijk gezag over minderjarige vanwege gebrek aan effectieve communicatie tussen ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de man om gezamenlijk gezag te verkrijgen over zijn dochter [X], geboren in 2007. De man, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 november 2017, stelde dat het gezamenlijk gezag in het belang van [X] zou zijn. De vrouw, die het gezag over [X] uitoefent, verweerde zich tegen dit verzoek en voerde aan dat de communicatie tussen de ouders ernstig gebrekkig is en dat de man onvoldoende betrokken is bij de opvoeding van [X].
Het hof heeft vastgesteld dat er sinds de breuk in 2010/2011 tussen de ouders een moeizame communicatie bestaat, die niet is verbeterd ondanks pogingen tot mediation. De vrouw heeft geprobeerd de man bij belangrijke beslissingen te betrekken, maar de man heeft dit herhaaldelijk afgehouden. Het hof concludeert dat er onvoldoende basis is voor een effectieve gezamenlijke gezagsuitoefening, omdat de ouders niet in staat zijn om in gezamenlijk overleg beslissingen te nemen die in het belang van [X] zijn.
Daarom heeft het hof het verzoek van de man afgewezen en de eerdere beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Het hof hoopt dat de ouders in de toekomst in staat zullen zijn om hun communicatie te verbeteren, zodat gezamenlijk gezag wellicht alsnog mogelijk wordt. De beslissing is genomen in het belang van [X], die recht heeft op een goede relatie met beide ouders.