ECLI:NL:GHAMS:2019:5163

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2019
Publicatiedatum
29 oktober 2021
Zaaknummer
23-002793-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake cocaïne-invoer en omkoping douaneambtenaren

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 20 juli 2017. De verdachte, geboren in 1956, was betrokken bij een criminele organisatie die zich bezighield met de invoer van cocaïne in Nederland. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen ongeveer 8 kilogram cocaïne uit Chili heeft ingevoerd en dat hij meermalen de invoer van cocaïne heeft voorbereid en bevorderd. De verdachte heeft ook douaneambtenaren omgekocht om de invoer van cocaïne te faciliteren, wat de integriteit van de douane en het vertrouwen van de burger in de overheid heeft ondermijnd. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit van poging tot invoer van 3 kilogram cocaïne, omdat niet kon worden vastgesteld dat deze cocaïne op het moment van verzending nog in het pakket zat. De verdachte is echter wel schuldig bevonden aan het voorbereiden en bevorderen van de invoer van cocaïne, het doen van giften aan ambtenaren en het voorhanden hebben van goederen bestemd voor een hennepkwekerij. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 78 maanden, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft geen strafvermindering gekregen ondanks de overschrijding van de redelijke termijn van berechting in hoger beroep.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002793-17
datum uitspraak: 30 oktober 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 20 juli 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-871344-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1956,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
2, 4, 7 en 16 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 subsidiair als derde cumulatief/alternatief (toegesneden op artikel 10a, eerste lid onder 3°, van de Opiumwet), onder 3 als eerste cumulatief/alternatief (toegesneden op de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2014) en onder 5 als derde cumulatief/alternatief (toegesneden op artikel 10a, eerste lid onder 3°, van de Opiumwet), is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen voornoemde in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep voor zover dat is gericht tegen voornoemde in het vonnis waarvan beroep gegeven beslissingen tot vrijspraak.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – na de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging en de wijziging daarvan – ten laste gelegd dat:
feit 1 primairhij en/of één of meer van zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 01 september 2015 tot en met 28 september 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of te Venezuela en/of elders in Zuid-Amerika, tezamen en in vereniging, althans alleen,
ter uitvoering van het door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, al dan niet als bedoeld in artikel 1, lid 4, van de Opiumwet, ongeveer 3 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
één of meer (uitvoerings)handeling(en) heeft/hebben verricht,
immers heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) (een) (aan)betaling(en) gevraagd en/of ontvangen van één of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) (die zonder het risico van controle en/of onderschepping door de Douane/Belastingdienst in (een) DHL zending(en) cocaïne binnen het grondgebied van Nederland willen brengen)
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan een ander(e mededader) gevraagd of deze als ontvanger en/of geadresseerde van (een) (te verzenden) DHL zending(en) (met cocaïne) wil optreden/fungeren, althans een afleveradres voor (een) DHL zending(en) (met cocaïne) wil opgeven en/of ter beschikking wil stellen
en/of
heeft één van zijn mededader(s) het adres [adres 2] aan hem en/of één of meer van zijn mededader(s), opgegeven en/of ter beschikking gesteld als afleveradres voor één of meer zending(en) en/of heeft/hebben één of meer van zijn mededader(s) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) in Venezuela, althans Zuid-Amerika, een hoeveelheid cocaïne, verpakt en/of verborgen in een pakket (met boeken) en/of (vervolgens) op 24 september 2015 bij DHL in Venezuela aangeboden ter verzending aan [naam ] , [adres 2]
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan de hand van een traceernummer van deze zending op de website van DHL één of meermalen de statusberichten en/of verblijfplaats van deze zending geraadpleegd
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn (andere) mededader(s), te weten: de douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) in de (vroege) ochtend van 28 september 2015 geregeld en/of georganiseerd en/of ervoor zorggedragen dat deze zelf op 28 september 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost dienst als douaneambtena(a)r(en) kon(den) verrichten en/of had(den)
en/of
heeft/hebben voornoemde douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) op 28 september 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost gereed gestaan om, voor en/of in het geval voornoemd pakket door de Douane/Belastingdienst en/of DHL was geselecteerd voor een douanecontrole, voornoemd pakket niet te onderwerpen aan een (deugdelijke) douanecontrole en/of niet in beslag te nemen,
en/of
heeft één van zijn mededader(s) bij het adres [adres 2] gewacht op aflevering van voornoemd pakket door DHL en/of aldaar voornoemd pakket in ontvangst genomen
en/of
heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) (een) bespreking(en) gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over één of meer van de hierboven omschreven (uitvoerings)handeling(en),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 1 subsidiairhij in of omstreeks de periode van 01 september 2015 tot en met 30 september 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland en/of te Venezuela en/of elders in Zuid-Amerika, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
om (een) feit(en), bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of vervoeren en/of verstrekken en/of afleveren van een hoeveelheid van ongeveer 3 kilogram, in elk geval een hoeveelheid, cocaïne, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ( een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- ( een) voorwerp(en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) (een) (aan)betaling(en) gevraagd en/of ontvangen van één of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) (die zonder het risico van controle en/of onderschepping door de Douane/Belastingdienst in (een) DHL zending(en) cocaïne binnen het grondgebied van Nederland willen brengen)
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan een ander(e mededader) gevraagd of deze als ontvanger en/of geadresseerde van (een) (te verzenden) DHL zending(en) (met cocaïne) wil optreden/fungeren, althans een afleveradres voor (een) DHL zending(en) (met cocaïne) wil opgeven en/of ter beschikking wil stellen
en/of
heeft één van zijn mededader(s) het adres [adres 2] aan hem en/of één of meer van zijn mededader(s), opgegeven en/of ter beschikking gesteld als afleveradres voor één of meer zending(en)
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn mededader(s) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) in Venezuela, althans Zuid-Amerika, een hoeveelheid cocaïne, verpakt en/of verborgen in een pakket (met boeken) en/of (vervolgens) op 24 september 2015 bij DHL in Venezuela aangeboden ter verzending aan [naam ] , [adres 2]
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan de hand van een traceernummer van deze zending op de website van DHL één of meermalen de statusberichten en/of verblijfplaats van deze zending geraadpleegd
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn (andere) mededader(s), te weten: de douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) in de (vroege) ochtend van 28 september 2015 geregeld en/of georganiseerd en/of ervoor zorggedragen dat deze zelf op 28 september 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost dienst als douaneambtena(a)r(en) kon(den) verrichten en/of had(den)
en/of
heeft/hebben voornoemde douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) op 28 september 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost gereed gestaan om, voor en/of in het geval voornoemd pakket door de Douane/Belastingdienst en/of DHL was geselecteerd voor een douanecontrole, voornoemd pakket niet te onderwerpen aan een (deugdelijke) douanecontrole en/of niet in beslag te nemen,
en/of
heeft één van zijn mededader(s) bij het adres [adres 2] gewacht op aflevering van voornoemd pakket door DHL en/of aldaar voornoemd pakket in ontvangst genomen
en/of
heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) (een) bespreking(en) gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over één of meer van de hierboven omschreven handeling(en) en/of over de wijze van verpakking en/of verzending van voornoemde hoeveelheid cocaïne in voornoemd pakket en/of over de wijze waarop voornoemde hoeveelheid cocaïne kwijt en/of verloren en/of vermist is geraakt en/of is kunnen raken;
feit 2 primairhij in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 19 oktober 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland en/of te Chili en/of elders in Zuid-Amerika, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1, lid 4, van de Opiumwet, ongeveer 8 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
immers heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) (een) (aan)betaling(en) gevraagd en/of ontvangen van één of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) (die zonder het risico van controle en/of onderschepping door de Douane/Belastingdienst in (een) DHL zending(en) cocaïne binnen het grondgebied van Nederland willen brengen)
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan een ander(e mededader) gevraagd of deze als ontvanger en/of geadresseerde van (een) (te verzenden) DHL zending(en) (met cocaïne) wil optreden/fungeren, althans een afleveradres voor (een) DHL zending(en) (met cocaïne) wil opgeven en/of ter beschikking wil stellen
en/of
heeft één van zijn mededader(s) het adres [adres 3] aan hem en/of één of meer van zijn mededader(s) opgegeven en/of ter beschikking gesteld als afleveradres voor één of meer zending(en)
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn (andere) mededader(s), te weten: de douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) geregeld en/of georganiseerd en/of ervoor zorggedragen dat deze zelf op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost dienst als douaneambtena(a)r(en) kon(den) verrichten en/of had(den)
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn (andere) mededader(s) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) in Chili, althans Zuid-Amerika, voornoemde hoeveelheid cocaïne, opgelost in en/of vermengd met olijfolie en/of (vervolgens) één of meer dozen/pakketten met flessen met deze olijfolie en cocaïne op 15 oktober 2015 bij DHL in Chili aangeboden ter verzending aan voornoemd adres [adres 3] ,
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan de hand van een traceernummer van deze zending op de website van DHL één of meermalen de statusberichten en/of verblijfplaats van deze zending geraadpleegd
en/of
heeft/hebben voornoemde douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost gereed gestaan om, voor en/of in het geval voornoemd dozen/pakketten door de Douane/Belastingdienst en/of DHL waren geselecteerd voor een douanecontrole, voornoemde dozen/pakketten niet te onderwerpen aan een (deugdelijke) douanecontrole en/of niet in beslag te nemen
en/of
heeft/hebben die douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost tussen de door de Douane/Belastingdienst en/of DHL voor een douanecontrole geselecteerde dozen/pakketten gezocht en/of uitgekeken naar dozen/pakketten verzonden vanuit Chili
en/of
heeft één van zijn mededader(s) op het adres [adres 3] gewacht op de aflevering van voornoemde door DHL op dit adres af te leveren dozen/pakketten met flessen met olijfolie en cocaïne
en/of
heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) (een) bespreking(en) gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over één of meer van de hierboven omschreven handeling(en);
feit 2 subsidiairhij en/of één of meer van zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 19 oktober 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland en/of te Chili en/of elders in Zuid-Amerika, tezamen en in vereniging, althans alleen,
ter uitvoering van het door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, al dan niet als bedoeld in artikel 1, lid 4, van de Opiumwet, ongeveer 8 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
één of meer (uitvoerings)handelingen heeft/hebben verricht,
immers heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) (een) (aan)betaling(en) gevraagd en/of ontvangen van één of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) (die zonder het risico van controle en/of onderschepping door de Douane/Belastingdienst in (een) DHL zending(en) cocaïne binnen het grondgebied van Nederland willen brengen)
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan een ander(e mededader) gevraagd of deze als ontvanger en/of geadresseerde van (een) (te verzenden) DHL zending(en) (met cocaïne) wil optreden/fungeren, althans een afleveradres voor (een) DHL zending(en) (met cocaïne) wil opgeven en/of ter beschikking wil stellen
en/of
heeft één van zijn mededader(s) het adres [adres 3] aan hem en/of één of meer van zijn mededader(s) opgegeven en/of ter beschikking gesteld als afleveradres voor één of meer zending(en)
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn (andere) mededader(s), te weten: de douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) geregeld en/of georganiseerd en/of ervoor zorggedragen dat deze zelf op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost dienst als douaneambtena(a)r(en) kon(den) verrichten en/of had(den)
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn (andere) mededader(s) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) in Chili, althans Zuid-Amerika, voornoemde hoeveelheid cocaïne, opgelost in en/of vermengd met olijfolie en/of (vervolgens) één of meer dozen/pakketten met flessen met deze olijfolie en cocaïne op 15 oktober 2015 bij DHL in Chili aangeboden ter verzending aan voornoemd adres [adres 3] ,
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan de hand van een traceernummer van deze zending op de website van DHL één of meermalen de statusberichten en/of verblijfplaats van deze zending geraadpleegd
en/of
heeft/hebben voornoemde douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost gereed gestaan om, voor en/of in het geval voornoemd dozen/pakketten door de Douane/Belastingdienst en/of DHL waren geselecteerd voor een douanecontrole, voornoemde dozen/pakketten niet te onderwerpen aan een (deugdelijke) douanecontrole en/of niet in beslag te nemen
en/of
heeft/hebben die douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost tussen de door de Douane/Belastingdienst en/of DHL voor een douanecontrole geselecteerde dozen/pakketten gezocht en/of uitgekeken naar dozen/pakketten verzonden vanuit Chili
en/of
heeft één van zijn mededader(s) op het adres [adres 3] gewacht op de aflevering van voornoemde door DHL op dit adres af te leveren dozen/pakketten met flessen met olijfolie en cocaïne
en/of
heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) (een) bespreking(en) gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over één of meer van de hierboven omschreven (uitvoerings)handeling(en),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2 meer subsidiairhij in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 27 oktober 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland en/of te Chili en/of elders in Zuid-Amerika, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
om (een) feit(en), bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of vervoeren en/of verstrekken en/of afleveren van een hoeveelheid van ongeveer 8 kilogram, in elk geval een hoeveelheid, cocaïne, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ( een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- ( een) voorwerp(en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) (een) (aan)betaling(en) gevraagd en/of ontvangen van één of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) (die zonder het risico van controle en/of onderschepping door de Douane/Belastingdienst in (een) DHL zending(en) cocaïne binnen het grondgebied van Nederland willen brengen)
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan een ander(e mededader) gevraagd of deze als ontvanger en/of geadresseerde van (een) (te verzenden) DHL zending(en) (met cocaïne) wil optreden/fungeren, althans een afleveradres voor (een) DHL zending(en) (met cocaïne) wil opgeven en/of ter beschikking wil stellen
en/of
heeft één van zijn mededader(s) het adres [adres 3] aan hem en/of één of meer van zijn mededader(s) opgegeven en/of ter beschikking gesteld als afleveradres voor één of meer zending(en)
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn (andere) mededader(s), te weten: de douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) geregeld en/of georganiseerd en/of ervoor zorggedragen dat deze zelf op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost dienst als douaneambtena(a)r(en) kon(den) verrichten en/of had(den)
en/of
heeft/hebben één of meer van zijn (andere) mededader(s) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) in Chili, althans Zuid-Amerika, voornoemde hoeveelheid cocaïne, opgelost in en/of vermengd met olijfolie en/of (vervolgens) één of meer dozen/pakketten met flessen met deze olijfolie en cocaïne op 15 oktober 2015 bij DHL in Chili aangeboden ter verzending aan voornoemd adres [adres 3] ,
en/of
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan de hand van een traceernummer van deze zending op de website van DHL één of meermalen de statusberichten en/of verblijfplaats van deze zending geraadpleegd
en/of
heeft/hebben voornoemde douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) (overeenkomstig (een) tevoren gemaakte afspra(a)k(en)) op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost gereed gestaan om, voor en/of in het geval voornoemd dozen/pakketten door de Douane/Belastingdienst en/of DHL waren geselecteerd voor een douanecontrole, voornoemde dozen/pakketten niet te onderwerpen aan een (deugdelijke) douanecontrole en/of niet in beslag te nemen
en/of
heeft/hebben die douaneambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] (vervolgens) op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost tussen de door de Douane/Belastingdienst en/of DHL voor een douanecontrole geselecteerde dozen/pakketten gezocht en/of uitgekeken naar dozen/pakketten verzonden vanuit Chili
en/of
heeft één van zijn mededader(s) op het adres [adres 3] gewacht op de aflevering van voornoemde door DHL op dit adres af te leveren dozen/pakketten met flessen met olijfolie en cocaïne
en/of
heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) (een) bespreking(en) gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over één of meer van de hierboven omschreven handeling(en) en/of over de reden(en) waarom voornoemde zending(en) niet en/of nog niet en/of niet tijdig op voornoemd (aflever)adres was/waren afgeleverd;
feit 3hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2011 tot en met 31 december 2014 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Purmerend in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan (een) ambtena(a)r(en), te weten: de douane-ambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ,
één of meer gift(en) en/of één of meer belofte(n), te weten:
- één of meer contante geldbedragen,
heeft gedaan,
tengevolge van of naar aanleiding van hetgeen door genoemde ambtena(a)r(en) al dan niet in strijd met zijn/haar/hun plicht in zijn/haar/hun bediening als douaneambtenaar is gedaan of nagelaten (lid 1 sub 2), en/of
teneinde genoemde ambtena(a)r(en) te bewegen om al dan niet in strijd met zijn/haar/hun plicht in zijn/haar/hun bediening als douaneambtenaar iets te doen of na te laten (lid 1 sub 1),
bestaande dit doen of nalaten uit:
- het (aan)vragen van en/of regelen van en/of organiseren van (een) inroostering(en) op en/of (een) controledienst(en) bij DHL op Schiphol-Oost (op de dag(en) dat (aldaar)(volgens voornemen en/of naar verwachting) (een) (bepaalde) (pakket)zending(en) met cocaïne, althans (een) verdovend(e) middel(en), voor (een) douanecontrole(s) geselecteerd zou(den) kunnen worden en/of onderworpen zou(den) kunnen worden)
en/of
- het achterwege laten van (een) (deugdelijke) douanecontrole(s) op en/of het achterwege laten van (een) inbeslagneming(en) van (pakket)zending(en), (waarvan genoemde douane-ambtena(a)r(en) wist(en) dat daarin (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, althans (een) verdovend(e) middel(en), verpakt en/of verborgen was/waren),
en/of
dat hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 04 november 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Purmerend in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan (een) ambtena(a)r(en), te weten: de douane-ambtena(a)r(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ,
één of meer gift(en) en/of één of meer belofte(n), te weten:
- één of meer contante geldbedragen,
heeft gedaan,
tengevolge van of naar aanleiding van hetgeen door genoemde ambtena(a)r(en) in zijn/haar/hun bediening als douaneambtenaar is gedaan of nagelaten (lid 1 sub 2),
en/of
teneinde genoemde ambtena(a)r(en) te bewegen om in zijn/haar/hun bediening als douaneambtenaar iets te doen of na te laten (lid 1 sub 1),
bestaande dit doen of nalaten uit:
- het (aan)vragen van en/of regelen van en/of organiseren van (een) inroostering(en) op en/of (een) controledienst(en) bij DHL op Schiphol-Oost (op de dag(en) dat (aldaar)(volgens voornemen en/of naar verwachting) (een) (bepaalde) (pakket)zending(en) met cocaïne, althans (een) verdovend(e) middel(en), voor (een) douanecontrole(s) geselecteerd zou(den) kunnen worden en/of onderworpen zou(den) kunnen worden)
en/of
- het achterwege laten van (een) (deugdelijke) douanecontrole(s) op en/of het achterwege laten van (een) inbeslagneming(en) van (pakket)zending(en), (waarvan voornoemde ambtena(a)r(en) wist(en) dat daarin (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, althans (een) verdovend(e) middel(en), verpakt en/of verborgen was/waren);
feit 4hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2011 tot en met 10 november 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Purmerend en/of elders in Nederland
heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van (een) misdrijf/misdrijven als bedoeld in
- artikel 10, derde en/of vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet en/of
- artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet en/of
- artikel 11, derde en/of vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet;
feit 5hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2015 tot en met 16 oktober 2015 te Purmerend en/of te Haarlem en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
om (een) feit(en), bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of vervoeren en/of verstrekken en/of afleveren van een hoeveelheid van ongeveer 20 kilogram, in elk geval een hoeveelheid, cocaïne, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ( een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- ( een) voorwerp(en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) (een) bespreking(en) gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over
- het voornemen om cocaïne (vanuit Panama) binnen het grondgebied van Nederland te brengen, verborgen in één of meer golftassen en/of
- de wijze van markering van de golftas(sen), waarin de cocaïne verborgen zou (moeten) worden ("gele band" en/of "eentje geven we een aparte kleur") en/of
- het adres en/of de persoon in Nederland, waarheen de golftassen gestuurd zouden (moeten) worden ("naar [medeverdachte 3] ") en/of
- een (gunstige en/of de gunstigste) datum, waarop de golftas(ssen) met cocaïne binnen het grondgebied van Nederland gebracht zou(den) worden ("de 21e"/"de 28e") en/of
- de hoeveelheid cocaïne, die binnen het grondgebied van Nederland zou moeten worden gebracht ("20") en/of
- de risico's op en van onderschepping van de golftas(sen) met cocaïne ("Hoe je het ook verstopt, een blok zie je altijd zitten op de scan. Kijk als je met die golftassen twintig doet, als het ergens ook maar een klein scannetje krijgt, dan ben je het gewoon kwijt" en/of "Je moet natuurlijk zien op het moment dat je golftassen hebt met 20 kilo kant en klaar, als het gepakt ergens onderweg, kan het zo maar een een heel onderzoek opleveren") en/of
- een (beter) alternatief voor het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, verborgen in één of meer golftassen ("Vermengd in koffie" en/of "je beste kans is het vermengde");
feit 6hij op of omstreeks 10 november 2015 te Wormerveer, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in één of meer opslagbox(en) één of meer voorwerp(en), te weten:
één of meer armatu(u)r(en) en/of één of meer assimilatielamp(en) en/of één of meer schakelbord(en) en/of een tijdschakelaar en/of één of meer transformator(en) en/of één of meer koolstoffilter(s) en/of een aircleaner en/of één of meer slakkenhuis/slakkenhuizen en/of een opticlimate en/of één of meer temperatuurventilatieregela(a)r(en) en/of een Hygro-ph/ec en thermometer en/of één of meer groeitent(en) en/of meer droogrek(ken),
voorhanden heeft gehad,
waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van (één van) de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal – voor zover in hoger beroep aan de orde – worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Vrijspraak van het onder 1 primair tenlastegelegde

In navolging van de advocaat-generaal en de verdediging is het hof – evenals de rechtbank – van oordeel dat de verdachte van het onder 1 primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. Onder 1 primair is een poging tot invoer van ongeveer 3 kilogram cocaïne tenlastegelegd. Voor het bewijs van poging is vereist dat vast komt te staan dat een begin is gemaakt met de uitvoering van het misdrijf. Het dossier bevat aanwijzingen dat het pakket, dat door DHL op 28 september 2015 in Amsterdam is bezorgd, op enig moment cocaïne heeft bevat. Niet kan echter worden vastgesteld dat deze cocaïne (nog) in het pakket zat op het moment dat het in Venezuela bij DHL werd aangeboden ter verzending naar Nederland. Nu niet is komen vast te staan dat sprake is geweest van een begin van uitvoering van het binnen Nederland brengen van cocaïne, zal de verdachte worden vrijgesproken van het onder 1 primair tenlastegelegde feit.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1 subsidiairhij in de periode van 1 september 2015 tot en met 30 september 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen
om feiten, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en afleveren van een hoeveelheid van ongeveer 3 kilogram cocaïne, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- anderen heeft getracht te bewegen om die feiten mede te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid te verschaffen,
- zich en anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
immers
heeft/hebben hij en/of één of meer van zijn mededader(s) aan een andere mededader gevraagd of deze als ontvanger van een te verzenden DHL zending met cocaïne wil optreden
en
heeft één van zijn mededaders het adres [adres 2] aan hem en/of één van zijn mededaders, opgegeven als afleveradres voor een zending
en
hebben zijn mededaders, te weten: de douaneambtenaren [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] overeenkomstig een tevoren gemaakte afspraak in de ochtend van 28 september 2015 geregeld dat
zijzelf op 28 september 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost dienst als douaneambtenaren hadden
en
hebben voornoemde douaneambtenaren [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] overeenkomstig een tevoren gemaakte afspraak op 28 september 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost gereed gestaan om, in het geval voornoemde
zendingdoor de Douane was geselecteerd voor een douanecontrole, voornoemde
zendingniet te onderwerpen aan een (deugdelijke) douanecontrole en niet in beslag te nemen,
en
heeft één van zijn mededaders bij het adres [adres 2] gewacht op aflevering van voornoemde
zendingdoor DHL en aldaar voornoemde
zendingin ontvangst genomen
en
heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) (een) bespreking(en) gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over één of meer van de hierboven omschreven handeling(en);
feit 2 primairhij omstreeks de periode van 1 september 2015 tot en met 19 oktober 2015 in Nederland en te Chili, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1, lid 4, van de Opiumwet, ongeveer 8 kilogram cocaïne,
immers heeft/hebben hij en/of één van zijn mededaders (een) betaling(en) gevraagd van één of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) die zonder het risico van controle en onderschepping door de Douane in een DHL zending cocaïne binnen het grondgebied van Nederland willen brengen
en
heeft zijn mededader aan een ander gevraagd of deze als ontvanger en geadresseerde van een te verzenden DHL zending wil optreden
en
heeft
/hebben hij en/oféén van zijn mededaders het adres [adres 3] aan één of meer van zijn mededaders opgegeven als afleveradres voor een zending
en
hebben de douaneambtenaren [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] overeenkomstig een tevoren gemaakte afspraak geregeld dat
zijzelf op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost dienst als douaneambtenaren hadden
en
heeft/hebben één of meer van zijn mededaders overeenkomstig een tevoren gemaakte afspraak dozen/pakketten met flessen met olijfolie en cocaïne op 15 oktober 2015 bij DHL in Chili aangeboden ter verzending
naarvoornoemd adres [adres 3] ,
en
heeft één van zijn mededaders aan de hand van een traceernummer van deze zending op de website van DHL meermalen de statusberichten en/of verblijfplaats van deze zending geraadpleegd
en
hebben voornoemde douaneambtenaren [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] overeenkomstig een tevoren gemaakte afspraak op 19 oktober 2015 in de vestiging van DHL op Schiphol-Oost gereed gestaan om, in het geval voornoemde dozen/pakketten door de Douane waren geselecteerd voor een douanecontrole, voornoemde dozen/pakketten niet te onderwerpen aan een (deugdelijke) douanecontrole en niet in beslag te nemen
en
heeft die douaneambtenaar [medeverdachte 1] op 19 oktober 2015 tussen de door de Douane voor een douanecontrole geselecteerde dozen/pakketten uitgekeken naar dozen/pakketten verzonden vanuit Chili
en
heeft
Hoogendorpop het adres [adres 3] gewacht op de aflevering van voornoemde door DHL op dit adres af te leveren dozen/pakketten met flessen met olijfolie en cocaïne
en
heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) (een) bespreking(en) gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over één of meer van de hierboven omschreven handeling(en);
feit 3hij in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot en met 4 november 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
aan ambtenaren, te weten: de douaneambtenaren [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ,
giften, te weten:
- contante geldbedragen,
heeft gedaan,
teneinde genoemde ambtenaren te bewegen om in zijn/haar bediening als douaneambtenaar iets te doen of na te laten,
bestaande dit doen of nalaten uit:
- het regelen van inroostering op controlediensten bij DHL op Schiphol-Oost op de dagen dat aldaar een zending met cocaïne, voor douanecontrole geselecteerd zou kunnen worden en
daaraanonderworpen zou kunnen worden
en
- het achterwege laten van (deugdelijke) douanecontroles op en het achterwege laten van inbeslagneming van zendingen, waarvan voornoemde ambtenaren wisten dat daarin een hoeveelheid cocaïne verborgen was;
feit 4hij in of omstreeks de periode van 15 april 2015 tot en met 10 november 2015 in Nederland
heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in
- artikel 10, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet en
- artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet;
feit 5hij in de periode van 1 augustus 2015 tot en met 16 oktober 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
om feiten, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en afleveren van een hoeveelheid van ongeveer 20 kilogram cocaïne, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen
immers heeft/hebben hij, verdachte, en één of meer van zijn mededader(s) besprekingen gevoerd en/of informatie uitgewisseld en/of ingewonnen en/of verschaft over
- het voornemen om cocaïne vanuit Panama binnen het grondgebied van Nederland te brengen, verborgen in een golftas en
- de wijze van markering van de golftas, waarin de cocaïne verborgen zou worden ("gele band" ) en
- de persoon in Nederland, naar wie de golftas gestuurd zou worden ("naar [medeverdachte 3] ") en
- de hoeveelheid cocaïne, die binnen het grondgebied van Nederland zou worden gebracht ("20") en
- de risico's op en van onderschepping van de golftas met cocaïne ("Hoe je het ook verstopt, een blok zie je altijd zitten op de scan. Kijk als je met die golftassen twintig doet, als het ergens ook maar een klein scannetje krijgt, dan ben je het gewoon kwijt" en "Je moet natuurlijk zien op het moment dat je golftassen hebt met 20 kilo kant en klaar, als het gepakt ergens onderweg, kan het zo maar een heel onderzoek opleveren") en
- een alternatief voor het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, verborgen in één golftas ("Vermengd in koffie" en "je beste kans is het vermengde");
feit 6hij op 10 november 2015 te Wormerveer, gemeente Zaanstad, in opslagboxen voorwerpen, te weten:
armaturen en assimilatielampen en schakelborden en een tijdschakelaar en transformatoren en koolstoffilters en een Aircleaner en slakkenhuizen en een Opticlimate en temperatuurventilatieregelaren en een Hygro-ph/ec en een thermometer en groeitenten en droogrekken,
voorhanden heeft gehad,
waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van (één van) de in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Hetgeen onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze zijn opgenomen in de aan dit arrest gehechte bewijsmiddelenbijlage.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen of om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid te verschaffen en door zich of een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van een ambtenaar een gift doen met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening iets te doen of na te laten, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde en vijfde lid, en artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door zich of een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Het onder 6 bewezen verklaarde levert op:
voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot zes jaren gevangenisstraf.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 tot en met 6 ten laste gelegde, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting in hoger beroep, in plaats van tot de door de rechtbank opgelegde straf zal worden veroordeeld tot 68 maanden gevangenisstraf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte maakte deel uit van een criminele organisatie die zich bezig hield met de invoer van cocaïne. De verdachte heeft samen met anderen ongeveer 8 kilogram cocaïne uit Chili ingevoerd. Ook heeft hij meermalen de invoer van cocaïne voorbereid en bevorderd. Het hof rekent de verdachte aan dat hij met zijn gedragingen zijn eigen gewin boven de veiligheid van de afnemers van de drugs heeft gesteld en bereid was die afnemers bloot te stellen aan zeer ernstige gezondheidsrisico’s. Het is immers algemeen bekend dat met name het gebruik van harddrugs een onaanvaardbaar gevaar oplevert voor de volksgezondheid. De (psychische) gezondheid van gebruikers kan al op heel korte termijn schade worden toegebracht. Op langere termijn kan de (lichamelijke en psychische) gezondheid en het welzijn van gebruikers nog verder worden geschaad, waarbij langdurige begeleiding en behandeling nodig kan zijn om de verslavende werking van sommige drugs te overwinnen, als dat al lukt.
Het ging in de criminele organisatie waaraan de verdachte deelnam om zodanige hoeveelheden cocaïne dat daarmee ook diverse andere maatschappij ontwrichtende verschijnselen in verband moeten worden gebracht. Gewezen kan worden op het witwassen van grote geldsommen, afrekeningen in het criminele circuit, en – niet in de laatste plaats – op de corrumperende werking die kan uitgaan van de in drugsorganisaties gegenereerde geldbedragen. Dat laatste effect is in deze zaak even scherp als stuitend aan het licht gekomen.
De verdachte heeft samen met anderen ten behoeve van cocaïnetransporten douaneambtenaren omgekocht. De verdachte heeft het systeem van controle op de internationale drugshandel ondermijnd. Hij heeft de integriteit van een overheidsorgaan aangetast en ook het vertrouwen geschaad dat de burger in het overheidsapparaat moet kunnen stellen. De verdachte heeft dit kennelijk alleen gedaan om er zelf financieel beter van te worden.
Verdachte heeft ook goederen voorhanden gehad waarmee een flinke hennepkwekerij kon worden ingericht. Ook hierbij ging het de verdachte kennelijk om het door hem – bij ingebruikneming van deze goederen in lijn met hun bestemming – te genereren financieel gewin, ongeacht de door anderen te dragen maatschappelijke kosten.
Het hof heeft gelet op straffen die meestal worden opgelegd voor soortgelijke feiten, zoals beschreven in de zogenoemde oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor een geslaagde invoer van 8 kilogram cocaïne wordt een gevangenisstraf genoemd van 54 maanden genoemd als dit feit wordt gepleegd door een persoon die enige rol in een hierop gerichte organisatie speelt. Voor een geslaagde invoer van 3 kilogram cocaïne wordt een gevangenisstraf genoemd van 36 maanden als dit feit wordt gepleegd door een persoon die enige rol in de organisatie speelt. Ten aanzien van de invoer van 3 kilogram cocaïne in boeken wordt echter niet bewezen dat deze cocaïne is ingevoerd, maar (alleen) dat de verdachte samen met anderen voorbereidingshandelingen heeft verricht. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de verhouding tussen het strafmaximum voor de geslaagde opzettelijke invoer van cocaïne (12 jaar) en het strafmaximum voor voorbereidingshandelingen (6 jaar). De verdachte heeft daarnaast de invoer voorbereid en bevorderd van een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne in (aanvankelijk) golftassen. Voor omkoping en het voorhanden hebben van de benodigdheden voor de inrichting van een hennepkwekerij bestaan geen oriëntatiepunten van het LOVS.
De verdachte had een belangrijke rol in de criminele organisatie. Uit de afgeluisterde gesprekken volgt dat de verdachte en Neef gesprekken voerden over veel meer drugszendingen dan de gedragingen die bij dit arrest bewezen worden verklaard. De verdachte voerde met de medeverdachte Neef gesprekken met de personen die de cocaïne wilde invoeren. Neef had daarop vervolgens afstemming met de medeverdachte [medeverdachte 1] om ervoor te zorgen dat de zendingen, als deze voor een douanecontrole geselecteerd zouden worden, bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] terecht zouden komen zodat deze niet onderschept zouden worden. De verdachte had daarbij een belangrijke stem in de manier waarop, wanneer en de financiële voorwaarden waartegen deze zendingen zouden plaatsvinden.
Het hof heeft ook gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals die ter terechtzitting zijn gebleken. De verdediging heeft in dat verband naar voren gebracht dat de verdachte zijn leven op orde heeft gebracht, na een periode vol tegenslag volgend op het verlies van zijn horecaonderneming. Het hof hecht, gelet op de ernst en omvang van de bewezen verklaarde feiten, aan deze persoonlijke omstandigheden echter geen doorslaggevend gewicht.
Het hof acht, alles afwegende en gelet op het voorgaande, een gevangenisstraf voor de duur van 78 maanden (zes en een half jaar) passend en geboden.
Redelijke termijn
De advocaat-generaal heeft erop gewezen dat de redelijke termijn van berechting in hoger beroep is overschreden en heeft daaraan de conclusie verbonden dat strafvermindering moet volgen.
Het hof overweegt daaromtrent als volgt.
In artikel 6, eerste lid, EVRM is het recht van iedere verdachte gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Als zodanige handeling geldt in de onderhavige zaak de inverzekeringstelling van de verdachte op 10 november 2015.
Deze zaak vloeit voort uit een tamelijk omvangrijk politieonderzoek dat heeft geresulteerd in de tenlastelegging van een substantieel aantal strafbare feiten bij een zestal personen door wie een of meer van deze feiten zijn medegepleegd. De zaken tegen de verdachte en zijn mededaders zijn door de rechtbank gelijktijdig berecht. Met de inhoudelijke behandeling is een aantal zittingsdagen in juni 2017 gemoeid geweest. De rechtbank heeft binnen twee jaar nadat de termijn is aangevangen vonnis gewezen op 20 juli 2017. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarna het dossier op 25 januari 2018, binnen de inzendtermijn van acht maanden, bij de griffie van het gerechtshof is ingekomen.
Ook in hoger beroep is de zaak van de verdachte gelijktijdig berecht met de zaken tegen de vier medeverdachten die eveneens hoger beroep hebben ingesteld. Op 21 september 2018 heeft een regiezitting plaatsgevonden, waarop is beslist op de door een aantal raadslieden ingediende verzoeken. De inhoudelijke behandeling in hoger beroep heeft in oktober 2019 een aantal zittingsdagen in beslag genomen. Het hof wijst arrest ongeveer twee jaar en drie maanden na het instellen van hoger beroep. In het licht van het voorgaande, en in aanmerking genomen dat het hof arrest wijst binnen vier jaar nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, is het hof van oordeel dat – voor zover al geoordeeld zou moeten worden dat de ingewikkeldheid van de zaak geen toereikende rechtvaardiging vormt voor de duur van de berechting in hoger beroep – volstaan moet worden met de constatering van de beperkte overschrijding van de redelijke termijn van berechting in hoger beroep. Het hof ziet dan ook geen aanleiding voor strafvermindering.

Beslag

De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een geldbedrag van in totaal 1.680 euro, bestaande uit:
- 34 bankbiljetten van 20 euro (aangetroffen in de jaszak van de verdachte);
- 50 bankbiljetten van 20 euro (aangetroffen in een kluis),
behoren aan de verdachte toe. Zij zullen worden verbeurd verklaard aangezien zij geheel of grotendeels door middel van het ten laste gelegde en bewezen verklaarde zijn verkregen. Het hof acht immers bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verschillende opiumdelicten, hetgeen de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft erkend, en niet aannemelijk is geworden dat de geldbedragen een andere, legale herkomst hadden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 2, 3, 10, 10a, 11a en 11b van de Opiumwet en de artikelen 33, 33a, 47, 57 en 177 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 subsidiair als derde cumulatief/alternatief, het onder 3 als eerste cumulatief/alternatief en het onder 5 als derde cumulatief/alternatief ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor het overige en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
78 (achtenzeventig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 34 bankbiljetten van 20 euro;
- 50 bankbiljetten van 20 euro.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.P. den Otter, mr. H.S.G. Verhoeff en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van
mr. T. Kaandorp, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
30 oktober 2019.