Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.JONGERT PROPERTIES B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
naar Italië vloog hebben wij elkaar telefonisch gesproken, waarin wij ook een principe akkoord hadden bereikt:
3.Beoordeling
na10 juni 2011 zijn overeengekomen dat het casco door Jongert is gekocht (zie ook conclusie van repliek sub 4). Deze stelling wordt evenwel op grond van het volgende verworpen. Vooreerst is zij onverenigbaar met de hierboven geciteerde correspondentie (in het bijzonder de onder 2.7 genoemde e-mail). In de tweede plaats heeft [X] ook overigens geen feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit de totstandkoming van de door haar bedoelde koopovereenkomst blijkt, terwijl evenmin duidelijk is wat de exacte inhoud daarvan zou zijn. Ten derde strookt de stelling dat de boot
na10 juni 2011 is verkocht niet met hetgeen [X] ter comparitie in eerste aanleg heeft verklaard. Daar stelt [X] dat hij in een gesprek naar aanleiding van de factuur voor de bewaarvergoeding (van 10 juni 2011) heeft gezegd dat de boot (kennelijk reeds voordien) aan Jongert B.V. verkocht
was.