ECLI:NL:GHAMS:2019:5136

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
21 oktober 2021
Zaaknummer
23-004234-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis van de politierechter in hoger beroep met aanvulling van gronden

Op 24 september 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 16 november 2018. Het hoger beroep was ingesteld door het openbaar ministerie tegen het vonnis met parketnummer 13-202750-18. De verdachte, geboren in 1981, was betrokken bij een incident op en rond een brug, waarbij schermutselingen plaatsvonden. Tijdens de zitting op 10 september 2019 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair ten laste gelegde zou worden veroordeeld tot een geldboete van € 600,00, subsidiair 12 dagen hechtenis. Het hof heeft de camerabeelden bekeken, maar kon de door de aangevers beschreven geweldshandelingen niet waarnemen. Tevens ontbrak het signalement van de aangevers in het dossier, waardoor het hof niet kon vaststellen of zij op de beelden zichtbaar waren. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met de aanvulling van de gronden van de beslissing. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met mr. J.M. van Riel als griffier. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 september 2019.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-004234-18
Datum uitspraak: 24 september 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 16 november 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-202750-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 september 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 600,00, subsidiair 12 dagen hechtenis.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de gronden van de beslissing aanvult met de volgende overweging.

Vrijspraak

Het hof heeft op de camerabeelden, die ter terechtzitting in hoger beroep zijn getoond, waargenomen dat de verdachte heeft deelgenomen aan schermutselingen die zich op en in de directe omgeving van een brug tussen meerdere personen hebben afgespeeld, maar het hof heeft de door de aangevers beschreven geweldshandelingen op deze beelden niet waargenomen. Het hof merkt daarbij op dat in het dossier niet het signalement van de aangevers is beschreven, zodat het hof niet kan vaststellen of de aangevers op de camerabeelden zijn te zien.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. A.M. Kengen en mr. A.S. Dogan, in tegenwoordigheid van
mr. J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 september 2019.
mr. J.M. van Riel is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]