ECLI:NL:GHAMS:2019:5134

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
21 oktober 2021
Zaaknummer
23-003972-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met aanpassing van bijzondere voorwaarden in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 6 november 2017 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1998, die in hoger beroep is gegaan tegen het eerder uitgesproken vonnis. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 10 september 2019 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een taakstraf van 180 uren heeft geëist, met een voorwaardelijke straf en een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, maar met de aanpassing dat de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in de aantekening van het mondeling vonnis niet worden overgenomen, omdat deze niet in het dictum van het uitgewerkte vonnis zijn opgenomen. Het hof heeft overwogen dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het aandeel van anderen in het tenlastegelegde geen aanleiding geven tot een andere strafoplegging. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd voor wat betreft de bijzondere voorwaarden, maar voor het overige wordt het vonnis bevestigd. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de griffier mr. J.M. van Riel aanwezig, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 24 september 2019.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-003972-17
Datum uitspraak: 24 september 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 6 november 2017 in de strafzaak onder de parketnummers 15-146962-17 en 15-050756-16 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 september 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, waarvan 50 uren, subsidiair 25 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van 2 jaren.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de aantekening mondeling vonnis
– terwijl deze niet zijn opgenomen in het dictum van het uitgewerkte vonnis – niet overneemt. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.
Het hof overweegt dat toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht alsmede hetgeen de raadsman heeft aangevoerd ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en ten aanzien van het aandeel van anderen in het tenlastegelegde, niet leidt tot een andere strafoplegging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigd het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de gestelde bijzondere voorwaarden en doet in zoverre opnieuw recht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. M.L.M. van der Voet en mr. A.S. Dogan, in tegenwoordigheid van
mr. J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 september 2019.
mr. J.M. van Riel is buiten staat dit arrest te ondertekenen.