Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1989 zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, te vervangen door 30 dagen hechtenis, voor een poging tot diefstal door middel van braak in een auto. De advocaat-generaal had in hoger beroep een gevangenisstraf van 4 weken geëist. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen en heeft besloten de straf te verhogen naar een gevangenisstraf van 4 weken, waarbij het hof de eerdere taakstraf niet realiseerbaar achtte. De benadeelde partij had een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de vordering niet was onderbouwd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging, die werd vernietigd. De beslissing van het hof is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.