ECLI:NL:GHAMS:2019:508
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en geschokte rechtsorde in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 4 februari 2019, die de verlenging van zijn gevangenhouding beval. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw S.A. van den Boom, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en zich verenigd met de gronden waarop deze berust. Er zijn ernstige bezwaren tegen de verdachte met betrekking tot het beroven en afpersen van personen op de openbare weg. Het hof oordeelt dat de vrijlating van de verdachte een zodanig publiek onbehagen zou veroorzaken dat dit zou leiden tot maatschappelijke onrust, wat de toepassing van de 12-jaarsgrond (geschokte rechtsorde) rechtvaardigt. Bovendien is er gevaar voor recidive, gezien de eerdere strafbare feiten van de verdachte.
Het hof heeft het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er sprake is van zeer ernstige feiten en een geschokte rechtsorde. Bij de beoordeling van het verzoek is het hof van mening dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn die een schorsing rechtvaardigen. De enkele omstandigheid dat medeverdachten recentelijk wel zijn vrijgelaten, maakt niet dat er sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezien het hof geen rechtens relevante gelijke gevallen heeft vastgesteld. De beschikking is gegeven in raadkamer, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.