Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Vonnis waarvan beroep
Voorwaardelijk verzoek
Oplegging van straf
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 februari 2018. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank voor het overige, maar vernietigt de opgelegde gevangenisstraf. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken voor bedreiging met zware mishandeling. Dit feit vond plaats terwijl de verdachte als passagier in een auto zat die met hoge snelheid reed. De verdachte gooide een schroevendraaier uit het raam in de richting van een achtervolgende politieauto, wat aanzienlijke angst veroorzaakte bij de verbalisanten. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte. De raadsman had verzocht om een voorwaardelijke straf, maar het hof oordeelde dat dit niet recht zou doen aan de ernst van het feit. De redelijke termijn voor berechting was overschreden, wat in het voordeel van de verdachte is verdisconteerd in de straftoemeting.