ECLI:NL:GHAMS:2019:503

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 februari 2019
Publicatiedatum
21 februari 2019
Zaaknummer
200.224.002/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over verzoek tot gelasten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van C&V Beheer c.s. en opheffing van onmiddellijke voorzieningen

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 21 februari 2019 een beschikking gegeven inzake een verzoek van [A] tegen TANDARTSENPRAKTIJK SEGHWAERT B.V. en [C]. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. N.P.O. Ruysch, had eerder een verzoek ingediend tot het gelasten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van C&V Beheer c.s. Dit verzoek was echter ingetrokken na een minnelijke regeling tussen de betrokken partijen, zoals bevestigd in e-mailberichten van 20 februari 2019. De Ondernemingskamer heeft in haar beschikking geoordeeld dat de verzoeken van partijen tot het gelasten van een onderzoek geen verdere behandeling behoeven en heeft hen niet ontvankelijk verklaard in hun verzoeken. Tevens zijn de getroffen onmiddellijke voorzieningen opgeheven. De beschikking is gegeven door een collegiaal orgaan bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.224.002/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 februari 2019
inzake
[A]
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. N.P.O. Ruysch, kantoorhoudende te Delft (voorheen: mr. C.P.B. Kroep),
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TANDARTSENPRAKTIJK SEGHWAERT B.V.,
beide gevestigd te Zoetermeer,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. M.J.M. Groen, kantoorhoudende te Almere,
e n t e g e n
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.J.M. Groen, kantoorhoudende te Almere.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als [A] ;
  • verweerster sub 1 als C&V Beheer en verweersters tezamen als C&V Beheer c.s.;
  • belanghebbende als [B] .
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 14 en 20 december 2017 in deze zaak.
1.3
Bij beschikkingen van 14 en 20 december 2017 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – op een gezamenlijk verzoek van partijen de beslissing op het verzoek tot het gelasten van een onderzoek aangehouden en bij wijze van onmiddellijke voorzieningen mr. B.J. Tideman als bestuurder met beslissende stem van C&V Beheer benoemd en bepaald dat aan hem tevens de door [A] en [B] gehouden aandelen in C&V Beheer – met uitzondering van één aandeel van beide aandeelhouders – ten titel van beheer zijn overgedragen.
1.4
Bij e-mailberichten van 20 februari 2019 aan de Ondernemingskamer hebben partijen, in verband met een tussen de betrokkenen getroffen minnelijke regeling – naar de Ondernemingskamer begrijpt – het verzoek tot het gelasten van een onderzoek ingetrokken en de Ondernemingskamer verzocht de getroffen onmiddellijke voorzieningen op te heffen. Bij e-mail van diezelfde datum heeft mr. Tideman aan de secretaris van de Ondernemingskamer bevestigd daarmee in te stemmen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Gelet op het bovenstaande (zie 1.5 hiervoor) behoeft de verzoeken van partijen tot het gelasten van een onderzoek geen verdere behandeling en beslissing en dienen zij in die verzoeken niet ontvankelijk te worden verklaard. De Ondernemingskamer zal voorts de getroffen onmiddellijke voorzieningen met ingang van heden opheffen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verklaart partijen niet ontvankelijk in hun verzoeken tot het gelasten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van C&V Beheer c.s.;
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 14 december 2018
getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, prof. drs. E. Eeftink RA en drs. C. Smits-Nusteling RC, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 21 februari 2019.