ECLI:NL:GHAMS:2019:5013

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
11 mei 2020
Zaaknummer
C/13/666317/HA/RK/165
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een kantonrechter in hoger beroep

Op 8 mei 2019 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend bij de rechtbank Amsterdam tegen mr. M.E.B. Terwee, kantonrechter te Amsterdam, in de hoofdzaak met nummer 7439005 CV EXPL 19-29. De wrakingskamer van de rechtbank heeft op 17 mei 2019 het verzoek tot wraking afgewezen en verzoekster niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft verzoekster op 22 augustus 2019 een schrijven gestuurd naar het gerechtshof Amsterdam met het verzoek om hoger beroep/cassatie tegen de beslissing van de wrakingskamer. Het gerechtshof heeft de zaak op 24 september 2019 behandeld, waarbij werd overwogen dat ingevolge artikel 39, lid 5, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen rechtsmiddel openstaat tegen de beslissing op het wrakingsverzoek. Hierdoor is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot hoger beroep. De wrakingskamer heeft besloten dat er geen mondelinge behandeling van het verzoek plaatsvond, conform artikel 11 lid 1 van het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam en het gerechtshof Den Haag. De uitspraak is gedaan door de rechters H.M.J. Quaedvlieg, E.A.G. van der Ouderaa en P.F.E. Geerlings, in tegenwoordigheid van griffier mr. S. Pesch.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
rekestnummer : C/13/666317/HA/RK/165
zaaknummer hoofdzaak : 7439005 CV EXPL 19-29
beslissing van de Wrakingskamer van 24 september 2019
inzake het verzoek tot hoger beroep/cassatie van 30 juli 2019, gedaan door:
[verzoekster],
wonende te [plaats],
verzoekster.

1.Het geding

Op 8 mei 2019 is bij de rechtbank Amsterdam een verzoek tot wraking binnengekomen in de zaak met nummer 7439005 CV EXPL 19-29 (hierna: de hoofdzaak). Het verzoek betrof
mr. M.E.B. Terwee, kantonrechter te Amsterdam (hierna: de rechter). De wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam heeft bij beslissing van 17 mei 2019 verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot wraking.
Op 22 augustus 2019 heeft het gerechtshof Amsterdam een schrijven van verzoekster ontvangen met als onderwerp: “Hoger beroep / Cassatie tegen beslissing wrakingskamer d.d. 17 mei 2019 RECHTBANK Amsterdam Afdeling: Privaatrecht.”
De wrakingskamer overweegt hieromtrent als volgt.
Ingevolge artikel 39, lid 5, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat tegen de beslissing op het wrakingsverzoek geen rechtsmiddel open. Gelet op het voorgaande is verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot hoger beroep en heeft, op grond van artikel 11 lid 1 van het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam en het gerechtshof Den Haag, geen mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

2.De beslissing

De wrakingskamer:
verklaart verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking.
Deze uitspraak is op 24 september 2019 gegeven door mrs. H.M.J. Quaedvlieg, E.A.G. van der Ouderaa en P.F.E. Geerlings, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch, griffier.