Uitspraak
13-009394-19 tegen
Onderzoek van de zaak
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 13 januari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een ambtenaar, te weten
[benadeelde 1], buitengewoon opsporingsambtenaar, gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, te weten (in uniform gekleed en) met kaartcontrole en handhaving belast) heeft mishandeld door voornoemde [benadeelde 1], een of meermalen (met kracht) in/op/tegen de (onder)rug, althans in/op/tegen het (boven)lichaam te schoppen en/of te trappen;
hij op of omstreeks 13 januari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen (een) ambtena(a)r(en), te weten [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], beiden buitengewoon opsporingsambtenaar en werkzaam in de rechtmatige oefening van zijn/haar/hun bediening, te weten (in uniform gekleed en) met kaartcontrole en toezicht belast, hem, verdachte, had(den) aangehouden terzake vermoedelijke overtreding van artikel 70 Wet personenvervoer 2000 en/of artikel 447e Wetboek van Strafrecht) zich, een of meermalen (met kracht), heeft los gerukt en/of heeft getracht zich los te rukken, uit de greep van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of die [benadeelde 1], een of meermalen (met kracht), in/op/tegen de (onder)rug, althans in/op/tegen het (boven) lichaam heeft geschopt en/of getrapt;
hij op of omstreeks 13 januari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk (een) ambtena(a)r(en), te weten [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], beiden buitengewoon opsporingsambtenaar (in dienst van het [bedrijf]), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten (in uniform gekleed en) met kaartcontrole en handhaving/toezicht belast, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, door een of meer, feitelijkheden, heeft beledigd, door genoemde [benadeelde 1], een of meermalen, op/tegen de elleboog en/of naar en/of in de richting van het lichaam van die [benadeelde 1] te spugen en/of die [benadeelde 2], een of meermalen, op/tegen de borst en/of de schouder, althans het (boven)lichaam en/of naar en/of in de richting van het hoofd, althans het lichaam van die [benadeelde 2] te spugen.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Bewijsmiddelen
[benadeelde 2]:
[benadeelde 1]:
Bewezenverklaring
hij op 13 januari 2019 te Amsterdam een ambtenaar, te weten [benadeelde 1], buitengewoon opsporingsambtenaar, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten in uniform gekleed en met kaartcontrole en handhaving belast, heeft mishandeld door voornoemde [benadeelde 1] meermalen met kracht tegen de onderrug te schoppen;
hij op 13 januari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk ambtenaren, te weten
[benadeelde 1] en [benadeelde 2], beiden buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van het [bedrijf], gedurende en terzake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten in uniform gekleed en met kaartcontrole en handhaving belast, in hun tegenwoordigheid heeft beledigd, door genoemde [benadeelde 1] meermalen op de elleboog te spugen en [benadeelde 2] meermalen tegen de borst en/of de schouder te spugen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
art. 6:106, eerste lid, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW) in aanmerking komt voor een schadevergoeding.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
€ 50,00 (vijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 50,00 (vijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 306,90 (driehonderdzes euro en negentig cent) bestaande uit € 56,90 (zesenvijftig euro en negentig cent) materiële schade en € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 306,90 (driehonderdzes euro en negentig cent) bestaande uit € 56,90 (zesenvijftig euro en negentig cent) materiële schade en € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
13 januari 2019.
mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
20 november 2019.