Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij, op of omstreeks 5 april 2016, in elk geval in 2016, op de Noordzee, al dan niet opzettelijk, met een (vissers)schip, HD-3, genaamd [schip], zich in strijd met de beperkingen die ingevolge het eerste en tweede lid van artikel 20 Natuurbeschermingswet 1998 waren opgelegd, heeft bevonden in een Natura 2000-gebied en/of gedeelten daarvan, immers had verdachte toen aldaar niet een volg- en registratiesysteem operationeel en/of was het op het vaartuig aanwezige vistuig niet zodanig verpakt dat dadelijk gebruik niet mogelijk was, terwijl hij, met genoemd schip, zich bevond in en/of nabij de positie [locatie 1] Noorderbreedte en [locatie 2] Oosterlengte, welke positie was gelegen binnen zone-1 gebied Petten Zone 1 in de Noordzeekustzone zoals genoemd in artikel 1 en/of 2 "Toegangbeperkend Besluit Noordzeekustzone zones I t/m III";
hij, op of omstreeks 4 april 2016 en/of 5 april 2016, in elk geval in 2016, op de Noordzee, al dan niet opzettelijk, met een (vissers)schip, HD-3, genaamd [schip], in strijd heeft gehandeld met artikel 9, tweede en zesde lid, van de controleverordening EU 1224/2009, immers heeft hij, verdachte, niet gezorgd dat dat vissersvaartuig (met een lengte van 12 m over alles of meer) een volledig functionerend toestel aan boord had waarmee dat vaartuig automatisch door het volgsysteem voor vaartuigen kon worden gelokaliseerd en geïdentificeerd aan de hand van periodiek doorgestuurde positiegegevens (VMS);
hij, op of omstreeks 5 april 2016, in elk geval in 2016, op de Noordzee, al dan niet opzettelijk, met een (vissers)schip, HD-3, genaamd [schip], in strijd heeft gehandeld met artikel 10, eerste lid, van de controleverordening EU 1224/2009, immers heeft hij, verdachte, dat vissersvaartuig (met een lengte over alles van meer dan 15 m) niet uitgerust met een automatisch identificatiesysteem (AIS) dat beantwoordde aan de prestatienormen van de Internationale Maritieme Organisatie overeenkomstig hoofdstuk V, voorschrift 19, sectie 2.4.5, van het Solas-verdrag van 1974, en/of niet ervoor gezorgd dat dat systeem operationeel bleef.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij, op 5 april 2016, op de Noordzee, opzettelijk met een vissersschip, HD-3, genaamd [schip], zich in strijd met de beperkingen die ingevolge het eerste en tweede lid van artikel 20 Natuurbeschermingswet 1998 waren opgelegd, heeft bevonden in een Natura 2000-gebied, immers had verdachte toen aldaar niet een volg- en registratiesysteem operationeel en was het op het vaartuig aanwezige vistuig niet zodanig verpakt dat dadelijk gebruik niet mogelijk was, terwijl hij, met genoemd schip, zich bevond in de positie [locatie 1] Noorderbreedte en [locatie 2] Oosterlengte, welke positie was gelegen binnen zone-1 gebied Petten Zone 1 in de Noordzeekustzone zoals genoemd in artikel 2 "Toegangbeperkend Besluit Noordzeekustzone zones I t/m III";
hij, op 4 april 2016 en 5 april 2016, op de Noordzee, opzettelijk, met een vissersschip, HD-3, genaamd [schip], in strijd heeft gehandeld met artikel 9, tweede en zesde lid, van de Controleverordening EU 1224/2009, immers heeft hij, verdachte, niet gezorgd dat dat vissersvaartuig (met een lengte van 12 m over alles of meer) een volledig functionerend toestel aan boord had waarmee dat vaartuig automatisch door het volgsysteem voor vaartuigen kon worden gelokaliseerd en geïdentificeerd aan de hand van periodiek doorgestuurde positiegegevens (VMS);
hij, op 5 april 2016op de Noordzee, met een schip, HD-3, genaamd [schip], in strijd heeft gehandeld met artikel 10, eerste lid, van de Controleverordening EU 1224/2009, immers heeft hij, verdachte, niet ervoor gezorgd dat een automatisch identificatiesysteem (AIS) dat beantwoordde aan de prestatienormen van de Internationale Maritieme Organisatie overeenkomstig hoofdstuk V, voorschrift 19, sectie 2.4.5, van het Solas-verdrag van 1974, operationeel bleef.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 1.000,00 (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.