Uitspraak
13-163731-17 tegen:
Onderzoek van de zaak
6 december 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 30 mei 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zijn levensgezel, [benadeelde], heeft mishandeld door eenmaal of meermalen (met kracht) te slaan en/of te stompen op/tegen het gezicht/hoofd, in elk geval op/tegen het lichaam van voornoemde [benadeelde] en/of door eenmaal of meermalen (met kracht) voornoemde [benadeelde] (vast) te grijpen/pakken bij/aan de nek/hals, in elk geval bij/aan het lichaam;
hij op of omstreeks 30 mei 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een kledingstuk, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.