ECLI:NL:GHAMS:2019:4722

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2019
Publicatiedatum
10 januari 2020
Zaaknummer
23-000077-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis en bespreking strafmaatverweer omtrent de veranderde draagkracht van de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 2 januari 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in Frankrijk in 1987, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld. De advocaat-generaal vorderde een taakstraf van 30 uur, met de mogelijkheid van 15 dagen hechtenis indien deze niet naar behoren zou worden verricht. De raadsvrouw van de verdachte pleitte voor een taakstraf, omdat de verdachte door een afname van zijn inkomen niet in staat was de opgelegde geldboete te betalen.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, waarbij het hof zich verenigde met de gronden waarop het vonnis was gebaseerd. Het hof oordeelde dat de politierechter voldoende rekening had gehouden met de draagkracht van de verdachte door de geldboete in tien termijnen van € 80,00 te laten betalen. De beslissing van het hof houdt in dat de relatief hoge geldboete gerechtvaardigd is, gezien de waarde van de gestolen goederen en de overige omstandigheden van de zaak. Het hof bevestigde derhalve het vonnis waarvan beroep, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot de geldboete.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000077-19
datum uitspraak: 22 november 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 2 januari 2019 in de strafzaak onder parketnummer
13-244717-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Frankrijk) op [geboortedag] 1987,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
22 november 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 30 uur, te vervangen door 15 dagen hechtenis indien deze niet naar behoren is verricht.
De raadsvrouw heeft verzocht een taakstraf op te leggen, nu de verdachte geen boete kan betalen omdat zijn inkomen minder is geworden.

Vonnis waarvan beroep en bespreking van strafmaatverweer

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en de gronden waarop het berust en zal dit daarom bevestigen.
De relatief hoge geldboete is geboden, gelet op de waarde van de gestolen goederen en de overige omstandigheden van de zaak. Met de draagkracht van de verdachte heeft de politierechter voldoende rekening gehouden door te bepalen dat de geldboete kan worden betaald in tien termijnen van € 80,00.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. L.I.M. van Bergen, in tegenwoordigheid van
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
22 november 2019.