ECLI:NL:GHAMS:2019:472

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 januari 2019
Publicatiedatum
20 februari 2019
Zaaknummer
23-002767-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bezit van een vals reisdocument

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2019 in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 23 juli 2010. De verdachte, geboren in 1985, werd beschuldigd van het in bezit hebben van een vals reisdocument, een paspoort van Spanje, op 5 november 2008 te Schiphol. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging. De tenlastelegging werd door het hof verbeterd waar nodig, zonder dat dit de verdediging van de verdachte schaadde.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals reisdocument en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De strafbaarheid van de verdachte werd bevestigd, en het hof legde een gevangenisstraf van 40 dagen op, rekening houdend met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft ook de teruggave van in beslag genomen voorwerpen gelast. Dit arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, I.J.A. Barends, en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. M.R. Cox, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002767-18
datum uitspraak: 21 januari 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 23 juli 2010 in de strafzaak onder parketnummer
15-801913-08 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1985,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 21 januari 2019.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 05 november 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in het bezit was van een reisdocument, te weten een (nationaal) paspoort van Spanje (voorzien van het nummer [nummer], op naam gesteld van [naam], geboren op [geboortedag 2] 1987), waarvan zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 05 november 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in het bezit was van een reisdocument, te weten een nationaal paspoort van Spanje (voorzien van het nummer [nummer]), op naam gesteld van [naam], geboren op [geboortedag 2] 1987), waarvan zij wist dat het reisdocument vals was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk gebruik maken van een vals reisdocument.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Haarlem heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, met aftrek.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 dagen, met aftrek.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft opzettelijk gebruik gemaakt van een vals reisdocument, te weten een paspoort. Zij heeft daarbij het vertrouwen geschonden dat moet kunnen worden gesteld in een van overheidswege verstrekt reisdocument.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 10 januari 2019 is zij niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Het hof heeft hierbij een dusdanige straf bepaald dat de verdachte niet opnieuw in detentie zal geraken, gelet op de ouderdom van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een telefoonboekje;
- een gsm-toestel, merk Motorola;
- een geldbedrag van 200,00 euro (4 x 50 eurobiljetten);
- een geldbedrag van 400,00 euro (20 x 20 eurobiljetten);
- een geldbedrag van 120,00 euro (12 x 10 eurobiljetten).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. C. Fetter en mr. M.R. Cox, in tegenwoordigheid van I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 januari 2019.
Mr. M.R. Cox is buiten staat dit arrest te ondertekenen.