ECLI:NL:GHAMS:2019:4716
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van kosten in strafzaak op basis van artikel 591 Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 december 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat was ingediend op 22 augustus 2019. Het verzoek betrof de vergoeding van kosten die ten laste van de gewezen verdachte zijn gekomen, specifiek voor psychologisch onderzoek. De advocaat-generaal heeft op 25 september 2019 schriftelijk het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 4 december 2019 was verzoeker niet aanwezig. Het hof heeft de stukken van de strafzaak bestudeerd en de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker gehoord.
Het verzoek, dat na wijziging in raadkamer werd ingediend, strekte tot het verkrijgen van een vergoeding van € 2.135,54. Het hof heeft vastgesteld dat de aanwending van de kosten het belang van het onderzoek heeft gediend. De vergoeding is berekend op basis van de Wet tarieven in strafzaken (WTS) en het Besluit tarieven in strafzaken 2003 (BTS2003). Het hof heeft vastgesteld dat voor het psychologisch onderzoek 22 uur is besteed, wat rechtvaardigt dat het verzoek wordt toegewezen.
De beslissing van het hof houdt in dat verzoeker een vergoeding van € 2.135,54 wordt toegekend, en dat deze beschikking onverwijld aan verzoeker moet worden betekend. De voorzitter van het hof heeft de tenuitvoerlegging van deze beschikking bevolen, waarbij het bedrag op een specifieke bankrekening moet worden overgemaakt. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting van het hof.