Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Artikel 6. Staat van de onroerende zaak. Gebruik.
De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woonruimte, een en ander laat onverlet het bepaalde in artikel 6.1 van deze overeenkomst.(…)Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend zijn of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst.(…)
3.Beoordeling
primair: [geïntimeerden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling - binnen vier weken na het wijzen van het vonnis - van een hoofdsom ad € 16.450,-, dan wel een door de kantonrechter redelijk geacht bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 januari 2017, althans de dag van dagvaarding;
subsidiair: de gevolgen van de koopovereenkomst wijzigt op grond van artikel 6:230 lid 2 en artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW), in die zin dat de koopprijs wordt verminderd met de herstelkosten van € 16.450,-, dan wel met een door de kantonrechter redelijk geacht bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 4 januari 2017 althans de dag van dagvaarding;
zowel primair als subsidiair:
[geïntimeerden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van:
- € 939,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 1.155,55 aan kosten voor de deskundige, dan wel een door de kantonrechter redelijk geacht bedrag en
met veroordeling van [geïntimeerden] in de proceskosten met de wettelijke rente en nakosten.