ECLI:NL:GHAMS:2019:4437

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2019
Publicatiedatum
16 december 2019
Zaaknummer
23-003894-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijk geweld in Amstelveen na tegenstrijdige getuigenverklaringen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van openlijk geweld gepleegd op 29 oktober 2017 in het Meanderpark te Amstelveen. De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van geweld, waaronder duwen, slaan en schoppen van een slachtoffer. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De advocaat-generaal heeft vrijspraak gevorderd, terwijl de verdachte zelf ontkende enige bijdrage aan het geweld te hebben geleverd.

Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs in het dossier aanwezig was, maar dat de getuigenverklaringen tegenstrijdig waren met betrekking tot de rol van de verdachte. Ondanks het aanwezige bewijs was het hof niet overtuigd van de betrokkenheid van de verdachte bij het geweld. Daarom heeft het hof besloten om de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten. Daarnaast werd ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden aan het nieuwe feit.

De beslissing van het hof vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij van de beschuldigingen. Dit arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de rechters van de meervoudige strafkamer.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-003894-18
Datum uitspraak: 28 november 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 oktober 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 13-250807-17 en 15-025819-17 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
28 november 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 oktober 2017 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten, in het Meanderpark, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed te weten [slachtoffer] door voornoemde [slachtoffer]
- te duwen, en/of
- ( meermalen) (met gebalde vuist) tegen zijn gezicht en/of hoofd, in elk geval zijn lichaam, te stompen/slaan, en/of
- ( meermalen) met een skateboard, in elk geval enig voorwerp, tegen zijn lichaam te slaan, en/of voornoemd voorwerp (met kracht)tegen hem aan te gooien, en/of
- ( meermalen) te schoppen/trappen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal vrijspreken van het hem ten laste gelegde en de vordering tot tenuitvoerlegging zal afwijzen.

Vrijspraak

In hetgeen de raadsman heeft aangevoerd ziet het hof geen reden de verklaringen van de aangever en de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] van het bewijs uit te sluiten.
Uit de stukken in het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat de verdachte aanwezig is geweest bij het openlijk geweld jegens [slachtoffer]. Het hof stelt vast dat de verschillende getuigenverklaringen tegenstrijdig zijn waar het gaat om de bijdrage van de verdachte aan dit geweld. De verdachte zelf heeft van meet af aan stellig ontkend een bijdrage aan het gepleegde geweld te hebben geleverd.
Gelet hierop is het hof van oordeel dat, hoewel in het dossier voldoende wettig bewijs aanwezig is, het niet de overtuiging heeft dat de verdachte zelf gewelddadigheden heeft gepleegd of op een andere wijze een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld jegens [slachtoffer]. Het hof zal de verdachte dan ook vrijspreken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2017 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 3 mei 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2017, parketnummer 15-025819-17, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.H.C. van Ginhoven, mr. A.M. Kengen en mr. L.I.M. van Bergen, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 november 2019.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]