Uitspraak
Onderzoek van de zaak
28 november 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlasteleggingen
zij op of omstreeks 6 maart 2019 te Eindhoven, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een Macbook door zich voor te doen als bonafide koper en/of te betalen met een bewerkte en/of valse betaalapp;
zij op of omstreeks 17 maart 2019 te Eindhoven, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een Mac Book, naar de woning is gegaan en zich heeft voorgedaan als bonafide koper en/of heeft betaald met een bewerkte en/of valse betaalapp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op of omstreeks 17 maart 2019 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, aanwezig heeft gehad ongeveer 9,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en/of ongeveer 3,46 gram, in elk geval een hoeveelheid hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 oktober 2018 tot en met 17 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, in elk geval alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van een laptop, hebbende verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid via internet een bod gedaan op voornoemde laptop en/of (vervolgens) voornoemde laptop opgehaald bij voornoemde [slachtoffer] en/of (vervolgens) (daarbij) de bankgegevens van voornoemde [slachtoffer] en/of de overeengekomen verkoopprijs (via een mobiele telefoon) op een (zogenaamde) bankierenapp ingevuld (in het bijzijn van voornoemde [slachtoffer] ) en/of (vervolgens) (daarbij) aan voornoemde [slachtoffer] op voornoemde bankierenapp getoond dat het overeengekomen bedrag was betaald, althans dat zij, verdachte, op verzenden had gedrukt (van de geldoverschrijving), waardoor voornoemde [slachtoffer] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n).
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
zij op 6 maart 2019 te Eindhoven, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten afgifte van een Macbook, door zich voor te doen als bonafide koper en te betalen met een valse betaalapp;
zij op 17 maart 2019 te Eindhoven, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen [benadeelde] te bewegen tot de afgifte van enig goed, te weten een Mac Book, naar de woning is gegaan en zich heeft voorgedaan als bonafide koper en heeft betaald met een valse betaalapp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op 17 maart 2019 te Eindhoven, aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en
ongeveereen hoeveelheid hennep, zijnde hasjiesj en hennep
zij in de periode van 10 oktober 2018 tot en met 17 oktober 2018 te Amsterdam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van een laptop, hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk voornoemde laptop opgehaald bij voornoemde [slachtoffer] en vervolgens daarbij de bankgegevens van voornoemde [slachtoffer] en de overeengekomen verkoopprijs via een mobiele telefoon op een zogenaamde bankierenapp ingevuld in het bijzijn van voornoemde [slachtoffer] en vervolgens daarbij aan voornoemde [slachtoffer] op voornoemde bankierenapp getoond dat het overeengekomen bedrag was betaald, waardoor voornoemde [slachtoffer] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
-het volgen van onderwijs
first offender.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen jeugddetentie.
50 (vijftig)uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 850,00 (achthonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 850,00 (achthonderdvijftig euro)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.