Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De rechtbank heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de man zal zijn, omdat dan de nodige hulp voor de kinderen en individuele hulp voor de man ingezet kan worden. De vrouw heeft al geruime tijd onvoldoende meegewerkt aan de hulpverlening, terwijl de kinderen al lang te lijden hebben onder de complexe echtscheidingsproblematiek van de ouders. Zolang de kinderen bij de vrouw wonen komt de hulpverlening onvoldoende van de grond. De rechtbank heeft dezelfde motivering gegeven bij de toewijzing van het verzoek van de GI voor een machtiging uithuisplaatsing van de kinderen bij de man. In de motivering van de bestreden beslissing wordt ook verwezen naar de afzonderlijke beslissing waarbij de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de man is bepaald. De rechtbank noemt als doel voor de toewijzing van het verzoek van de GI, dat de machtiging uithuisplaatsing deze nieuwe situatie formaliseert en bestendigt en dat de noodzaak onderstreept wordt dat ter bescherming van de belangen van de kinderen moet worden ingegrepen in de huidige situatie.
In onderhavige zaak is daarvan echter geen sprake, de hoofdverblijfplaats is immers bij de man bepaald. Er ligt een uitspraak waarin de rechtbank het geschil over de hoofdverblijfplaats tussen de ouders heeft beslecht. In deze beschikking is de noodzaak benoemd voor het wijzigen van de situatie waarin de kinderen de meeste tijd bij hun vrouw verbleven. Vanwege deze beschikking is naar het oordeel van het hof geen noodzaak en ruimte meer om een machtiging uithuisplaatsing van de kinderen bij hun man toe te wijzen.