ECLI:NL:GHAMS:2019:4360
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van opvoedingsproblemen en ontwikkelingsbedreigingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland van 13 maart 2019 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] voor de duur van een jaar was verlengd. De moeder betoogde dat de zorgen over de opvoedomgeving en de ontwikkeling van [de minderjarige] niet langer aanwezig zijn en verzocht om beëindiging van de ondertoezichtstelling of in ieder geval een kortere verlenging.
De vader en de gecertificeerde instelling (GI) hebben echter betoogd dat de zorgen over [de minderjarige] nog steeds aanwezig zijn. De GI heeft aangegeven dat er nog steeds sprake is van een loyaliteitsconflict en dat de moeder onvoldoende acceptatie toont van de noodzakelijke hulpverlening. Het hof heeft vastgesteld dat [de minderjarige] sinds 2012 onder toezicht staat van de GI en dat er al lange tijd zorgen zijn over haar ontwikkeling, verzorging en schoolverzuim.
Na het horen van de betrokken partijen, waaronder de moeder, de vader, de GI en de Raad voor de Kinderbescherming, heeft het hof geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling ten tijde van de bestreden beschikking aanwezig waren en ook thans nog aanwezig zijn. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en de verzoeken van de moeder afgewezen. De beslissing is genomen in het belang van [de minderjarige], die nog steeds in haar ontwikkeling wordt bedreigd.