In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 26 november 2019 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot verhoging van het bedrag dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap [C] ten hoogste mag kosten. Dit verzoek volgde op eerdere beschikkingen van de Ondernemingskamer van 30 januari 2019, 4 februari 2019 en 28 mei 2019, waarin een onderzoek was bevolen naar het beleid van [C] over de periode vanaf 1 december 2015. Het oorspronkelijke budget voor het onderzoek was vastgesteld op € 25.000, maar werd later verhoogd naar € 42.500. De onderzoeker heeft op 6 november 2019 verzocht om een verdere verhoging van het budget met € 9.500, omdat het onderzoeksbudget ontoereikend bleek te zijn. Mr. A.J. Tekstra, advocaat van de verweerster, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer, terwijl mr. J.A.I. Verheul namens de verzoeksters het verzoek om verhoging heeft ondersteund. De Ondernemingskamer heeft, na beoordeling van het verzoek en het ontbreken van bezwaren, besloten het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen tot € 52.000, exclusief omzetbelasting. Tevens is bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van [C] en dat zij aanvullende zekerheid dient te stellen voor de betaling van dit bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.