In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van appellanten voor brandschade die is ontstaan in de nacht van 30 op 31 december 2016 in de aan elkaar verbonden panden aan de [a-straat] in [plaats A]. De brand heeft geleid tot volledige verwoesting van de panden, waarbij appellanten eigenaar waren van de woning aan de [a-straat] 32. De rechtbank Noord-Holland had in een eerder vonnis geoordeeld dat de woning van appellanten een gebrekkige opstal was in de zin van artikel 6:174 BW, omdat de houtkachel en de rookgasafvoer niet voldeden aan de bouwkundige eisen. Appellanten zijn in hoger beroep gegaan tegen dit vonnis, waarbij zij betwisten dat de opstal gebrekkig was en dat zij aansprakelijk zijn voor de schade van de geïntimeerden. Het hof heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is geleverd over de wijze van installatie van de rookgasafvoer en de mogelijke oorzaken van de brand. Het hof heeft de geïntimeerden toegelaten tot bewijslevering om aan te tonen dat de rookgasafvoer in strijd met de veiligheidsnormen is geïnstalleerd. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en partijen zijn aangemoedigd om te overleggen over een minnelijke oplossing.