ECLI:NL:GHAMS:2019:4171
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot omgangsregeling tussen vader en minderjarige zoon wegens onbekende omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek van de man om een omgangsregeling vast te stellen met zijn minderjarige zoon, geboren in 2014. De man, die in detentie verbleef, had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank, dat was afgewezen. De vrouw, de moeder van het kind, heeft het gezag over de minderjarige en heeft het verzoek van de man betwist. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in de procedure advies uitgebracht. Het hof heeft vastgesteld dat de man een belast verleden heeft, waaronder detentie en psychiatrische problemen, en dat er onvoldoende informatie is over zijn huidige situatie. De man heeft geen recente gegevens verstrekt over zijn stabiliteit en de omstandigheden waarin hij zich bevindt. Het hof heeft geconcludeerd dat het vaststellen van een omgangsregeling in strijd zou komen met de belangen van de minderjarige, die kwetsbaar is door de omstandigheden in zijn verleden. Daarom heeft het hof het verzoek van de man afgewezen en de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.