ECLI:NL:GHAMS:2019:4024

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2019
Publicatiedatum
11 november 2019
Zaaknummer
200.232.897/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de kosten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Monitus Holding B.V. en Monitus B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 29 oktober 2019 een beschikking gegeven inzake de kosten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Monitus Holding B.V. en Monitus B.V. Het onderzoek was bevolen bij beschikking van 24 september 2018, waarbij de kosten waren vastgesteld op € 40.000, exclusief omzetbelasting. De onderzoeker, mr. P.R.W. Schaink, heeft op 22 oktober 2019 een verzoek ingediend om de kosten van het onderzoek vast te stellen op € 37.740, exclusief omzetbelasting. Dit verzoek was onderbouwd met een urenspecificatie en facturen van de werkzaamheden uitgevoerd door M.L. Nolet AA.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat partijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen het verzoek van de onderzoeker. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat het verzoek voldoende is toegelicht en niet onredelijk is. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten om de vergoeding van de onderzoeker vast te stellen op € 37.740, exclusief omzetbelasting, en deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs. Deze uitspraak volgt op een reeks eerdere beschikkingen die het verloop van het geding hebben gekaderd, waarin onder andere de benoeming van een bestuurder en de aanwijzing van een onderzoeker zijn behandeld.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.232.897/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 29 oktober 2019
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat: voorheen
mr. S.C. Krekel, kantoorhoudende te Leiden, thans
mr. O.J. Hennis, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MONITUS HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MONITUS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
voorheen advocaat:
mr. R.A. Oskamp, kantoorhoudende te Amsterdam, thans geen,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonende te [....] ,
2. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR MONITUS,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. R.A. Oskamp, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 24 september 2018, 25 september 2018, 21 januari 2019, 10 september 2019 en 8 oktober 2019.
1.2
Bij de beschikking van 24 september 2018 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Monitus Holding B.V. (hierna: Monitus Holding) en Monitus B.V. (hierna: Monitus) over de periode vanaf 2 juni 2014 en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 40.000, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. Tevens is bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van Monitus Holding.
1.3
Bij de beschikking van 25 september 2018 heeft de Ondernemingskamer mr. J.G. Molenaar als bestuurder (verder: Molenaar) aangewezen.
1.4
Bij beschikking van 21 januari 2019 heeft de Ondernemingskamer mr. P.R.W. Schaink als onderzoeker aangewezen.
1.5
Bij beschikking van 10 september 2019 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat Monitus Holding de redelijke en in redelijkheid door Molenaar gemaakte en te maken kosten van verweer ter zake de vaststelling van aansprakelijkheid vanwege onbehoorlijke taakvervulling tijdens zijn aanstelling betaalt.
1.6
Bij beschikking van 8 oktober 2019 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het verslag met bijlagen van het bij de beschikking van 24 september 2018 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Monitus Holding en Monitus ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. Eveneens op 8 oktober 2019 heeft de Ondernemingskamer van de onderzoeker een e-mail met specificaties van de in deze zaak in verband met het onderzoek gemaakte kosten ontvangen. De onderzoeker heeft de Ondernemingskamer daarbij verzocht de kosten van het onderzoek vast te stellen op € 37.740, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.7
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van de onderzoeker. Daarop heeft de Ondernemingskamer op 22 oktober 2019 een reactie van mr. Hennis namens [A] ontvangen. De reactie houdt in ieder geval geen inhoudelijk bezwaar tegen de kosten in.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft aan zijn verzoek de kosten van het onderzoek vast te stellen op € 37.740, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, een urenspecificatie van zijn werkzaamheden en een tweetal facturen van de werkzaamheden uitgevoerd door M.L. Nolet AA ten grondslag gelegd en daarbij uiteengezet dat het bij de beschikking van 24 september 2018 bepaalde budget toereikend is en dat gelet op het door Monitus Holding betaalde voorschot van € 40.000, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, een door de onderzoeker aan Monitus Holding terug te betalen bedrag resteert van € 2.260, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
2.2
Partijen hebben geen bezwaar tegen het verzoek van de onderzoeker gemaakt.
2.3
De onderzoeker heeft, zo overweegt de Ondernemingskamer, zijn verzoek tot het bepalen van de vergoeding van de kosten die hij in verband met het onderzoek heeft gemaakt, voldoende toegelicht. Het verzoek komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal het verzoek dan ook toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 37.740, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van de Wel en mr. D.E.M. Aleman MBA, raden, in tegenwoordigheid van, mr. M.A. Sterk, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs op 29 oktober 2019.