ECLI:NL:GHAMS:2019:3963
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- F.A. Hartsuiker
- M. M. van der Nat
- N.C. Laatsch
- Rechtspraak.nl
Bevestiging en aanvulling van bewijsmotivering en strafmotivering in hoger beroep
Op 5 november 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 juli 2019. De zaak betreft een verdachte, geboren op de Nederlandse Antillen in 1990, die momenteel gedetineerd is in P.I. Rijnmond - Gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel. Het hof heeft het hoger beroep ingesteld door de verdachte tegen het vonnis van de rechtbank, waarbij de advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal bevestigen, eventueel met aanvulling of verbetering van gronden.
Tijdens de zitting op 22 oktober 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. Het hof heeft besloten het vonnis van de rechtbank te bevestigen, met verbetering van de bewijsmotivering en aanvulling van de strafmotivering. In de bewijsmotivering heeft het hof een aanvulling gedaan op de eerdere overwegingen, waarbij het bewijs van de verdachte op 18 februari 2019 en de communicatie met medeverdachte op 28 februari en 17 maart 2019 zijn belicht.
De aanvullende overwegingen met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van de verdachte hebben niet geleid tot een wijziging van de opgelegde gevangenisstraf. Het hof heeft geconcludeerd dat het vonnis waarvan beroep moet worden bevestigd, met inachtneming van de verbeteringen in de bewijsmotivering. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de griffier aanwezig, en is openbaar uitgesproken op 5 november 2019.