ECLI:NL:GHAMS:2019:3963

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
5 november 2019
Zaaknummer
23-0711-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging en aanvulling van bewijsmotivering en strafmotivering in hoger beroep

Op 5 november 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 juli 2019. De zaak betreft een verdachte, geboren op de Nederlandse Antillen in 1990, die momenteel gedetineerd is in P.I. Rijnmond - Gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel. Het hof heeft het hoger beroep ingesteld door de verdachte tegen het vonnis van de rechtbank, waarbij de advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal bevestigen, eventueel met aanvulling of verbetering van gronden.

Tijdens de zitting op 22 oktober 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. Het hof heeft besloten het vonnis van de rechtbank te bevestigen, met verbetering van de bewijsmotivering en aanvulling van de strafmotivering. In de bewijsmotivering heeft het hof een aanvulling gedaan op de eerdere overwegingen, waarbij het bewijs van de verdachte op 18 februari 2019 en de communicatie met medeverdachte op 28 februari en 17 maart 2019 zijn belicht.

De aanvullende overwegingen met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van de verdachte hebben niet geleid tot een wijziging van de opgelegde gevangenisstraf. Het hof heeft geconcludeerd dat het vonnis waarvan beroep moet worden bevestigd, met inachtneming van de verbeteringen in de bewijsmotivering. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de griffier aanwezig, en is openbaar uitgesproken op 5 november 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002711-19
datum uitspraak: 5 november 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 juli 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-064347-19 tegen
[verdachte],
geboren op [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum] 1990,
[adres],
thans gedetineerd in P.I. Rijnmond - Gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, eventueel met aanvulling dan wel verbetering van gronden.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met verbetering van de bewijsmotivering en aanvulling van de strafmotivering.
Bewijsmotivering
Het hof vult in de bewijsoverweging onder 3.4 de navolgende passage aan met de onderstreepte zinsnede.
Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat verdachte op 18 februari 2019, te weten een maand voorafgaand aan de komst van [naam], al een foto van [naam] deelde met medeverdachte [medeverdachte] en dat op 28 februari 2019en later op 17 maart 2019tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] werd gesproken over de vlucht van [naam] en de wijze waarop [naam] zich moest kleden
Het door de rechtbank besproken bewijsuitsluitingsverweer (3.2, tweede alinea en 3.3.1) komt te vervallen nu de raadsvrouw het desbetreffende verweer in hoger beroep niet heeft herhaald.
Aanvullende overweging strafmaat
Het hof overweegt dat hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep met betrekking tot de (gewijzigde) persoonlijke omstandigheden van de verdachte is aangevoerd, niet tot een ander oordeel heeft geleid ten aanzien van de omvang van de opgelegde gevangenisstraf.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.A. Hartsuiker, mr. M. M. van der Nat en mr. N.C. Laatsch, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 5 november 2019.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]