Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op of omstreeks 10 juli 2015 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft zij, verdachte, met haar auto die [slachtoffer] al rijdende op haar scooter, de weg afgesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op of omstreeks 10 juli 2015 te Amsterdam, [slachtoffer] heeft mishandeld door met haar auto die [slachtoffer] al rijdende op haar scooter de weg af te snijden, waardoor die [slachtoffer] ten val kwam;
zij op of omstreeks 10 juli 2015 te Amsterdam, als bestuurster van een motorrijtuig (een personenauto) betrokken bij een verkeersongeval of door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt op de Floraweg, de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden aan een ander, te weten [slachtoffer], schade en/of letsel was toegebracht.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Bewezenverklaring
zij op 10 juli 2015 te Amsterdam, als bestuurster van een motorrijtuig (een personenauto) betrokken bij een verkeersongeval op de Floraweg, de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar zij wist aan een ander, te weten [slachtoffer], schade en letsel was toegebracht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
56 (zesenvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
28 dagen hechtenis.
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.