ECLI:NL:GHAMS:2019:3960
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis rechtbank Noord-Holland in strafzaak tegen verdachte wegens invoer van cocaïne
Op 5 november 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 4 juni 2019. De zaak betreft een verdachte, geboren in Suriname in 1977, die gedetineerd is in PI Leeuwarden. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een aanvulling op de strafmaatoverweging. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden voor de invoer van cocaïne. Tijdens de zitting in hoger beroep op 22 oktober 2019 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de verdachte in de veronderstelling verkeerde dat hij een kleinere hoeveelheid cocaïne invoerde dan daadwerkelijk werd aangetroffen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er meer cocaïne in zijn koffers zou zitten dan hij dacht. De verdachte had geen navraag gedaan naar de exacte hoeveelheid en de verklaringen die hij gaf over de afspraken met de motorclub werden niet geloofd. Het hof heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de strafmaat die de rechtbank had opgelegd, gezien de ernst van het feit en de hoeveelheid cocaïne die was aangetroffen. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met inachtneming van de strafmaatoverwegingen die in het arrest zijn opgenomen.