Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[minderjarige 1],
[minderjarige 2],
[minderjarige 3],
[minderjarige 4],
[minderjarige 5]en de minderjarige
[minderjarige 6],
[minderjarige 7],
[minderjarige 8],
[minderjarige 9],
[minderjarige 10]en de minderjarige
[minderjarige 11],
[minderjarige 12],
1.Het beklag
[Beklaagde 1]en
[Beklaagde 2](hierna: beklaagden) ter zake van (kinder)mishandeling, opzettelijke benadeling van de gezondheid (art. 300 lid 1 en lid 4 van het Wetboek van Strafrecht (Sr)), oplichting (art. 326 lid 1 Sr), valsheid in geschrifte (het hof begrijpt art. 225 en 227 Sr) en deelname aan een criminele organisatie (art. 140 Sr).
2.Het verslag van de advocaat-generaal
3.De voorhanden stukken
4.De behandeling in raadkamer
5.De ontvankelijkheid van klagers in verband met het misdrijf van artikel 140 Sr.
aangiftekan worden gedaan door ieder die kennis draagt van een strafbaar feit, is de mogelijkheid tot het doen van
beklagals bedoeld in artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) beperkt tot rechtstreeks belanghebbenden.
De beoordeling van het beklag voor het overige