Uitspraak
mr. A.A.W. Terpstra, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. J. Streefkerk, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
3.De gronden van de beslissing
“vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van het bevorderingsbeleid of op het gebied van het aanstellings- en ontslagbeleid voor zover die vaststelling of wijziging geen verband houdt met de grondslag van de school”is (artikel 12 lid 1 onder o Wms). Daarbij is van belang dat uit de bewoordingen van artikel 12 Wms, en bij (onder andere) lid 1 onder o Wms met zoveel woorden, volgt dat deze bepaling een instemmingsrecht geeft voor zaken met een beleidsmatig karakter. Het bevoegd gezag heeft de benoeming van El Mouchriq tot hoofdconciërge toegelicht door erop te wijzen dat de feitelijke inhoud van de werkzaamheden van El Mouchriq al anders was dan die van de andere conciërge en dat El Mouchriq meer verantwoordelijkheden droeg dan laatstgenoemde. Het benoemen van El Mouchriq tot hoofdconciërge is slechts het formaliseren geweest van een bestaande situatie. Dit een en ander heeft de PMR onvoldoende gemotiveerd betwist. Met de Commissie is de Ondernemingskamer daarom van oordeel dat deze benoeming geen beleidsmatig maar een individueel karakter heeft, waarvoor de PMR geen instemmingsbevoegdheid heeft.
“vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie”betreft (artikel 12 lid 1 onder b Wms). Daarbij is allereerst van belang dat de Wms zelf geen definitie bevat van de term
“formatie”. De Commissie heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat een wijziging van de samenstelling van de formatie inhoudt “
een wijziging van het geheel van functies, hun aard en aantal, en de hiervoor beschikbare middelen” (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 28 oktober 2008, nr. 08.017). De Ondernemingskamer sluit zich hierbij aan.
voor het geheel van functies, hun aard en aantal en de hiervoor beschikbare middelen” is door de PMR onvoldoende over het voetlicht gebracht. De salarisschaal waarin El Mouchriq is benoemd (schaal 7) is weliswaar hoger dan zijn vorige (schaal 5) maar dat is onvoldoende om te oordelen dat er een dergelijke wijziging is, al was het maar omdat de PMR geen informatie heeft verstrekt over de consequenties van de wijziging van de salarisschaal voor het geheel van de voor de formatie beschikbare middelen van het Avicenna College. Niet elke tussentijdse promotie van een individuele werknemer naar een bestaande hogere functie is aan het instemmingsrecht van de PMR onderworpen. Een andere benadering zou niet stroken met het uitgangspunt dat krachtens artikel 12 Wms kwesties met een beleidsmatige karakter aan het instemmingsrecht zijn onderworpen en zou evenmin verenigbaar zijn met de benodigde bestuurlijke autonomie van het bevoegd gezag met betrekking tot individuele personele aangelegenheden.