ECLI:NL:GHAMS:2019:3864

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2019
Publicatiedatum
28 oktober 2019
Zaaknummer
23-004290-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van een lokfiets met eerdere veroordelingen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1972, was eerder onherroepelijk veroordeeld voor soortgelijke feiten en heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 3 december 2018. De tenlastelegging betrof de diefstal van een lokfiets op 31 oktober 2018 in Grootebroek, gemeente Stede Broec, die toebehoorde aan de Politie Noord-Holland. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het hof zich niet kon verenigen met de bewijsconstructie in dat vonnis.

Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal en heeft een taakstraf van 30 uren opgelegd, met de voorwaarde dat bij niet of niet naar behoren verrichten daarvan, dit kan worden omgezet in 15 dagen hechtenis. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor winkeldiefstal en poging tot diefstal. De verdachte heeft blijk gegeven van weinig respect voor andermans eigendom, wat het hof als een verzwarende omstandigheid heeft aangemerkt.

Daarnaast heeft het hof de verbeurdverklaring uitgesproken van in beslag genomen voorwerpen die aan de verdachte toebehoren en nog niet zijn teruggegeven. De vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf is afgewezen. De op te leggen straffen zijn gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004290-18
datum uitspraak: 9 oktober 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen
het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 december 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 15-215595-18 en 15-047622-18 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 september 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 oktober 2018 te Grootebroek, gemeente Stede Broec een (lok)fiets, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Politie Noord-Holland, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd omdat het hof zich niet kan verenigen met de in het vonnis opgenomen bewijsconstructie.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan,
met dien verstande dat:
hij op 31 oktober 2018 te Grootebroek, gemeente Stede Broec, een lokfiets, die toebehoorde aan
Politie Noord-Holland, heeft weggenomen met het oogmerk die zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 15 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg is opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een lokfiets. De verdachte heeft, door aldus te handelen, er blijk van gegeven weinig respect te hebben voor andermans eigendom. Fietsendiefstal is een ergerlijk feit waardoor overlast wordt veroorzaakt en veelal ook financiële schade.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 26 augustus 2019 is hij eerder ter zake van winkeldiefstal en poging tot diefstal onherroepelijk veroordeeld. Kennelijk heeft dit de verdachte er niet van weerhouden opnieuw diefstal te plegen. Dit rekent het hof de verdachte aan.
Het hof acht, alles afwegende, een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van 30 uur passend en geboden.

Beslag

Verbeurdverklaring
Bij de verdachte zijn lopers, een slijpmachine en multitools in beslag genomen. Deze behoren aan de verdachte toe en zijn nog niet teruggegeven. Zij zijn tot het begaan van het ten laste gelegde en bewezen verklaarde bestemd. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Teruggave aan de verdachte
Bij de verdachte is tevens een tas in beslag genomen. Daarvan zal het hof de teruggave aan de verdachte gelasten.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 25 september 2018 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof acht termen aanwezig om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 22c, 22d, 33, 33a, 63 en 310 van het
Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is
bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet
naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
2 STK Lopers (948120);
1. STK Slijpmachine (948107);
1. STK Multitool (948111);
1. STK Multitool (948115).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp,
te weten:
1. STK Tas (948119).
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 31 oktober 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 25 september 2018, parketnummer 15-047622-18, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S. Clement, mr. P. Greve en mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt, in tegenwoordigheid
van mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 oktober 2019.
Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]