Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
‘In principe is dit compleet en kan dit uitgeprint en verzonden worden.’.
‘Geconcludeerd is dat zijn belastbaarheid te laag is om als zinnig aanbod voor de arbeidsmarkt te kunnen doorgaan.’.
diskwalificatie van de deskundigheid betreffende de rapportages van de bedrijfsarts’. Beteor heeft verder gevraagd binnen welke termijn dit gebrek zal worden hersteld
‘Zoals besproken heb ik bij afwezigheid van uw vaste Casemanager (...) het dossier [Managing Director] opgepakt. Dit heb ik gedaan om voor u de continuïteit van de verzuimbegeleiding te kunnen borgen. (...) De aanleiding van ons contact was de afwijzing van het Deskundigen Oordeel door UWV. De grondslag hiervoor was dat de motivatie van de bedrijfsarts als onvoldoende is aangemerkt om het DO uit te kunnen voeren. De vervolgactie zou zijn om een nieuw consult in te plannen bij de bedrijfsarts voor dhr [Managing Director] , zodat de heer [bedrijfsarts] zijn motivatie kan bijstellen. Het blijkt echter dat dhr [bedrijfsarts] na zijn vakantie, vanaf 27/5 alleen nog inplanbaar is in het noorden van het land. Ik heb in overleg met de secretaresse van de bedrijfsarts daarom als eerste de afwijzing met rapportage van UWV, aan de bedrijfsarts doorgestuurd. Dhr [bedrijfsarts] kun hier dan actie op nemen. (…)’.
- De nieuwe bedrijfsarts, de heer [B] , zal aankomende maandag het dossier van dhr [Managing Director] doornemen en wij zullen samen met de bedrijfsarts de mogelijk te nemen stappen in kaart brengen. Omdat hier inhoudelijk advies van de bedrijfsarts voor nodig is, verwacht ik volgende week meer duidelijkheid te kunnen geven.
- (…)
- Wij spraken elkaar zojuist over het opnieuw indienen van het deskundigenoordeel bij het UWV. Deze zullen jullie opnieuw aanvragen (...) zodat het UWV opnieuw de situatie kan beoordelen. Hiermee wordt de aanvraag opnieuw ingediend en kan het UWV deze in behandeling nemen.’.
‘Verder wil ik graag van u vernemen waarom het jullie voor de tweede maal niet is gelukt om het dossier van dhr. [Managing Director] op orde te krijgen voor het deskundigenonderzoek van het UWV’.
3.Beoordeling
Consense heeft zich naar Beteor gepresenteerd als een gecertificeerde arbodienst die de regie over het ziekteverzuim- en arbobeleid voert waaronder volgens Bijlage A van de dienstverleningsovereenkomst mede wordt verstaan: spreekuur bedrijfsarts (…) in het kader van de Wet verbetering Poortwachter. Op de door de bedrijfsarts opgestelde rapportages staat als arbodienst ook steeds Absentum Arbo (lees: Consense) vermeld en wordt de bedrijfsarts als ‘arts van uw Arbodienst’ aangemerkt.’. Het hof is van oordeel dat de werkzaamheden die door Re-on dan wel [bedrijfsarts] zijn verricht, behoren tot de kern van de werkzaamheden waartoe Consense zich op grond van de Overeenkomst tegenover Beteor heeft verbonden. Eventuele tekortkomingen van Re-on dan wel [bedrijfsarts] hebben daarmee in de relatie tussen Consense en Beteor te gelden als tekortkomingen van Consense.
Bij bovenvermelde problematiek is werknemer als volledig arbeidsongeschikt voor het eigen werk, dat veel beroep doet op persoonlijk- en sociaal functioneren, aan te merken(…)’. Op basis van de FML van 18 december 2014 is een arbeidsdeskundig onderzoek uitgevoerd om de re-integratiemogelijkheden bij de eigen werkgever (1e spoor) of buiten de eigen werkgever (2e spoor) in kaart te brengen. In 5.3 van genoemd rapport van het Arbeidsdeskundig Re-integratie Onderzoek staat in vervolg daarop: ‘
Werknemer heeft mogelijkheden op de reguliere arbeidsmarkt. Werknemer is aangewezen op werk, waarbij rekening gehouden wordt met de voor hem geldende beperkingen. (...) Conform richtlijnen vanuit de Wet verbetering Poortwachter dient daarom een traject opgestart te worden gericht op werk bij een andere werkgever (spoor 2).’.Consense heeft vervolgens een derde ingeschakeld, het bureau De Nieuwe Werkgever, die een ‘Haalbaarheidsonderzoek rapportage’ opstelde met de conclusie dat de energetische beperkingen van [Managing Director] zodanig waren dat een 2e spoor traject niet goed mogelijk was. Naar aanleiding van dit rapport adviseerde [bedrijfsarts] het 2e spoor niet te starten, maar bleef tegelijkertijd van mening dat de FML van 18 december 2014 niet behoefde te worden aangepast. In zijn terugkoppeling hierover schreef [bedrijfsarts] op 8 april 2015: ‘
Het re-integratietraject 2 spoor bleek zijn belastbaarheid te boven te gaan en is weer gestaakt. Geconcludeerd is, dat zijn belastbaarheid te laag is om als zinnig aanbod voor de arbeidsmarkt te kunnen doorgaan.’.De FML van 18 december 2014 is ook daarna niet aangepast. Deze nalatigheid, het adviseren de 2e spoor-activiteiten te staken - welk advies door Beteor tot augustus 2015 is gevolgd, gedurende welke periode ook geen 2e spoor-activiteiten hebben plaatsgevonden - zonder tot aanpassing van de FML van december 2014 te komen, terwijl het niet kunnen verrichten van 2e spoor-activiteiten niet medisch geobjectiveerd was, is aan te merken als een tekortschieten in de op Consense rustende inspanningsverplichting. Dit tekortschieten heeft de basis gevormd voor de door het UWV opgelegde loonsanctie.