Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.PAUW B.V.,
BELEGGINGSMAATSCHAPPIJ EDORAS B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“het winkelpand met bovengelegen onzelfstandige bedrijfswoning” (hierna: de bedrijfswoning).
“In augustus 2015 hebben wij met elkaar gesproken over uw gebruik van de ruimte boven de winkel. Wij hebben gezocht naar een oplossing voor het feit dat u uw eerdere toezegging om de ruimte boven de winkel te verlaten niet wilt nakomen. (…) Wij handhaven dan ook de stelling dat u de ruimte illegaal bewoont en dat u de ruimte zo spoedig mogelijk moet verlaten. Zoals ook gold voor de afgelopen jaren, maken wij vanwege het illegale gebruik geen aanspraak op betaling van welke vergoeding dan ook. (…)”
3.Beoordeling
incidentele griefbetogen Pauw c.s. dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat Pauw toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Zij hebben daartoe het volgende aangevoerd.
grief I in principaal appelbestrijdt Maison Zen de afwijzing van haar vordering tot schadevergoeding. Zij voert aan dat zij wel degelijk schade lijdt als gevolg van de aanwezigheid van [Y] in de bedrijfswoning, onafhankelijk van de vraag of zij van plan is het pand te verkopen. Zij stelt de volgende schadeposten: waardevermindering van het pand als gevolg van verhuur van de bedrijfswoning tegen een te lage prijs, kosten van herstel van de door [Y] zonder toestemming van Maison Zen verrichte aanpassingen en waardevermindering van het pand als gevolg van het feit dat door de aanpassingen de bedrijfswoning door de overheid niet langer als een onzelfstandige bedrijfswoning wordt aangemerkt, maar als een zelfstandige woning, zodat de huur daarvoor niet langer met btw kan worden belast. Voor het geval het hof de schade onvoldoende aangetoond zou achten, heeft Maison Zen subsidiair verwijzing naar de schadestaat gevorderd.