ECLI:NL:GHAMS:2019:382
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdzorg zonder instemming van de jeugdige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdzorg voor een jeugdige, die zonder haar instemming was verleend. De jeugdige, geboren in 2003, is onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Regio Amsterdam (GI) na meerdere suïcidepogingen. De GI had een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp aangevraagd, die door de kinderrechter was verleend. De jeugdige kwam in hoger beroep tegen deze beschikking, omdat zij het niet eens was met de voorwaarden en de wijze van totstandkoming ervan. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 januari 2019 waren de jeugdige, haar advocaat, de GI en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig, maar de moeder en een vertegenwoordiger van Spirit Orthopsychiatrie waren niet verschenen.
Het hof overwoog dat de jeugdige ernstige psychiatrische problematiek vertoonde, waaronder suïcidaliteit en zelfverwonding, en dat het van belang was om een veilige plek voor haar beschikbaar te hebben. Echter, het hof oordeelde dat de voorwaarden van de voorwaardelijke machtiging niet aan de Jeugdwet voldeden, omdat de jeugdige niet had ingestemd met de voorwaarden van het hulpverleningsplan. De jeugdige had expliciet aangegeven dat zij het niet eens was met de mogelijkheid van een 'time-out' opname in de Koppeling voor maximaal zes weken, wat volgens het hof een te grote inbreuk op haar rechten zou zijn. Het hof vernietigde daarom de beschikking van de kinderrechter en wees het verzoek van de GI af, waarbij het ook oordeelde dat de vader van de jeugdige geen belanghebbende was in deze procedure.